GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Kroon", door Elisabeth Bergstrand— Poulsen. — J. M. Meulenhoff, Amsterdam.

Een mooi en goed boek.

Wat is er toch een essentieel verschil tusschen de Skandinavlsche literatuur eii de onze! Na de lezing van het boek dat wij bespreken willen, valt ons dat weer in bijzondere mate op. Een boek met het thema, — en het is wel een zeer ongewoon thema, — van „de Kroon" laat zich m onze üteratuur niet denken. In de eerste plaats zijn we te nuchter om het zoo te poneeren, en in de tweede plaats te zwaar om het zoo uit te werken. Men moet er voor beschikken over die speclsche, naïeve fantasie, die toch een reëelen achtergrond heeft, en over dien fijnen, blijden humor, waarvan Selma Lagerlöf het geheim scheen te bezitten. Een Nederlandsch autem- mag dan al eens min of meer van Skandinavlsche invloeden blijk geven in zijn werk (men denke b.v. aan „Het beloofde land" van Ina Boudier—Bakker), het blijft toch altijd te Hollandsch, te massief.

Hel 'thema van dit boek is ongewoon. In de dorpskerk van Dunkehallar hangt een lichtkroon, een kristallen lu-oon van zeer groote schoonheid. Deze kroon, het eenige wat het schamele kerkje aan sieraad bevat, werd jaren geleden geschonken door de adellijke familie, die in het dorp woont. Er rustte echter een verplichting op de gemeente voor die schenking. De kerspelbewoners moeten zorgen dat hot groote familiegraf van den schenker zou worden onderhouden „opdat het er door alle tijden heen zoo heerlijk moge uitzien, alsof een lielhebbende echtgenoote en trouwe kinderen het ^raf het heele jaar door verzorgden en ondei-hielden." Komt de gemeente haar verphchting niet na, dan zal de kroon teruggehaald worden naar hel Hooge Huis.

De verplichting geraakt in het vergeetboek. En op een kwaden dag laat Hare Genade, die een zuster kon zijn van Gösta Berling's Majoorske, de kroon weghalen. Een zeer lange, bittere en moeilijke weg is er no'odig voor Serafia Cavall, de hoofdpersoon uit dit boek, die het offer wil brengen dat de schenker eischt voor de teruggave.

En nu is het bijzondere in dit verhaal dat deze nardsche kroon voor allen die in haar geschiedenis betrokken zijn, symbool wordt van de Kroon der Zaligheid. Zóó heeft Serafia de kroon genoemd toen "zij deze voor de eerste maal zag. En die gedachte wordt ook in het schenkingsdocument uilgesproken. , als het kerklied wordt genoemd dat begmt met de woorden:

Niemand bereikt ooit de eeuwige rust, Die er niet ^'nrig voor strijdt.

Vooral het laatste couplet van dit lied is bij de gemeente van Dunkehallar zeer geliefd.

Heel de wijde wereld smeek ik te strijden Voor de Kroon der Zaligheid.

Serafia zal de Kroon terugwinnen. Ze strijdt tot bloedens toe, en moet langs diepe wegen. Maar haar kind, Anna Mathilda, neemt het werk over. En het is tenslotte op Anna Mathilda's huwelijksdag, dat de kroon weer in al haar luister in de kerk straalt.

En deze gedachte, de strijd om de kroon der zaligheid, waarvan de strijd om de aardsche kroon de afspiegeling is, doortrekt het geheele boek. In dien strijd worden geen moeiten of zorgen geteld, alles spitst zich er op toe. Het zet het leven van de- dood-arme Serafia op een geheel ander plan dan waartoe ze door haar huwelijk met den woesten Ville de Heiden bestemd scheen. En het maakt dit boek tot een ideahstisch, blij boek, ondanks Serafia's levensgang, die oppervlakldg bezien „tragisch" is. Want vanuit aardsch gezichtspunt bezien eindigt Serafia's leven ontijdig, en heeft ze haar ideaal niet bereikt. Aangrijpend van wilde schoonheid is dit einde beschreven. Serafia heeft het gewaagd om met haar twee kinderen naar een opwekkingssamenkomst te gaan. Haar ziel hongert naar geestelijk voedsel, en Ville, die haar zeker weerhouden zou, is den heelen dag al van huis geweest. Midden in de samenkomst verschijnt de dronken Ville, die zijn vi-ouw komt opeischen. In zijn dronkemanswoede jaagt hij het gespan paarden zóó razend, dat de wagen van den weg af het ravijn in slingert.

„Op dat oogenblik kwam er midden in de razende, donderende vaart een angstwekkende, geluidlooze onderbreking, een leegte — een verschrikkelijke onderbreking van het geraas — en de heele wagen vloog als in een schommel van een wip de ruimte in. En toen — de volgende seconden — was er een vreeselijk gekraak, en tegelijkertijd voelde Serafia een ontzettend gewicht op zich en op den jongen in haar armen. Een gewicht, dat hun lichamen tot diep in den bevroren grond scheen te drukken. Een zwaar^ met ijzer beslagen wagenwiel drukte de borstkas van het kind ineen — zij kon hooren hoe de.teere borstkas kraakte, alsof een eierschaal wordt gekraakt. In diezelfde ondraaglijke, eeuwigheidslange seconden hoorde zij ook het wilde schreeuwen van het paard, en het vloeken en woedend geroep van de mannen. En toen verloor ze haar bewustzijn." Serafia en het kind sterven, Ville en Anna Mathilda brengen er het leven af.

„Nog even ontwaakte Serafia. Iemand liet het licht van een lantaarn op haar schijnen. Zij zag het verschrikte gezicht van het meisje boven het hare. Met inspanning van al haar krachten tastte zij met haar handen naar den kleinen jongen. Zij .merkte dat hij onbeweeglijk naast haar lag. Toen richtte zij haar blik groot en vast op het meisje, als wilde zij, dat het kind nooit de gebiedende macht van haar blik zou vergeten. En later bedacht het kind dat zij meende vele honderden kaarsen als een heele lichtkroon te hebben zien stralen in de wijdopen, brekende oogen van haar moeder. Maar het was misschien alleen maar het schijnsel van de lantaarn geweest.

„De Kroon", fluisterde Serafia, „vergeet niet de Kroon".

„Moeder, moeder!" hoorde Serafia een schreiende kinderstem van oneindig ver weg roepen — als uit een andere, snel verdwijnende wereld.

„Moeder, moeder, welke Kroon? Welke Kroon? " „De Kroon der Zaligheid", mompelde de moeder onduidelijk, als in slaap, en sloot vermoeid de oogen."

Het is de eigenaardige mengeling van fantasie, humor en mystiek, die dit boek zoo'n bijzondere bekoring geeft. De spanning en sfeer, die de schrijfster in vele momenten weet te bereiken, zijn bewijzen van een knap en boeiend talent. En haar vurige geest heeft in dit boek een boodschap neergeschreven, die opwekken en opheffen zal.

Gr. GILHUIS-SMITSKAMP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1940

De Reformatie | 8 Pagina's