GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Laten derhalvf ook zij, die naar den wil van God lijden, hunne zielen aan den getrouwen Schepper overgeven, steeds het goede doende". I Petr. 4 : 19. (Vert. N. B. G.).

BEVEEL GERUST UW WEGEN. . .

II.

Er zijn er die lijden naar den wil Gods. Het zijn die rechtvaardigen die nauwelijks, die niet zonder moeiten, zalig worden. Het is de kerk die naar den wil van God, een nauwen weg krijgt te gaan. En die door het geloof bereid is om met dien weg verzoend te wezen. Die, ook langs den nauwen weg, haar gebed niet verleeren wil: , , Leer mij naar Uw wil te handelen"..

De apostel Petrus mag de kerk langs dien eg bemoedigen. Niet op deze manier dat hij eggen moet: het zal wel meevallen.

Want een weg over deze aard? , en door deze ereld kan voor de kerk niet meevallen. Daar is de weg niet'breed genoeg voor. Neen Petrus ag de kerk bemoedigen door haar te zeggen: boven uw weg over deze aarde en door deze wereld staat de hemel. En in den hemel is God. En God is de Schepper.

God is de Schepper. Wat wil dat in dit verband nu zeggen? Wel, dat Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, vanuit den hemel ook alle wegen op de aarde maakt. Ook den weg der kerk. En dat Hij bepaalt en bepalen mag hoe breed of hoe smal alle wegen op aarde zullen zijn.

En dat niet alleen. Want dat God de Schepper is, dat beteekent maar niet alleen dat Hij alle dingen maakt, maar het beteekent ook dat Hij aan alle dingen een bestemming geeft. Hij maakt alle dingen met een bepaald doel. En naar de almacht van Zijn Schepper-zijn doet Hij alles, dat doel, door Hem gesteld, bereiken ook.

De Schepper, — Hij maakt niet alleen alle wegen op aarde en Hij bepaalt niet alleen hun maat en hun hoedanigheid, maar Hij geeft aan alle wegen ook hun richting. Hij rnaakt het begin en Hij stelt het einde er van vast, en Hij zorgt er voor, naar de almacht van Zijn Schepper-zijn, dat alle wegen op aarde niet alleen beginnen waar Hij wil, maar ook juist daar eindigen waar Hij wil.

Zoo voor-ziet de Schepper in de wegen op aarde.

En nu de weg der Kerk. Die nauwe. Die projecteeren de menschen maar niet. De kerkmenschen niet. En de menschen van, , de wereld" ook niet. Geen schepsel 2: al uitmaken hoedanig de weg der kerk zal zijn. Want God is de Schepper, ook in dezen. Die boven den wil en het vermogen van menschen uit. Zijn eigen plan ook voor een weg der kerk uitvoert.

Zoo maakt Hij ook dezen weg. En zoo bepaald Hij de richting ervan. Hij maakt het begin en Hij stelt het einde. Het einde dat in den hemel reikt. Want, al is het niet zonder moeiten, de rechtvaardigen worden zalig. De Zoon Gods vergadert zich een gemeente tot het eeuwige leven.

Dat is dus de zorg Gods, de zorg van den Schepper, dat de weg der kerk, die nauwe, heenleidt en heenvoert naar de ruimten van het eeuwige léven. En al zijn er nu engten in den weg, die niet zonder pijn te doorworstelen zijn, al zijn er nu krommingen in, die niet zonder teleurstellingen door te komen zijn, dit alles bij elkaar is geen belemmering daarvoor dat de weg aan het einde komt door God bepaald. Alles van dien weg is verbonden aan dat einde. En het is de trouw van den Schepper dat Hij er voor zorgt en voor zorgen zal dat alles aan dat einde verbonden blijft ook. Het is Zijn trouw dat Hij Zijn eigen gemaakt bestek niet wijzigt. Dat Hij aan den weg geen andei: doel, geen ander einde geven zal. Zoomin de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, zoo min zal blijken dat de weg der kerk in haar einde aan iets anders verbonden zal zijn dan aan dien hemel zelf. Want de Schepper, die den weg gemaakt heeft en haar einddoel bepaald heeft, is de getrouwe Schepper die het doel niet veranderen zal.

En nu herinnert Petrus hen die lijden naar den wil Gods, hen die den nauwen weg der kerk gaan, er nog eens aan dat zij „steeds het goede rrioeten doen". Het is geen weg waarlangs men handelen kan naar eigen believen. Het luistert er zeer nauw. Dus, wat voor God goed is, dat kan er mee door. Iets anders niet.

En uit de trouw waarmede de kerk dit goede steeds wil doen, zal moeten blijken dat zij met den nauwen weg verzoend wil zijn.

Ja ook in dezen laat de apostel Petrus geen tittel of jota van de regels voor het verkeer langs dien weg vallen.

Maar met dit alles en door dit alles heen. klinkt er nu een diepe, al het andere dragende ondertoon van bemoediging in zijn woorden door. Want hij wil maar zeggen: deze weg is Gods weg. En het verloop van dezen weg is Gods vooruit-bepaalde verloop. En als de Schepper voorziet Hij in het einde ervan. Het einde dat niet nauw meer kan wezen (vs. 13).

En daarom: wie nu volhardt in het doen van het goede, wie den weg aanvaardt, die mag nu langs den weg dien hij gaat zijn ziel aan den getrouwen Schepper toevertrouwen. Die mag zichzelf .zooals hij is, met al het zijne, aan dien getrouwen Schepper overgeven. Die mag zichzelf bij Hem deponeeren, bij Hem wegleggen. Die mag met zijn weg, in den getrouwen Schepper schuilen.

Neen, niet zonder steeds het goede te doen, d.i. in zekeren zin: niet zonder de „zwarigheid" van den weg altijd weer te aanvaarden, maar wie daarin op den weg blijft die mag zoo tegelijk en juist daarin blijven in Hem, Die den weg gemaakt heeft en bepaald.

In de binding aan den weg ligt tegelijk de binding aan den Schepper van den weg. In het opnemen van de zwarigheden van den weg ligt de overgave aan den Maker van den weg.

En dat is nu bemoediging: weet u op den weg aan Uwen Schepper verbonden. En blijft in Hem. Dan zijt ge van uw weg hier niet verlost, ge wilt het zelfs niet, maar dan weet ge wel dat dit de weg ter verlossing is. Dan zijt ge van uw lijdens-weg niet af, maar ge weet dat dit de weg is naar de heerlijkheid. Dan is de weg niets breeder geworden, maar ge ademt vanuit de verwachting van de ruimten waarover de Schepper beschikt. Want ge weet u met uw weg aan die verlossing, aan die heerlijkheid, aan die ruimten verbonden. Ge weet dat lai^gs dézen weg God met u streeft naar het einde. En dat Hij in dit Zijn streven getrouw zal zijn. Van richting noch van doel veranderen zal.

Daarom er zijn er die lijden naar den wil van God. Er is een kerk die een nauwen weg gaat. Maar boven dezen weg staat de hemel. En in den hemel is God. En Die zegt: — en wat Hij zegt drukt Hij uit in den éénen Naam, die onder den hemel tot zaligheid gegeven is, in den Naam Jezus Christus —, Die zegt: Uw weg is er niet buiten Mij om, het begin niet- en de voortgang niet en het einde niet. En Ik ben zoo getrouw als sterk om alle dingen, ook van den nieuwen weg der kerk, mede te doen werken ten goede.

En als we dat hooren dan zullen we geen kansen der kerk meer berekenen, niaar dan zullen we gelooven. En vertrouwen. Dat is ons aan Hem verbonden weten. Die zich in den weg niet vergist.

En niet vreemd zal het zijn om met den weg der kerk, dien weg Gods, verzoend te wezen.

Dien weg waarlangs gezongen is en vóórgezongen om nog nagezongen te worden: , , Weigelukzalig is de mensch, die op U vertrouwt". (Ps. 84).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's