GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaat henen; zie, Ik zend u als lammeren in het midden der wolven. Luc. 10 : 3. En Hij zeide tot hen; Ik zag den Satan als een bliksem uit den hemel vallen. Luc. 10 : 18.

DE MACHT VAN DE ONGEWAPENDEN, DIE GEHOORZAAM WAREN.

Het Koninkrijk der Piemelen, dat in Jezus Christus naar deze wereld gekomen is, is ook aangekondigd door de zeventig discipelen, die twee aan twee worden uitgezonden door het Joodsche land.

De Koning laat allerwegen weten, dat Zijn rijk in strijd is met het rijk der duisternis, en dat Hij in plaats van verdrukking en rechtsverkrachting en oorlog, zal brengen opening der gevangenis, gerechtigheid en vrede.

Maar het betreft hier een rijk, dat niet van deze wereld is.

De zeventig, die het land doortrekken, zijn in hun uitrusting althans, geen vertegenwoordigers van een schitterenden blinkenden koning. Ze vormen geen gevaar voor andere rijken der aarde. Zij zijn in den meest volmaakten zin weerloos en van alle kanten kwetsbaar. Geld hebben zij niet bij zich, reisbenoodigdheden ontbreken hen. Ze mogen het ook niet hebben. De Koning, die hen zond, heeft het uitdrukkelijk verboden. , , Gaat heen, zie Ik zend u als lammeren in het midden der wolven". Er is geen kans voor hen, dat zij met hun boodschap zullen slagen in de wereld, die in den greep van den Booze ligt. Het is de grootste dwaasheid, die zich denken laat! Ze staan kansloos als lammeren in een kring van opdringende wilde dieren. Waarlijk, van zoo'n koninkrijk kan men alleen zeggen, dat het niet van deze wereld is. Het komt niet met uiterlijk gelaat. Men zal niet zeggen: ..Zie hier en zie daar"! Deze koning komt als Vredevorst. In Zijn wapenschild prijkt geen leeuw met een pijlenbundel, ook geen adelaar, die zijn prooi in de klauwen heeft, maar een lam. Deze Koning is zeer zachtmoedig, en maakt geen gedruisch en roept niet op de straten. Het gekrookte riet verbreekt Hij niet en de rookend'e vlaswiek bluscht Hij niet uit. Hij zegt: , , Predikt het koninkrijk Gods. En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede zij dezen huize! En in wat stad gij zult ingaan, geneest de kranken, die daarin zijn. en zegt tot hen: ., Het koninkrijk Gods is nabij u gekomen".

En nu kan men zeggen, dat deze gezanten ook met gericht komen. Maar is die gerichtsvoltrekking van beteekenis in een wereld, die alleen maar zwicht voor geweld? Zij doen dan, blijkens den tekst niets anders dan preeken. Ze zeggen, tot de stad, waar zij niet ontvangen worden: , , Ook het stof, dat uit uwe stad aan ons kleeft, schudden wij af op ulieden". Dat wil zeggen: we snijden alle gemeenschap met u af. Het koninkrijk is tot u gekomen, maar gij staat daarbuiten. Welnu, is dat niet het machteloos gebaar van een, die uit de verte dreigt met een oordeel, dat komen zal, maar die onmachtig is het oordeel werkelijk te brengen, het waarlijk in te dragen in de wereld? En kan een koninkrijk, dat onmachtig is, om de daad te stellen in het heden, de wereld overwinnen met een speculatie op de toekomst?

De wereld is in den greep van den Satan. Ze is tot stikkens toe geladen met ongerechtigheid en onwaarachtigheid en doodelijken haat. Ze is vol macht en grootheidswaan, die de herauten straks dood zullen slaan op de straten. Het zijn dan toch maar dwaze herauten, die daar tegenover niets anders weten te zetten dan zegenende handen en een preek of eén soort banformulier. En laat ze straks nog jubelend terugkeeren, nog even verder, en ze zullen hun boodschap betalen met hun leven. Straks liggen ze uiteen gereten en verscheurd temidden der wolven.

Als slachtschapen.

Maar dat ongewapende koninkrijk wordt juist zóó in zijn weerloosheid, het oordeel der wereld.

Wie profetisch ziet. ontwaart in die herauten geen weerloosheid, maar ziet ze in de kracht van Elia beschikken over het vuur van den hemel. Zij halen den Satan van zijn verheven troon.

Want als die zeventig terugkeeren, dan zegt Christus: Ik zag Satan als een bliksem uit den hemel vallen. Ik zag: blijkens den Griekschen tekst kan dat hier niet anders beteekenen dan een voortdurend zien, een steeds-maar-weerdoor-zien. Christus zag voortdurend, telkens weer als zijn dienaren op aarde iets verrichtten, een zegen uitspraken of een mensch beter maakten, dat Satan viel. In hun zachte gebaar van opgeheven handen werkte zich uit de vrede van het koninkrijk Gods. In hun woorden kwam het koninkrijk der hemelen mee. en werd inderdaad het rijk van den booze vernietigd. Hun daden en woorden schenen slechts machteloos, ze waren in werkelijkheid geladen met de energieën van den jongsten dag. die de sterren van den hemel werpt en de zon verduisteren doet.

Het profetisch oog van den Christus ziet. dat dezelfde krachten, die in het eindgericht den satan werpen in den poel van vuur en sulfer dat diezelfde krachten en energieën werken in de woorden van die zeventig, hetzij ten vloek hetzij ten zegen. En zoo zullen wij nooit de resultaten van de prediking uitsluitend verleggen naar de toekomst. Als de Satanische machten in het eindgericht plotseling' ineenstorten, dan zal dat de uitwerking zijn van wat er toen en nu gewerkt is door de eenvoudige gehoorzame prediking van het Woord. Wie profetisch schouwt, ziet een groote lijn loopen, van wat daar gebeurde in de vlekken en steden van den Jordaan over een kerkdienst anno 1945 naar het eindgericht over den Satan.

En in dat alles werken dezelfde krachten, de krachten van Jezus Christus. Die een val en een opstanding is. de menschen ten hemel voert en naar het eeuwige vuur. Door die krachten kon Hij, volkomen ontledigd, als een Lam ter slachting geleid, omringd door varren en stieren en honden van Ps. 22. in die ontlediging Satan den kop verpletteren. Daar op Golgotha, is de ontraadseling van het geheim van het Lam tusschen de wolven, zonder geld, zonder kleeding, zonder drank en voedsel, niemand groetend op den weg dan zijn God, en die juist zóó den Satan definitief vernietigt en den genadeslag toebrengt.

Die Christus is tenslotte ook de ontraadseling van het geheim van dat machtig effect van de prediking der apostelen, die in de Satanische wereld de Kerk hebben geplant. Ongewapend en weerloos gingen ze de wereld in, hebben het offensief geopend door den Naam van Christus uit te roepen over de volkeren en het is dynamiet geweest onder de poorten der hel.

Wij moeten geloof hebben en een onverwoestbaar vertrouwen in de prediking van het Woord van de Kerk in de wereld.

Dat Woord doet wat. Dat Woord heeft effect. Dat Woord brengt genade aan. Dat Woord draagt gericht naar de menschen.

Wie daar niet aan wil, zal altijd weer trachten den Booze op andere wijze te wederstaan. Zoo een wil wapenen, die zichtbaar zijn. Vlak voor onzen tekst staat het verhaal van twee discipelen, die het vuur van den hemel wilden doen nederdalen over de Samaritanen, die Christus verwierpen. Ze hadden alleen vertrouwen in het tastbare, zichtbare vuur. Maar Christus bestrafte ze. Er is geloof voor noodig, om te zien, dat onder een gewone preek of door het formulier van den ban het oordeel dieper voltrokken wordt, dan vuur van den hemel het vermag.

Wij zullen niet grijpen in dezen moeilijken tijd naar andere middelen, om den Satan te wederstaan, dan die God ons gegeven heeft: Zijn Woord.

Dan worden we nooit zenuwachtig, als ons vele dingen ontnomen worden: Kerkgebouwen en scholen en Universiteiten. Dan staan we af van alle valsche machtsvorming op kerkelijk en sociaal en politiek terrein. Dan prediken we daar overal als profeten, die zich geroepen weten, de wil des Heeren, de wet van het Koninkrijk Gods, de waarheid en gerechtigheid.

, , Zie, Ik zend U als schapen temidden der wolven". Zonder buidel, zonder een dak boven het hoofd, zonder prominente figuren.

Maar het Woord gaat met ons mee en het Doopwater aan ons voorhoofd.

En we gelooven in het wonder, dat in de trouwe Wóordbediening van de Kerk, op alle terreinen des levens, de krachten zijn, die het rijk van den Satan ondermijnen, haar poorten eens vallen doen.

We gelooven in het wonder, dat God lammeren beschikt, om Satans te vernietigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's