GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geneeskunde en Magie.

III.

Zoo bleek ons, dat de zich Üians zelfstandig ontplooiende geneeskunde zich niet alleen aan de macht van het bijgeloof ontworstelde, maar zich ook vervreemdde van den Christelijken geloofsinhoud.

De doorgaande ontkerstening van West-Europa begunstigde dit proces in belangrijke mate.

Het tijdperk van het Rationalisme en de Aufklarung en later dat van het materialisme deden haar zich in trotsche zelfgenoegzaamheid tevreden stellen met het ideaal van een zuivere natuurwetenschap te zijn, waarin voor geestelijke factoren geen plaats was.

En nu zien wij het merkwaardige feit gebeuren, dat er zich langzamerhand ook een kloof gaat ontwikkelen tusschen haar en de groote massa, die door dezelfde oorzaken aan het geloof in een Bijzondere Openbaring ontzonken is. Want de mensch blijft een religieus wezen, ook al heeft hij den eenigen waarachtigen God, zooals Hij Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard, den rug toegekeerd. Hij kan op den duur ^een vrede hebben met het louter aardsche en daarom gaat hij toch zoeken naar wegen om daar boven uit te komen, . Al breekt hij dan met de primitieve voorstellingen van het oude heidendom, hij blijft toch' gelooven aan geheimzinnige krachten en machten, die het heelal beheerschen en die met het redelijk verstand niet zijn te doorgronden.

Dit is dan ook de reden, waarom allerlei magische beschouwingen onder het volk blijven voortleven, ook al ontwikkelt de geneeskunde zich steeds meer in de richting van een zuivere natuurwetenschap. Bovendien werken ook de gebrekkige inzichten en het weinig succesvolle optreden van de meeste pracüseerende artsen in de zeventiende en achttiende eeuw, voor wie de medische wetenschap nog te weinig gevorderd was om haar resultaten aan het ziekbed te demonstreeren, er toe mee, dat het groote publiek slechts matig vertrouwen toonde in de prestaties van den geneeskundigen stand. Toen dan ook Mesmer in de tweede helft van de achttiende eeuw een geheel ander geluid liet hooren dan men in die jaren gewend was en met beschouwingen kwam, die ook door haar resultaten den drang naar het geheimzinnige en bovcnnatuiu-lijke bevredigden, werd hij als een nieuwe wonderdoener ook door kringen, die prat gingen op hun verlichte inzichten, met groote vereering binnengehaald.

Nu zijn het evenwel geen goden of daemonen meer, wier mysterieuze gangen en bedoelingen men tracht te kennen. De ontwikkeling der natuurwetenschappen heeft een ander wereldbeeld te voorschijn geroepen. Uit de werking van onpersoonlijke krachten wil men nu het leven verklaren.

Ook Mesmer is in dit opzicht kind van zijn tijd. Maar hij heeft geen vrede met de gangbare mecha­ nistische beschouwingen zijner wetenschappelijke tijdgenooten. Hij zoekt naar een kracht, die het heelal vervult en alles en iedereen haar levensprincipe meedeelt.

Tenslotte meent hij die in de magneet gevonden te hebben. Het gelukt hem daarmee genezingen tot stand te brengen. Maar in 1773 bemerkt hij, dat het mogelijk is, ook zonder dit instrument het ziekteproces te beïnvloeden. Door methodische bewegingen met de hand is hij in staat nog betere resultaten te verkrijgen.

Ook in den mensch schuilt dus een kracht, analoog aan die van den magneet. Hij geeft daaraan den naam van dierlijk magnetisme. En hij leeraart, dat ons heelal geen leege krachtlooze ruimteis, maar dat het doorstroomd wordt door geheimzinnige golven, die ook den mensch rdet onberoerd laten. Ze kunnen zelfs op een bepaalde wijze van het eene individu op het andere worden overgedragen. Mesmer spreekt van een fluïdum, dat de magnetische spanningen draagt en overbrengt. Uit de vingertoppen van den magnetiseur vloeit het in het zieke lichaam, dat daardoor geprikkeld wordt. Deze prikkeling voert bij langere inwerking tot een crisis van verschillenden aard. Herhaling van zulk een crisis leidt tot een steeds lichter worden der aanvallen. Tenslotte blijven deze uit. Dit is het teeken, dat de zieke hersteld is. Want een ge^ zond lichaam neemt de inwerking van het fluïdum niet waar. Met de genezing verdwijnt de magnetische overgevoeligheid. De oorspronkelijke hai-monie is weergekeerd.

Geweldig is de opgang, die Mesmer maakt. In Parijs viert hij zijn grootste triomfen. Verschillende vereenigingen worden opgericht, die het magnetisme verdedigen en propageeren. In eigen inrichtingen behandelt hij honderden lijders.

De wijze, waarop dit geschiedt, is uiterst dramatisch en draagt in alles de kenmerken van een magische handeling.

Hier zitten patiënten om een vlakke badlcuip, waarin volgens voorschrift glaspoeder, ijzervijlsel en gemagnetiseerd water geworpen zijn. Ook een paar gewijde flesschen en steenen mogen niet ontbreken. De zieken drukken ijzeren staven tegen het lichaam, hebben een strop om den hals, die van een paal naar beneden hangt, en houden elkaar bij de duimen vast.

Daar worden andere patiënten door een dokter met zijn vingertoppen over bepaalde lichaamsdeelen bestreken.

Sommige van hen vertoonen reeds de crisisverschijnselen: ze krijgen toevallen, beginnen te beven of te huilen. Men hoort gillen en lachen. Er zijn er, die zich in allerlei mogelijke bochten wringen. Een enkele zit er bewegingloos en als versuft bij ter neer.

In eén woord: het geheel maakt den indruk van een uitzinnige, betooverde wereld.

De „officiëele" geneeskimde houdt zich verre van dit bedrijf. Zij ziet daarin niets meer dan verbeelding en inbeelding, een soort van bedrog en goochelai-ij. Zij weet er niets mee aan te vangen, omdat de verklaring, die Mesmer van het „dierlijk magnetisme" geeft, zoo geheel valt buiten de begr'ippen en voorstellingen, waarmee zij gewoon is te werken.

Maar daarmee ontgaat haar "de beteekenis van Mesmer's optreden. Eerst vele jaren later zal de wetenschappelijke geneeskunde daarin toch iets meer zien dan een soort bedrog. Al zal zij afwijzend blijven staan tegenover Mesmer's methode van behandeling en verklaring, niettemin zal het haar straks ook duidelijk worden, dat in deze figuur een van de baanbrekers der moderne psychotherapie te herkennen valt.

Intusschen voeren de experimenten met het „dierlijk magnetisme" tot een nieuwe ontdekking. Het is Mesmer's leerling, de markies van Puységur, die op een goeden dag bij zijn proefnemingen een wonderlijke ervaring opdoet, die geheel buiten het gewone kader valt. Terwijl hij bezig is met het magnetiseeren van een boerenjongen, bemerkt hij, dat de zoo bekende crisisverschijnselen uitblijven. In plaats daarvan valt de jongen in slaap. En het is niet mogelijk hem daaruit te wekken. Tenslotte roept de markies hem toe, dat hij op moet staan. En inderdaad, de slapende staat op, maar met gesloten oogen, geheel als een slaapwandelaar. Puységur stelt hem vragen en deze worden prompt beantwoord. Hij geeft hem enkele opdrachten en zonder falen worden ze uitgevoerd. De markies begrijpt er niets van. Straks tracht hij ook bij andere personen zulk een slaaptoestand op te wekken. Eji ook bij deze slaagt hij. Zelfs voeren deze menschen, als de „magnetische slaap" bij hen is opgeheven en zij hun bewustzijn volledig hebben teruggekregen, de bevelen uit, die hij hun in den slaap had gegeven. En daarbij doet zich ook nog het merkwaardige feit voor, dat al die proefpersonen zich niets herinneren van wat er gedurende den tijd, dat zij sliepen, met hen geschied is. Zelfs van de herkomst der opdrachten, die zij later in wakenden toestand ten uitvoer brengen, blijken zij totaal onkundig. Hun handelen geschiedt geheel automatisch.

De ontdekking van Puységur baart groot opzien. Maar vóórdat men zich in Frankrijk goed rekenschap heeft kunnen geven van de beteekenis van de ontdekking van den „magnetischen slaap", niet het minst in verband met Mesmer's beschouwingen over het bestaan van een magnetisch fluïdurn, breekt daar in 1789 de Revolutie uit. Het is thans gedaan met de belangstelling voor de nieuwe geneeswijze, vooral daar zij juist onder de vertegenwoordigers van het „ancien régime" haar voornaamste aanhangers ^andt.

Het is in Duitschland, dat men den afgebroken draad weer opvat.

Aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw beleeft men daar de dagen der Romantiek. De ziel en alles, wat daarmee samenhangt, staan in het middelpunt der belangstelling. Geen wonder, dat men zich daar aangetrokken gevoelt tot wat Mesmer en Puységur aan het licht hebben gebracht. Vooral de „magnetische slaap" maakt indruk. Men neemt haar op in zijn beschouwingen over het zieleleven. Men maakt onderscheid tusschen bewuste en onbewuste belevingen, tusschen een z.g. dagzijde en een z.g. nachtzijde van de ziel. In den „magnetischen slaap", die door James Braid later hypnose zal genoemd worden, zou die nachtzijde het meest ongestoord naar boven komen. E, en soort tweede ziel zou zich daarin openbaren, die als een geheimzinnige mysterieuze macht andere wegen gaat dan die van het bewustzijn met zijn redelijk denken.

Wij beluisteren hier opvattingen, die later ook in de moderne wetenschap gemeengoed zullen worden. Stralis zullen zij bij Freud tot een geheel systeem worden uitgewerkt.

Maar de Romantiek blijft niet bij de vaststelling van een bewustzijn en een onderbewustzijn staan. Zij wil zich niet beperken tot het natuurlijk gegevene. Zij zoekt naar den geestelijken achtergrond der dingen. Haar vlucht gaat in tegenstelling met het wetenschappelijk denken der laatste eeuwen verre boven het aardsche uit. E, n zoo ontkomt zij ook niet , aan de bekoring van magische beschouwingen. Voor haar besef krijgt men in den toestand van trance, zooals deze zich in den „magnetischen slaap" en in het somnambulisme voordoet, contact met een wereld, die verre uitgaat boven die van de bewuste ervaringen. Men gaat gelooven, dat door middel van het „dierlijk magnetisme" en de hypnose de onthulhng plaats vindt van eeuwenoude geheimen, die vroeger in waarzeggerij en tooverij hun uitdrukking vonden.

En ZOO' komt men er toe, groote waarde te hechten aan de openbaringen, die het medium In

zulk een toestand van trance weet te geven. Men gelooft, dat de toekomst zich daarin kenbaar maakt. Ook twijfelt men er niet aan, of de somnambule kan door een soort introspectie niet alleen het innerlijk van het eigen lichaam, maar ook dat van een ander doorschouwen en daarom ziekten onfeilbaar diagnosticeeren. Vertrouwend op zijn „hooger kenvermogen" brengt men hem geblinddoekt in een apotheek en laat hem daar het geneesmiddel voor een bepaalden zieke aanwijzen. De verwachting leeft, dat hel langs dezen weg zal gelukken lot een beter herlcennen en een meer effecLief behandelen van ziekten te komen. In de z.g. Romantische Geneeskunde vindt deze beweging haar exponent.

Maar weer houdt de „officiëele" geneeskunde zich afzijdig van dergelijke beschouwingen. Zij verwerpt ook de hypnose als een mogelijk nieuwe bron van kennis voor haar handelen, nadat zij haaieerst reeds als methode van behandeling had afgewezen. Zij blijft in heel die dweeperij met magnetisme en somnambulisme een aanslag zien op haar eenmaal met zooveel moeite gewonnen natuurwetenschappelijke basis. De vrees, voor de tyrannic van het onklare denken en van onbewezen raystische voorstellingen, die haar ontwikkeling zoo lang hadden tegengehouden, doet haar zelfs vijandig tegen deze romantische strooming staan. Ook wanneer een Deleuze en een Von Reichenbach pogen aan het „dierlijk magnetisme" een oogenschijnlijk natuurwetenschappelijke basis te geven, onderkent zij maar al te spoedig, hoe voor beider uitgangspunt geen natuurwetenschappelijk bewijs te geven is. In een dergelijke situatie blijft zij derhalve haar afwijzende houding handhaven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's