GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

33 minuten leestijd Arcering uitzetten

GENERALE SYNODE DER GEREFORMEERDE KERKEN.

De zittingen aangevangen.

„ Wij denken bij het huis des Heeren niet aan een huis met handen gemaakt, maar aan de gemeente van onzen Heere Jezus Christus en Zaligmaker. Wij voelen ons één met de kerk des Heeren aan alle plaatsen en in alle eeuwen. Maar daarbij hebben toch onze Geref. Kerken voor ons een zeer bijzondere beteekenis. Nu gingen de stammen des Heeren driemaal per jaar op naar Jeruzalem om hun eenheid te versterken en bewaard te worden voor alle eigenwilligen godsdienst. Zoo komen nu de Geref. Kerken eens in de drie jaar in Synode samen met hetzelfde doel. Een gewichtige ure is dus voor ons aangebroken: Onze voeten zijn staande in uwe poorten, o Sneek."

In de Noorderkerk te Sneek is j.l. Dinsdagmorgen 'de gewone Generale Synode der Geref. Kerken aangevangen.

Zij wordt gevormd, gelijk be'kend door afgevaardigden van 14 Particuliere Synoden, 12 in ons vaderland (omda^ Brabant en Limburg samen één Particuliere Synode vormen en Friesland, zoowel als Zuid-Holland, hun ressort in tweeën hebben gesplitst) en 1 in de Graafschap Bentheim en Oostfriesland, benevens de afgevaardigden van de classis Batavia, die de rechten van een Part. Synode bezit.

Daarnaast dienen een 14-tal hoogleeraren (6 van de Theol. iSchool en 6 van de Vrije Universiteit, benevens een emeritus-h'oogleeraar van de beide opleidingsinrichtingen) haar als prae-adviseur.

Waar de predikanten van de roepende kerk als adviseerende leden worden uitgenoodigd zitting te nemen, wat in dit geval 3 dienaren des Woords betreft, zal dus de Synode tofaal 7'2 leden tellen, niet meegerekend de predikanten die voor bepaalde zaken als prae-adviseur eveneens uitgenoodigd worden zitting te nemen.

Een welvoorzien agendum zal de aandacht der Synode vragen en er zullen dan ook wel eenige weken verloopen eer zij haar zittingen zal hebben voleindigd. Het voorloopig agendum telt 75 pagina's druks en reeds versoheen een aanvullingsagendum van 8 pagina's, terwijl naar verluidt een tweede supplement in bewerking is.

Ook ditmaal hopen we onzen lezers van elke openbare zitting der Synode een beknopt verslag te bieden, in de overtuiging dat zij dit op prijs zullen stellen.

De bidstond.

Aan de Synode, die zoo we reeds meldden, in de Noorderkerk bijeen komt, ging Maandagavond in de Zuiderkerk een bidstond vooraf, die naar oud gebruik geleid werd door den praeses van de vorige Synode (Amsterdam 1936) als hoedanig Ds J. L. Schouten van Amsterdam fungeerde.

Ds Schouten opende den dienst met het doen zingen van Psalm 46 : 2, het lezen van Psalm 12S en gebed.

In zijn inleidend woord wees hfj er op, dat uit het voorgelezen lied Hamaaloth een liefde spreekt tot Jeruzalem, de stad des groeten Konings. Geen wonder! Jeruzalem was het middelpunt van het staatkundig en godsdienstig leven van het volk van Israël in de dagen deis Ouden Testaments. Sprekers tekstwoord laat zien dat wat daar in Davids hart aan geestdrift brandde voor Jeruzalem, was de liefde tot des Heeren huis. Vandaar zijn belijdenis: „Om des huizes des Heeren onzes Gods wil, zal ik het goede Voor U zoeken". Diezelfde gezindheid leeft immers, aldus spr, , ook in uw harten broeders en zusters. Wü denken bij het huis des Heeren niet aan een huis met handen gemaa'kt, maar aan de gemeente van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Wfj voelen ons één met de kerk des Heeren aan alle plaatsen - en in alle eeuwen. Maar daarbij hebben toch onze Geref. kerken voor ons een zeer bijzondere beteekenis. Nu gingen de stammen des Heeren driemaal per jaar op naar Jeruzalem om hun eenheid te versterken en bewaard te worden voor allen eigenwilligen godsdienst. Zoo komen nu de Geref. kerken eens in de drie jaar in Synode samen met hetzelfde doel. Een gewichtige ure is dus 'voor ons aangebroken: Onze voeten •zijn staande in uwe poorten, o Sneek.

Wat Jeruzalem was voor het huis des 'Heeren is de Generale Synode voor onze kerken. Ter Voorbereiding op het gebed wilde spr. zijn gehoor bepalen bij Psalm 122 : 9. Sprekende over: 'Onze roeping om het goede voor onze kerken te zoeken, werd de aandacht der vergadering achtereenvolgens bepaald bij: Ie. Dat wij dat mogen doen, welk een voorrecht; 2o. Dat wij dat moeten doen, welk een verantwoordelijkheid; 3e. Dat wij dat kunnen doen, welk een geruststelling en 4e. Dat wü dat zullen doen, wel'k een gelofte.

Na het gemeenschappelijk zingen van Psalm 135 : 1, 8 en 12 werkte de voorganger deze gedachten nader uit. Nadat ds Schouten had laten zingen Psalm 20 : 1 en 5, droeg hij de belangen van de Generale Synode en van de 'Geref. Kerken in een hartelijk smeekgebed op aan den troon der genade, waarna ten besluite gezongen werd Psalm 84 : 6.

Dank zij de goede zorgen van de regelingscommissie, konden de kerkgangers het woord beluisteren, dat onze Lands vrouwe tot Haar volk richtte in verband met de afgekondigde mobilisatie. Duidelijk klonk de stem van H.M. de Koningin door het bedehuis en het woord van onze Vorstin liet niet na, diepen indruk op de schare te maken.

Na afloop van den bidstond vond in het Gebouw voor Chr. Belangen dank zij de goede zorgen van den Sneeker kerkeraad een begroetingssamenkomst plaats, die een ongedwongen 'kara'kter droeg en ruimschoots aan de Synode-leden gelegenheid bood om, voorzoover zulks nog niet geschied' was, met hun ga'stheeren en -vrouwen kennis te maken.

De Generale Synode aangevangen.

D'e Noorderkerk te Sneek bood Dinsdagmorgen wat haar indeeling betreft een bekende aanblik. Zij was geheel ingericht om de Generale Synode te ontvangen, In boefijzervorm 'stonden de tafels der afgevaardigden opgesteld, terwijl daarbinnen de prae-adviseei-ende leden en de afgevaardigden uit het buitenland, Ned.-Indië en de 'Graafschap Bentheim en Oostfriesland hadden plaats genomen. Aan den voet van den kansel, waaromheen een eenvoudige palmversiering was aangebracht, stond de tafel van het moderamen waaraan de predikanten van de kerk van Sneek met den scriba hadden plaats genomen. De gemeente van Sneek toonde ook nu, evenals bij den bidstond groote belangstelling. D'e opening der Syno'de was door den kerkeraad van de roepende kerk opgedragen aan den oudsten van de dienstdoende pastores-loci, ds H. Veldkamp.

De opening.

Ds Veldkamp deed ter opening van de Generale Synode zingen Gez. 23 : 2 en 5 en las Ef. 3 : 14—4 : 7, waarna hij voorging in gebed. Hierna hield hij de

Openingsrede

waaraan wij het volgende ontleenen:

Spr. vervult den liefdeplicht, namens den kerkeraad der roepende kerk de Synode 'welkom te heeten, met vreugde.

Het is wel onder zeer dramatische omstandigheden, dat deze Generale Synode samenkomt. De oorlogsfakkel dreigt in de wereld te worden geworpen, die haar paleizen zal verteren. De mobilisatie werd afgekondigd, wel onder Gods voorzienig bestel op een moment, dat gij, aldus spr., nog juist deze plaats kondet bereiken, maar die toch op de samenstelling uwer vergadering niet naliet invloed uit te oefenen, ja zelfs de vraag doet stellen, of zij in de komende dagen voortgang kan hebben. Sommigen moesten door anderen worden vervangen, sommigen lieten hun plaats geheel ledig. God blaast ook hier weer in onze berekeningen.

Spr. acht zich aller tolk, als hij uiting geeft aan de innige bede, dat God ons en de wereld nog voor het allerergste spare. Dat het Hem behage, Hare Majesteit onze geliefde Vorstin, en Haar Raadslieden wijsheid te geven in deze critieke dagen; dat zij, die gemobiliseerd werden, èn die achterbleven, den eenigen steun vinden die in deze wereld mogelijk is, n.l. dien van het geloof in Christus, en dat deze vergadering het tegenbeeld vertoone van de verwarring der wereld, — in haar paleizen zij vrede en rust.

Het is thans voor de allereerste maal dat de Generale Synode vergadert te Sneek, en voor den tweeden keer, dat ze samenlcpmt in Friesland, het land, waarvan Bogerman, die zijn ambtelijke loopbaan in Sneek begon, wel schreef: „het geheele landschap is in letterlijken zin een land van melk", maar welks gereformeerde inwoners aaii de vaste spijs de voorkeur geven, en die met nóg meer eerbied voor de Synode vervuld zullen worden, indien deze in alle zaken die haar voorkomen zullen, ook de vaste 1 ij n naar het gereformeei'd beginsel zal weten te trekken. Want — van dien eerbied gesproken — het veelgeroemde Friesche vrijheidsgevoel heeft niets gemeen met het kwaad van het Independentisme, dat in deze landen nimmer wortel schoot.

Ik mag, aldus spr., gerust zeggen, dat wij behalve met blijdschap, ook met eerbied de vorsten van elks huisgezin hebben zien aankomen door de onderscheiden poorten van Sneek.

Dat Sneek de eer en het voorrecht tebeurt viel, te worden aangewezen als stad dei' synodale bijeenkomsten en haar kerk verwaardigd werd de mond van Christus te zijn, om al haar zusterkerken samen te roepen tot deze „meeste vergadering" is stellig niet aan haar vermaardheid te danken.

De kleine en onvermaarde kerk van Sneek is niet in het centrum des lands, maar in het vergelegen Galilea. Dit laatste behoeft geen onrustig of onveilig gevoel te geven. Een Galilea der heidenen is het sinds lang niet meer; gij vergadert niet in partibus intidelium, maar in de gebieden waar Christus Zijn geloovigen heeft.

Wat voorts de kerk in deze stad betreft, spr. zou naar de traditie der openingswoorden, uit haar historie treffelijke dingen kunnen opdiepen. Eu in verband met een onlangs geuite suggestie, om onzen gewezen ministerpresident, den presidialen hamer dezer kerkelijke vergadering toe te vertrouwen, kan toegegeven, wat men er overigens van denken moge, dat deze suggestie zich bewoog in historische, en wat velen nóg meer toespreekt, in K u y p e r's lijn. Was het niet Sneek — zij het niet de institutaire kerk — die ook al eerder roepend geweest is, door op instigatie van dr Kuyper, dr Colijn weg te roepen regelrecht u i t het land der koppensnellers en indirect tot onze landsrogeering, weinig vermoedend, dat in ons land parlementaire en politieke koppensnellers een ontijdig einde aan zijn ministeriëele loopbaan zouden maken?

Deze kerk kan op roemrijke historie niet bogen. Indien zij eenige roem en eenige heerlijkheid bezit, dan — en dat heeft zij met al haar zusterkerken gemeen — is het de roem en de' glans, die Christus op haar gelegd heeft. De schoonheid der kerk is de afglans van de schoonheid van haar Koning.

Het was — om dan toch nog even op de historie terug te komen — deze Geest van Christus die ook doorwerkte in den dienstknecht, wiens naam steeds aan- de kerk van Sneek verbonden zal blijven: Bogerman. Deze man, die steeds op de bres stond voor de zuiverheid der leer, zooals wel blijken kan uit zijn vertaling van Beza's werkje: „over het straffen der ketters", en die alles deed om Friesland te bewaren voor wat men noemde „die verschillen in Hollandt", was anderzijds verstandig genoeg, om de dingen niet op de spits te drijven: zooals blijken kan uit het feit, dat hij den Franeker hoogleeraar Lubbertus tot kalmte maande, die Bogerman's oud-leermeester Drusius wegens zijn opvattingen over den logos, van niets minder dan Arianisme beschuldigde. En hierin, èn in zijn zwaren strijd om de bevoegdheid der Synode, tegenover hen, die haar tot een conferentie wilden degradeeren, kan mogelijk deze Sneeker pastor der Synode tot een lichtend vporbeeld zijn. Dat. intusschen het synodaal agendum in de stad van dezen kampvechter voor een goede catechese en een' goede Bijbelvertaling deze belde

punten nauwelijks meer, c.q. nóg niet bevat, is een feit, dat ieder kan constateeren.

Het is Christus' kerk, die hier vergadert. Helaas nog gebroken.

Nog steeds schijnen zij die den Naam van Jezus Christus noemen, het geoorloofd te achten, kerkelijk naast, en vaak tegenover elkaar voort te leven. Onze blijdschap over het feit — om bij Sneek te blijven — dat een broederlijke samenspreking met de „achtergeblevenen" mogelijk ï)leek, en dat er christelijk-gereformeerde broeders en zusters bereid waren, om gedurende deze Synode, aldus spr., engelen onzer gemeente te herbergen, kan toch de droefheid over de pei-manente gedeeldheid niet wegnemen.

Dit doet intusschen niets af van het feit, dat waar de Gereformeerde Kerken hier in het ambt vei'tegenwoordigd zijn, hier d e kerk van Christus is in haar kern. Dit is niet de taal der zelfverheffing, maar een belijdenis, die, verhelen wij het ons niet, een schier beangstigende verantwoordelijkheid meebrengt.

Een vergadering van de ambassadeurs van Koning Jezus in deze onaanzienlijke plaats is van meer beteekenis dan welke ministerraad ook in de illustere wereldsteden.

Er zal veel gearljeid moeten worden en veel van uw ki'achten worden gevraagd. Er is gebeden en er dient gewerkt. De agenda moet tot Acta worden, waarin de Koning der kerk, aldus spr., handelt door uw handelingen en Zijn werk voortstuwt, en deze goedertieren Koning h a n d e 1 e daarbij met ons niet naar onze zonden.

In meer dan één opzicht is intusschen Sneek „roepende kerk" geweest en is zij dat nog.

Zoo heeft zij nog niet zoo lang geleden een derden dienaar des Woords geroepen, die hier de vorige week zijn ambtelijken arbeid begon. Spr. memoreert dit waarlijk niet, om een hooge borst op te zetten, of ook te beweren, dat alles hier zoo goed in orde is. Maar wel, omdat ook dit in verband staat met het agendum, en de Synode geroepen wordt in dezen èn aan den nood der kerken èn aan dien der candidaten volle aandacht te wijden. En in dit verband durft spr. wel beweren, dat dit „roepen" van de kerk van Sneek, waarin men waarlijk niet vele rijken en edelen moet zoeken, mede een bewijs gaf, dat in deze richting meer kan geschieden dan vermoed wordt.

In de tweede plaats — en dat heeft Sneek met al haar zusters gemeen — is zij permanent roepende kerk door te smeeken: Kom, Heere Jezus! Zij doet dit wel veel te zwak, maar ook daarin paart de Bruid haar stem nog met dien van den Geest.

Dit roepen brengt spr. in herinnering om tweeërlei reden.

Vooreerst omdat dit roepen, zal het niet ijdel zijn, de zendingsactiviteit tot direct gevolg heeft.

Maar vervolgens is de herinnering aan dit roepen niet overbodig, omdat het mede Gods oordeelen verhaast, en den tijd doet aanbreken, dat er wél van de kerk, maar van deinstitutaire kerk op deze aarde geen sprake meer zal zijn, en een Generale Synode als deze onmogelijk zal wezen.

Deze gedachte maakt den arbeid niet waardeloos, maar plaatst dien juist in het ware licht. Zij maakt niet tot defaitisten, maar tot mede-arbeiders Gods, om de handen ineen te slaan, en klaar te wórden ook op die punten, waarin wij nog niet klaar z ij n. Het is tevens deze gedachte, aldus spr., die ons meer dan ooit doet gevoelen, dat we elkander n o o d i g hebben, en die — indien het althans noodig is ^ u terug doet keeren tot wat ds Schouten na de Synode van Amsterdam als aller ervaring uitsprak: „wij waren veel nauwer aan elkander verbonden, dan wij zelf geloofden".

De Geref. Kerken komen hier samen — Gode zij dank nog ongestoord en in vrijheid — temidden van een wereld, die in de grootste verwarring is. Nu hier, dan daar slaan de vlammen uit, en wie weet hoe spoedig heel de wereld in rossen oorlogsgloed staat. Temidden van vuur en rookpilaren staat hoog opgericht het groote afgodsbeeld van de staatsalmacht, en de Gestapo staat gereed ieder die daarvoor niet buigen wil, te verwijzen naar den vurigen oven in den gemoderniseerden vorm van het niet minder wreede concentratiekamp. Onze mede-christenen, en mede-broeders in de bediening in het buitenland ervaren dit — onze gebeden vergezellen hen. Welke anti-christelijke machten' van achter een nieuwe botsing der volken te voorschijn zullen springen is moeilijk te zeggen. Maar helaas is niet alleen buiten, maar ook binnen de muren der kerk velerlei verwarring en onrust. Van het vuur, dat er gezien wordt, kan niet overal met vrije en goede consciëntie gezegd worden, dat het het heilige vuur der liefde is. Spr. behoeft daar niet breed over uit te weiden. Er is velerlei nood. Maar — en dit stemt tot ontzaglijke rust — uit de diepte van den nood is er geroepen tot den Koning der kerk. Door de geloovigen in de binnenkamer; door de kerken in haar onderlinge bijeenkomsten, en gisteravond in onzen gemeenschappelijken bidstond. Geroepen dat Hij Zijn kerk bewaren wil, en deze Synode wil dienstbaar stellen tot bevestiging van waarheid en vrede.

Het agendum is zeer uitgebreid, en hoogst belangrijk. Indien alleen reeds datgene wat vermeld staat onder A. 1 en 2: de werkwijze der Synode, B. de „leergeschillen" en C. de Theologische Hoogeschool, tot een allen bevredigende oplossing werd gebracht, zou dit niet alleen reeds zeer veel van tijd en wijsheid gevorderd hebben, maar zou de Synode ook aanspraak hebben op den dank der kerken. Maar dan volgen nog in rij en gelid tot schier de laatste letter van het alfabet toe een aantal zaken, die als om strijd volle belangstelling komen opeischen.

Ge zult een blik naar binnen hebben te richten, maar ook naar onze overzeesche gewesten. Ge zult aan de verzorging van emeritus-predikanten, weduwen en weezen en aan die van hulpbehoevende kerken gelijkelijk uw toegewijde aandacht moeten geven. Ge zult niet alleen over uw eigen bevoegdheid als meerdere vergadering te oordeelen hebben, maar ook over tal van bezwaarschriften van anderen die bij u inkwamen. Ge zult in meer dan één zaak scherpe lijnen hebben te trekken, maar ge moogt evenmin nalaten te bepalen, of ergens i|Je lijn tusschen twee kerken tot of over een zeker wan­

delpad behoort te loopen. En dit alles in het geloovig besef, dat wie in het kleinste niet getrouw is, dit ook in het groote niet kan zijn.

Voor het ongeoefend oog is er voorts een merkwaardig onderscheid tusschen het agendum van de eerste Synode in Friesland, in Leeuwarden, het hoofd van Friesland gehouden, en die van Sneek, het hart dezer provincie. Zelfs zou men geneigd kunnen zijn, bij vergelijking van deze twee, van achteruitgang in plaats van ontwikkeling te spreken. Daar een reformatorisch geluid, en een spreken van uitbouw van ons geestelijk bezit, hier een zich bezinnen op hetgeen van de vaderen overgeleverd is. Het zou echter kunnen blijken, dat dit inderdaad d e reformatorische voortgang is, en op deze wijze inderdaad tot het hart der kwestie's werd doorgedrongen.

Indien de liefde door den Heiligen Geest is uitgestort in onze harten, zullen wij bewaard worden voor den hoogmoed die zegt: ik ben uitnemender, trouwer of gerefoi'meerder dan gij. We zullen er door behoed worden dat Corinthische partijschappen wortel schieten. We zullen erdoor verstaan, dat twee in dezelfde richting kunnen gaan, en hetzelfde doel voor oogen hebben, ook al wandelen ze ieder aan den anderen oever van den stroom. En we zullen verstaan de wijsheid Gods die zegt bij monde van Zacharia dat Hij Zich Juda tot een pijl en Efraim tot een boog stellen zal. Die twee, pijl en boog, hooren bij elkander en ook de bekwaamste schutter zal met enkel pijlen of enkel bogen machteloos staan.

Men verwacht veel van de Synode en zij zal aan die verwachtingen kunnen voldoen, indien zij staat in het geloof dat Paulus deed verklaren: Ik vermag alle dingen door Christus, die mij krachten geeft.

En haar devies zij dat van Bogerman, die in deze stad arbeidde onder de zinspreuk: „Vespera lam venit, o Christe maneto." (De avond is gekomen, o Christus, blijf bij ons.)

De avond is nu nog naderbij gekomen. Maar Christus is gisteren en heden en tot in eeuwigheid dezelfde.

Houdt Christus Zijne kerk in stand. Laat dan de hel vrij woeden. Gezeten aan Gods rechterhand. Zal Hij haar wel behoeden.

De predikanten dr G. Keizer en ds F. G. Meyster werden vervolgens aangewezen tot het nazien van. de credentiebrieven, waarover laatstgenoemde rapporteerde. Als secundus van ouderling dr G. J. Hoekstra van Klaten, die verhinderd was om naar Nederland te komen, had zitting genomen ds F. J. Jonthoff van Malang, secundus van ds J. G. Fernhout.

Naar aanleiding van een vraag van prof. dr D. Nauta of zul'k's wel geoorloofd was gaf ds Fernhout een nadere toelichting, waarna de Synode aan 'het zittingnemen van ds Jonkhoff haar goedkeuring verleende.

Mededeeling van verhindering kwam in van de hoogleeraren dr G. V. Gelderen van Amsterdam en dr A. G. 'Honig van 'Kampen, terwijl van de afgevaardigden van de kerken in de classis Bentheim en Oostfriesland vanwege de internationale spanningen niemand versohenen was. Om diezelfde reden was ook de afgevaardigde uit Schotland niet ter vergadering verschenen. Van de leden der Synode waren enkelen afwezig wijl zij of hun militaire plichten moesten, vervullen of vanwege de ingetreden mobilisatie hun arbeid niet konden onderbreken.

Hierna werd overgegaan tot de verkiezing van leden van het

moderamen.

Voor de verikiezing van voorzitter vereenigden bij eerste vrije stemming ds J. L. Schouten te Amsterdam op zich 18 stemmen; Ds F. G. Meyster te Rotterda'm 10 stemmen; ds H. 'Meijering te Katwijk 3 'stemmen; dr W. A. van Es te Leeuwarden 4 stemmen; dr J. Thys te Zwolle 1 stem; ds T. J. 'Hagen te Delft 2 stenimen; dr G. Keizer te Rheden-de Steeg 1 stem en ds W. 'H. den Houting te Huizum 9 'stemmen. Bij tweede vrije stemming verkreeg ds Schouten 22, ds Meyster 14, ds den Houting 9, ds Meijering 2 en dr van Es 1 stemmen, zoodat herstemming tusschen ds 'Schouten en ds Meyster noodzakelijk was. De uitslag was nu dat ds Schouten gekozen werd met 25 stemmen tegen 21 stemmen op ds Meyster.

Tot assessor werd bij eerste stemming gekozen met 31 stemmen ds F. G. Meyster. De predikanten v. Es, den Houting en Meijering verkregen resp. 8, 6 «n 3 stemmen.

Tot eersten scriba werd gdkozen. dr G. Keizer te Rheden-de Steeg, die '28 stemmen op zich vereenigde. D-r J. Thys te Zwtolle verkreeg 14 stemmen, dr D. J. de Groot te Woudsend 2 en ds W. H. den 'Houting te Huizum 3 stemmen.

Tot tweelden scriba werd gekozen dr J. Thys te Zwolle met 32 stemmen. Dr D. J. de Groot vereenigde op zich 4, ds W. 'H. den Houting te 'Huizum 10, ds H. Meijering te Katwijk aan 'den Rijn 1 en ds W. L. Milo te Almelo eveneens 1 istemmen.

Het moderamen nam hierop zitting. Dte praeses nam de leiding der vergadering op zich en betuigde mede namens de andere leden van het moderamen zijn dank Voor het in de broeders gesteld vertrouwen. Hij riep aller medewerking in voor het 'vlot afhandelen van het agendum en sprak de hoop uit, dat 'God hem krachten •geven zou tot het volbrengen van de taak waartoe hij thans weer werd geroepen.

Op voorstel van den praeses nemen de Sneeker predikanten als prae-adviseerende leden zitting en zullen van hen ds Veldkamp en ds F. Guillaume de commissie vormen die zorgdragen zal voor het officieel persverslag, dat de Synode van haar zittingen in het licht geven zal.

'Op uitnoodiging van den 'praeses betuigen alle leden door op te staan hun instemming met 'de belijdenisschriften van 'de 'Gereformeerde Kerken in Nederland.

De praeses sprak hierna een. woord, van dank tot de keA van Sneek voor al den voorbereidenden arbeid en de gastvrijheid die hare leden aan die van de Generale Synode willen bewijzen.

'Eveneens sprak hij een woord van hartelijken dank tot ds 'H. Veldkamp voor zijn toespraak waarmede hij de zittingen der Generale Synode heeft willen openen.

Een hartelijk woord van weitom riep de praeses eveneens toe aan de hoogleeraren, hen verzekerend, dat hun aanwezigheid en hun adviezen op hoogen prijs worden gesteld.

Tenslotte richtte de praeses zich tot de buitenlandsohe afgevaardigden hen de verzekering gevend, dat de Synode danttaar is voor hun tegenwoordigheid en gaarne hun woord zal beluisteren.

Onze militairen.

Hierna heeft ds T. J. Hagen van Delft allereerst het woord gevraagd voor een zaak van urgentie. Spr. wees er op, 'dat met deze Synode alle deputaatsohappen eindigen, ook dat van de verzorging van de geestelijke belangen van onze militairen.

Spr. stelde Voor nu de mobilisatie is afgekondigd 'de aftredende deputaten voor deze zaa; k te herbenoemen teneinde 'den arbeid voort te zetten. Gonform besloten. Ds Hagen stelde daarop voor een crediet van duizend gulden te geven om het werk voort te zetten. Dit voorstel werd eveneens aangenomen.

De werkwijze.

'Hierna rapporteerde prof. dr K. Dijk namens de commis'sie behoemd door de vorige Syno'de inzak© het onderzoek naar een mogelijke andere wertwijz© der Synode.

De oommissie stelde de volgende conclusies 'Voor : De 'Synode besluite :

I. Inzake 'de benoeming en de samenstelling der commissies :

A. Het aantal oo'mmi'ssies te 'bepalen op 6;

B. De voorzitters der commissies aan te wijzen gehoord het advies van het moderamen en

G. De oommissies verder samen te stellen en het werk over hen te verdeelen op voorstel van het moderamen, de aangewezen voorzitter-s en de hoogleeraren in het kerkerecht.

n. Inzake de verdere werkwijze der Synode :

A. Haar arbeid zoo in te richten, dat eerst aan de commissies gelegenheid gegeven worde haar rapporten en adviezen op te stellen voordat de Synode zelve in plenaire zitting bijeenkomt;

B. Aan het moderamen op te dragen zich op de hoogte te houden hoe ver de commissies met haar wer!k gevorderd zijn en - de Synode als regel eerst dan 'in plenaire zitting samen te roepen, wanneer de colnmissies geheel of nagenoeg met haar voorbereidenden arbeid gereed zijn; en

G. De verschillende rapporten, indien haar inhoud naar het oordeel der rapporteerende commissie 'dit eischt, en de onderscheiden conclusies alsmede het agendum voor el'fcen zittingsdag vooraf ter kennis van dé leden en de adviseerende leden der Synode te brengen.

m. Inzake een 'synodaal bureau :

A. 'Over te gaan tot de instelling van een bureau der Synode waaraan verbonden zijn een theologische leider en een of meer hulpkrachten;

B. Door 'dit bureau te doen verrichten alle werkzaamheden onder II sub c genoemd en alles wat het moderamen noodzakelijk acht; en

G. het moderamen te belasten met het toezicht op •dit bureau.

Prof. dr J. Waterink van Amsterdam stelde een redactiewijziging voor in conclusie 3b, n.l. deze: „door 'dit bureau te doen verrichten alle werkzaamheden verbonden aan het onder 2 su'b c genoemde", enz.

Prof. d r 'S. jf r e ij d a n u s van Kampen wenschte meer dan 6 commissies. Er zijn naar spr. oordeel b.v. apparte commissie's noodig voor de kwestie-Drachten en de zaaJk-Goossens. Als de 'hoogleeraar voorts stilstond bij' de uitbreiding van het aantal afgevaardigden ter Synode, wijst de voorzitter hem er op, dat bij ietwat 'buiten de orde is. Prof. Greijdanus ziet dan van het woord af.

Prof. dr V. H epp van 'Amsterdam gaf de wenk, •dat de commissies in haar rapporten niet breed ingaan op de rapporten van deputaten opdat de tijd van vergaderen van de Syn'ode niet onnoodig verlengd worde.

Hierna beantwoordde de rapporteur, prof. d r K. D ij k, de gemaakte opmerkingen. Spr. heeft tegen het amendement-Waterink geen bezwaar en meent voorts dat het door prof. Greijdanus ter sprake gebrachte door 'de conclusies niet buitengesloten wordt.

Prof. d r 'K. Schilder van Kampen stelde voor conclusie la te lezen als volgt : „Het aantal commissies te bepalen op tenminste 6" en Ib te lezen: „het aantal en de voorzitters dier commissies", enz.

Nadat prof. D'ijk aanneming van het door prof. Schilder voorgestelde had ontraden, werden 'de conclusies, nadat nog enkele kleine redactie-wijzigingen waren aangebracht, aangenomen.

Besloten werd het 'bureau der Synode op te dragen aan de leiding van dr Th. Ruys te 'Lisse, die de Geref. Kerken reeds als leider van het Zendingsbureau en als archivaris dient.

Nadat de Synode voor een 'kwartier was geschorst, werden op voorstel van het moderamen tot voorzitters der 6 commissies gekozen de predikanten dr W. A. v. Es te Leeuwarden, ds N. Duursema te Nieuw-Amsterdam, ds W. L. Milo te Almelo, dr H. Kaajan te Utrecht, ds 'H. 'Meijering te Katwijk a. Zee en ds H. de Bruyn te Nieuwen dijk.

'Hierna werd gepauseerd. In de pauze heeft het moderamen met de 6 'voorzitters der commissies en de hoogleeraren in het kei"krecht vergaderd, ter bespreking van 'de sa'menstelling dezer commissies en de verdeeling van den arbeid over deze commissies.

Te 3 uur ving de middagzitting aan. 'De v o o r z i t- t 6 r deed enkele mededeelingen over 'de samenspreking boven 'bedoeld .en de samenstelling der commissies en 'deelde ook mede, dat 'de buitenland'sche afgevaardigden indien zij met het oog op de internationale situatie mochten willen vertrekken, in deze zitting gelegenheid 2(ouden ontvangen een kort woord te spreken.

Toespraken,

Hierop voerden het woord 'ds I. van Dellen nit Noord-Amerika, namens de 'Gbristian Reformed Ghurch aldaar, en prof. S. du To it van Potchefstroom namens Die 'Gereformeerde Kerk in Suid-A'frika. Zij brachten de hartelijke groeten van de Kerken, die hen

afvaardigden, over, wezen, op fle banden die 'deze Kefken binden aan Nederland, waarin de Geref. Kerken nog groote voorrechten genieten en baden de Geref. Kerken bij den voortduur Gods onmisbaren zegen toe.

Namens de Syriode heeft prof. dr G. 'G h. A a I - ders van (Hilversum, aan ds v. Dtellen den dank overgebracht voor zijn vriendelijk - woord, waarna prof. dr J. Ridderbos van Ka'mpen dit namens de Synode aan prof. du Toit deed.

Alvorens de zitting te isluiten drong 'de voorzitter er met klem op aan, dat de commissies in hun vergaderingen in de avonduren spoed zouden betrachten en er naar streven Voor de zitting van Woensdag met rapporten gereed te komen.

Hierna werd de zitting verdaagd tot Woensdagmorgen.

Van de primi-afgevaardigden waren 'de predikanten dr W. G. Harrenstein te Santpoort en ds W. - M. Ie Gointre van Bergen op Zoom als re'serve-veldpredikers opgeroepen en vervangen door hun secundi ds D. Hoek van Enkhuizen en ds A. Soheele van Kapelle-Biezelinge.

Tweede zitting.

Woensdag werd in de Noorderkerk te Sneek de tweede zitting van de Generale Synode der Geref. Kerken gehouden.

De voorzitter, ds J. L. Schouten, deed ter opening zingen Ps. 3 : 2, waarna hij Voorging in gebed.

'De praeses deelde mede, dat een schrijven was ingekomen van de afgevaardigden van de kerken in de Graafschap-Bentheim en Oostfriesland, meldend, dat de internationale verwikkelingen oorzaak waren, dat zij niet naar Sneek konden komen. Zij: hopen echter alsnog in de gelegenheid te komen de zittingen bij te wonen.

Voorts was een brief ingekomen van ds J. Douma, em-predikant te Arnhem, namens de commissie van uitvoering van het cOmité tot herdenking van de Afscheiding van 1834, houdende bericht, dat het eerste deel van de uitgave van de archiefstukken betrekking hebbend op de voorgeschiedenis van de Afscheiding, welk deel door dr F. L. Bos, Geref. predikant te Wilnis, werd verzorgd, is verschenen. Gaarne zal de oommissie aan de Synode het eerste exemplaar van deze uitgave aanbieden.

De Synode besloot op voorstel van het moderamen de commissie te berichten, dat zij nader melden, zal wan-' neer zij haar ter Synode zal kunnen ontvangen.

De Gen. Synode van Amsterdam.

Besloten werd de acta van de slotzitting van de Generale S-joiode van Amsterdam 1936, die in comitégeneraal gehouden werd, als z.g. Pr'o-acta aan de Acta van de Synode van Sneek toe te voegen.

De Synode verdaagd.

Breedvoerig werd van gedachten gewisseld over de vraag wanneer de Synode weer in plenaire zitting zou bijeenkomen. Besloten werd dat zulks het geval zal zijn op Dinsdag 12 September a.s. v.m. 9 uur.

Een Oecumenische Synode.

Naar aanleiding van een mededeeling door prof. dr G. Gh. Aalders gedaan tijdens de toespraken van de buitenlandsche afgevaardigden in de zitting van Dinsdagmiddag, besloot de Synode een commissie te benoemen die een onderzoek zal hebben in te stellen naar de wenschelijkheid van een Oecumenische Synode van Gereformeerde Kerken. Wijl de mogelijkheid aanwezig is, dat de buitenlandsche afgevaardigden, weer spoedig vertrekken willen, droeg de Synode de commissie op met haar arbeid onverwijld een aanvang te willen maken opdat in de middagzitting haar rapport alsnog een onderwerp van bespreking zou kunnen uitmaken.

Tot leden dezer commissie werden benoemd de hoogleeraren dr G. Gh. Aalders, dr S. Greijdanus, dr V. Hepp en dr H. H. Kuyper en de predikanten ds J. G. Fernhout, dr G. Keizer en ds G. Mak.

Hierna verdaagde de president ide zitting tot 's middags 4 uur.

De middagzitting.

Om 4 uur ving de plenaire zitting van de Generale Synode weer aan. Gezongen werd Ps. 76 : 6. Ouderling R. Smit van Stedum, voor bet eerst aanwezig, betuigde door op te staan van zijn zitplaats instemming met de belijdenisschriften.

De voorzitter deelde mede, dat prof. dr S. Greijdanus was benoemd tot ridder in de Orde van den Ned. Leeuw. Hij wenschte hem namens de Synode geluk met deze hooge onderscheiding .en. uitte den wensch, dat deze ridder in de exegese van het Nieuwe Testament nog lang door God voor de Geref. Kerken en haar Theol. School moge worden gespaard.

Met een enkel woord dankte prof. Greijdanus voor dit vriendelijk woord. lOp voorstel van den praeses beisloot de Synode een telegram van gelukwensch te zenden aan Mevr. Greijdanus.

Toespraak dr Henry. Beets.

Hierna sprak dr Henry Beets uit Grand Rapids, Nederlander van geboorte, de Synode namens de Christian Ref. Ghurch in Noord-Amerika, de Synode toe. Spr. dankte voor de betoonde gastvrijheid en i's ook dankbaar voor het smaken van de Ghr. gemeenschap. Hij is hier een broeder onder de broederen. Spr. dankt de Geref. Kerken voor hun trouw aan de belijdenis, die ook de 'Ohr. Ref. Church hartelijk liefheeft. In de vierde plaats is spr. dankbaar voor den door de Geref. Kerken betoonden ijver voor de Zending.

Dat in Nederland een Theol. School te Kampen en een Vrije Universiteit te Amsterdam bestaat, is spr. een oorzaak van vreugde, want beiden hebben een plaats in zijn hart. Dankbaar is dr Beets ook voor de hereenigingspogingen der Geref. Kerken ten aanzien van wat in wezen bijeenbehoort, alsmede voor haar oecumenische pogingen. Spr. hoopt dat de Generale Synode volgend jaar eveneens 2 afgevaardigden zenden zal naar de Synode van de Ghr. Ref. Ghurch. Spr. bad het licht van Gods Woord, het leven dat gewerkt wordt- door den Heiligen Geest en veel onderünge liefde ook in de ke? k, 'aail dé Gerèf. Keïken toe.'Het'is spr. hartewensch dat de God des vredes en van licht, liefde en leven Zijn aangezicht over de Generale Synode doe lichten en de Geref. Kerken tot aan het einde der aardde in Zijn souvereine genade stelle tot een zoutend zout en ©en lichtend licht.

Namens de Synode beantwoordde prof. dr S. Greijdanus deze toespraak. Hij vertolkte de blijdschap der Synode over de komst van dr Beets, want aan hem binden niet alleen banden des bloeds, maar vooral van geestelijken aard. Spr. heeft altijd groote bewondering gekoesterd voor de groote offei-vaardigheid door de leden van de Chr. Ref. Church aan den dag gelegd. Wederkeerig ' bidt de Synode aan de beide afgevaardigden van de Chr. Ref. Ohurch het licht en de leiding des Heiligen Geestes toe.

Op voorstel van den praeses zongen de leden der Synode ds v. D'ellen en dr Beets staande toe de zegenbede uit Psalm 121.

Vervolgens sprak de heer J. Wolterbeek, docent aan de opleidingsschool te DIjokja, een kort en hartelijk woo]'d, dat door ds W. Breukelaar van Santpoort namens de Synode beantwoord werd.

Een Oecumenische Synode.

Hierna rapporteerde ds G. Mak van Medan namens de commissie, die een onderzoek had in te stellen naar de wenschelijkheid van een Oecumenische Synode van Geref. Kerken. Spr. stelde een aantal conclusies voor. In de discussie rees de vraag of het een synode, dan wel een convent of conferentie moet zijn. Na raadpleging van de Acta van de Synode van Arnhem 1930, kwam do Synode tot de conclusie, dat zij terzake reeds een. beslissing genomen had waarop zij thans niet wilde terugkomen. Om des tijds wille werd de di'soussie afgebroken en vei^daagde de praeses de zitting tot den volgenden morgen 9 uur.

De Synode heeft dus ook Donderdag — in tegenstelling met het gisteren gen'omen besluit — zitting gehouden.

De leden der zes commissies.

De Synode benoemde op voordracht van liet moderamen tot leden van de zes commissies, tot welker instelling in de zitting van Dinsdagmiddag besloten was:

Commissie I: de hoogleeraren di- V. Hepp, dr J. Ridderbos en dr K. Schilder, de predikanten dr W. A, van Es, dr D. J. de Groot, ds T. J. Hagen en dr E. D. Kraan en de ouderlingen A. Borkent, J. Hommes, A. Scholtens en J. Verwoerd; dr van Es treedt op als voorzitter.

Commissie II: de hoogleeraren dr G. Ch. Aalders en dr S. Greijdanus, de predikanten dr H. Kaajan, ds J. G. Fernhout, ds W. H. den Routing en ds D. Scheele en de ouderlingen H. Knook Mzn, J. Manni, B. D. v. d. Meer en W. Hummelen; dr Kaajan treedt op als voorzitter.

Commissie III: de hoogleeraren dr K. Dijk en dr F. W. Grosheide, de predikanten ds H. de Bruyn, ds P. C. de Bruyn, ds G. Diemer en ds C. Mak en de ouderlingen J. Buikema, W. Engen, R. Smit en C. P. Vogelaar; ds H. de Bruyn treedt op als vorzitter.

Commissie IV: de hoogleeraren dr J. H. Bavinck, dr C. van Gelderen en dr A. G. Honig, de predikanten ds N. Duursema, ds D. Hoek en ds A. Scheele en de ouderlingen J. J. van Commenee, M. Knol, A. Schmal en R. Zuidema; ds N. Duursema treedt op als voorzitter.

Commissie V: de hoogleeraren dr G. M. den Hartogh en dr D. Nauta, de predikanten ds W. L. Milo, ds S. Idema, dr A. D. R. Polman en ds W. H. v. d. Vegt en de ouderlingen W. H. H. v. d. Born, M. U. Dijkstra, G. F. Hummelen, ds F. J. Jonkhoff en B. Rietveld; ds W. L. Milo treedt op als voorzitter.

Commissie VI: de hoogleeraren dr H. H. Kuyper en dr J. Waterink, de predikanten ds H. Meijering, ds S. J. Popma en ds I. de Vries en de ouderlingen ds J. v. d. Berg, C. G. de Jong, T. Tieleman en S. van Wijk; ds H. Meijering treedt op als voorzitter.

De zaak van de z.g. „leergeschillen", waarvan dr J. Thijs rapporteur is, (de bekende commissie van 8), is gesteld in handen van commissie I.

In handen van commissie I is gesteld het rapport vftn dr J. Thijs in betrekking tot de Leergeschillen, benevens enkele bezwaarschriften.

Commissie II behandelt de zaken in betrekknig tot de Theol. school te Kampen, de Theol. Faculteit van de Vrije Universiteit en van do Zendingsaangelegenheden de Zendingsorde en de zaak van ds S. J. P. Goossens, miss. predikant van de kerk van Appingedam, die door de classis uit zijn ambt is ontzet.

Commissie III zal zich onledig houden met de zaak van de emeriti-predikanten, predikantsweduwen en weezen (art. 13), de zaak van de hulpbehoevende kerken en verschillende zaken die tot de kerkregeering behooren (o.a. de kwestie-Drachten) behartigen, terwijl ook enkele punten die op het agendum onder Varia zijn ondergebracht aan haar zijn toevertrouwd.

Commissie IV heeft eveneens zich enkele zendingszaken toegewezen gezien en zal voorts behartigen de zaak onder het hoofdstuk Evangelisatie, enkele punten van het hoofdstuk der kerkregeering, waarvan de geestelijke verzorging van de schippers en van de Marinemenschen (Ge-co-ho-ma).

Commissie V zal zich bezighouden met de zaak van de werkwijze der Synode en ontvangt eveneens ter behartiging een aantal punten van het hoofdstuk kerkregeering (de meerdere vergaderingen, tucht over Doopleden, Schippers, geestelijke verzorging van de militairen en in de IJselmeergebieden, de werkwijze der Synode, Diaconale verzorging) en enkele bezwaarschriften, alsook enkele punten van de i'ubriek Varia.

Commissie VI tenslotte heelt zich toegewezen gezien de zaken van de Radio-kerkdiensten, Grensregelingen, de Geref. Kerken in O. en W. Indië, de Buitenlandsche Kei-ken, de rapporten inzake de eenheid der Geref. belijders, de Liturgie, het Archief en de resteerende punten van het hoofdstuk Varia, w.o. de zaak van de Buchman-beweging.

De Synode heeft besloten, om stukken, die na 2 Sept. a.s. bij haar binnenkomen, niet meer in behandeling te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's