GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„o Absalom", door Howard Spring. — A. W. Sijthoff's Uitgevers Mij., Leiden.

„O' Absalom".

Wanneer men als Christen een niet-Christelijke roman leest, zal men steeds weer tot zelf-confrontatie komen. Dit is onvermijdelijk en noodzakelijk. In hoeverre is dit literatuur-product, waarin voor den Christus geen plaats is, voor mij aanvaardbaar? Of wil men, in hoeverre heeft dit eenige waarde? En in zeer veel gevallen zal, na de lectuur beëindigd te hebben, de eenige conclusie zijn: hoe bitter, grondeloos leeg is het leven zonder Christus.

Noemt u dit nu niet louter een negatief resultaat. Het is goed, om deze dingen af en toe onder oogen te zien. Het kan leiden tot een bezinning op eigen bezit, óók op' het bezit van een eigen Christelijke literatuur. Maar wèl moet men welen, wien men dit boek in handen geeft.

„O Absalom" is te rangschikken onder de „Bekennlnis"-romans. Dit lijvige boek van 500 blz. is een doorloopende biecht, een biecht van een vader. De schrijver heeft zijn titel ontleend aan de figuur van Absalom, den afvalligen koningszoon, die het hart van zijn vader brak. En de ontroerende tragiek die tot hoogste uiting komt in David's klacht „O Absalom, mijn zoon, mijn zoon" — —, ligt ook in deze geschiedenis, die een opmerkelijk knap talent verraadt.

William Essex is, wanneer het verhaal omstreeks 1890 begint, een haveloos Manchestersöh straatkind. Niemand stelt eenig belang in hem, ouderliefde kent hij niet, en tot zijn twaalfde jaar is zijn lot bitter en hard. Maar dan komt hij in aanraking met een ouden dorpsdominee, die hem lezen en schrijven wil leeren. Deze oude, Weltfremde man voedt het straatjoggie op met den Bijbel en de klassieken. En hij legt den grondslag voor wat William Essex eens worden zal, een beroemd schrijver. Maar hel lijden en de ontberingen van zijn kinderjaren hebben in Essex een soort dwanggedachte doen ontstaan: als ik eens een zoon zal hebben, zal hij alles krijgen wat zijn vader is tekort gekomen.

Als de oude dominee dood is, moet William zelf zijn weg zoeken. Dat brengt hem in aanraking met de O'Riordens, een familie, waarmee hij tot zijn dood toe verbonden zal blijven. Met verbeten krachtsinspanning verovert hij zich een plaats in de wereld. Hij moet en zal iets bereiken. Het is een eigenaardige figuur, deze William Essex. Koel en berekenend genoeg om de onaantrekkelijke Nellie Moscrop om haar geld te trouwen, en toch ook weer onweerstaanbaar aangetrokken tot de idealistische O'Riordens.

Uit het huwelijk, dat een mislukking is naaialle kanten, wordt een zoon geboren. En van Oliver's eersten levensdag af is heel het streven van den vader er op gericht; mijn kind zal alles hebben, wat hij wil. De plichtsgetrouwe, degelijke Nellie remt dit zooveel zij kan. Maar haar aandeel in de opvoeding wordt zoo- klein mogelijk gehouden. Welbewust gaat de vader te werk en hij peilt zichzelf voldoende om te erkennen: „— omdat ik het door Oliver allemaal aan mijzelf geef". Heel teekenend is het voorval op den vijfden verjaardag van het kind. Wilham heeft een zijden pyamaatjc als geschenk gekocht, een dwaasmooi, opgedirkt ding. „— Ik bedacht, hoe prachtig Oliver er ni die uitrusting uit zou zien, met de pantoffeltjes van zacht rood Marokkaanscli leer, die ik ook gekocht had. Daardoor zou ik met grootere gelatenheid kunnen denken aan dat jongetje, dat sliep in het hemd, dat hij ook overdag gedragen had. Het zou mij helpen om dat jongetje te dooden en te begraven."

Oliver groeit op als een mooi kind, dat door zijn stralend uiterlijk ieder voor zich inneemt. Maar al heel vroeg blijkt, dat zijn karakter slap is, leugenachtig en egoïstisch. De vader weigert het in te zien. Langzamerhand moeten zijn oogen er echter wel voor open gaan, en die erkenning js zeer bitter voor William Essex. Oliver bezoedelt en verwoest al wat schoon is en waarde heeft in het leven van zijn vader, hij verwoest het gelukkige gezin van O'Riorden. En tenslotte eindigt dit alles in diepe duisternis. Bij het gebroken leven van zijn eenig kind klaagt de vader: „O' Oliver, mijn zoon, mijn zoon "

Dit alles is met groote dramatische kracht geteekend. De psychologische verwikkelingen in dit boek zijn boeiend beschreven, en de vele menschen die een plaats er in hebben, zijn geen figuranten, maar levende wezens. Het meest treft ons wel den eerlijken, vaak onbarmhartig-eerlijken kijk van den schrijver op zijn menschen. De vader is volstrekt geen mooie figuur, die als tegenspeler het karakter van den zoon des te zwarter moet maken. Daarvoor is zijn eigenliefde veel te groot.

Uit méér dingen dan alleen de keuze van den titel blijkt, dat de schrijver van „O Absalom" in den Bijbel thuis is. Maar de eenige figuren uit dit boek voor wie de Bijbel iets beteekent zijn Nellie Moscrop, haar vader en de uiterst merkwaardige, door godsdienstwaanzin bezeten kapitein Jude Iscott, die zich een reïncarnatie waant van Judas Iscariot. Nellie wordt geteekend als een bigot, wereld-schuw wezentje, dat op elke vreugde den domper zet van haar Wesleyaansche vroomheid. En de oude, dikke Moscrop, nu, die zegt graag het „psalmversje" op:

Slechts de godsdienst kan ons geven Hoop en troost in heel ons leven. Slechts de godsdienst geeft in nood Hoop en troost tot in den dood.

En de schrijver voegt daaraan toe: „Ik kreeg weldra de overtuiging, dat hoop en troost de regel van Moscrop's leven geweest waren, en dat hij heel weinig aan godsdienst gedaan zou hebben, als hij daai-van niet hoop en troost, in groote mate, op zijn sterfbed verwacht had."

Dit boek trekt zeer zeker de aandacht. Het boeit u tot het tragische einde toe, omdat de auteur een geboren verteller en een knap psycholoog is. Maar het demonstreert op zeer duidelijke wijze dat het leven zonder Christus een troostelooze nacht is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's