GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hooggeachte Redactie! De vermelding van den naam van Ds van Wijk in mijn adres aan de Synode van ZwoUe is in t verband waarin het voorkomt, ten onrechte geschied.

Ik meen dit openüjk te moeten erkennen en aan. Ds van Wijk mijn verontschuldigingen aan te bieden.

Met dank voor de opneming.

Axel 22 Sept. ’46.

J. S. POST.

Zeer Hooggeachte Prof.,

Om de vrijmaking te bestrijden, gebruikt Ds Oomkes cm. dit argument: „Prof. Sch. heeft in '43 aan de Synode geschreven „Tussehen U en mij, bestaat geen coiifessioneel verschil" ". Is dit waar, en in welk verband heeft U dat geschreven?

Ik heb hiet, in de door U geschreven en uitgegeven brieven niet kunnen lezen.

Met de meeste hoog'achting

voor Uw persoon en werk

Wolpheze Stichting 27.

G. J. VAN ENK.

NASCHRIFT. Het verhaaltje, ook opgedischt door ds Meynen, e.a. is natuurlijk onzin. Ik schreef in antwoord rV op de beroemde vijf vragen (blijkbaar kennen de Ihberen die het volk „voorlichten" de stukken niet eens) het volgende:

A. De vierde vraag luidt:

„Of gij belooft, niets te zullen leeren, wat met de leeruitspraken van de Synode van Sneek-Utrecht niet ten volle in overeenstemming is? "

B. Bij het indenken van deze vraag overwoog ik o.m. het volgende:

1. In mijn brief van 13 December 1943 gaf ik te kennen, dat in deze uitspraken, naast andere, die ik zonder critiek kan aanvaarden, er ook enkele zijn, waarop ik wel aanmerking heb. Grootendeels beperkt zich dit bezwaar evenwel tot bedenkingen, die, ofschoon roepende om theologische aanvulling van deze uitspraken ter aanwijzing en verwerking van m.i. niet uitdrukkelijk in aanmerking genomen schriftgegevens, toch op zakelijk confessioneel verschil niet teruggaan, al betreur ik ook, dat een enkele uitdrukking, die in de Toelichting verscholen bleef, niet in den tekst zelf opgenomen werd, waar ze m.i. thuis behoorde, gezien den wil der Synode van 1936.

2. Omdat evenwel Uw vraag spreekt van „de" leeruitspraken, en deze redactie der vraag mijn categorisch antwoord bindt, heeft in dit kader nadere aanwijzing van zulke punten geen zin.

3. In denzelfden brief gaf ik te kennen, dat naar mijn meening speciaal de aan 1905 ontleende uitspraken, vooral nu hun letterlijke tekst bindend was verklaard, wat in 190S niet geschied was, innerlijk tegenstrijdig en deels onjuist waren.

4. Deze bewering sluit zonder meer in, dat, haar juistheid ondersteld zijnde, niemaiid, een conflict met deze uitspraken kan vermijden, ook al begeert hij zulks. Ook ik niet. Tegen wat innerlijk tegenstrijdig is, botst te gelegener tijd ieder.

5. Tevens houdt ze in, dat niemand een conflict met deze uitspraken mag vermijden, zoo vaak n.l. de plicht op hem komt rusten, zich uit te spreken aangaande het probleem, waarmee de onjuist geachte uitspraak zich occupeert; het probleem, gezien in zijn logische samenhangen. Ik gaf aan, op welk punt ik onjuistheid meende te zien.

6. Zoowel in prediking als in wetenschappelijk onderricht en betoog kan en sal zoodanige plicht op mij komen rusten.

7. Hetgeen iemand onmogelijk schijnt te wezen, en ongeooroorloofd, niag hij niet beloven.

8. De eisch van eerlijkheid en klaarheid in het kerkelijk belijden en in de oefening van de vrijheid van het „profeteeren" verbiedt ook, den schijn aan te nemen, alsof men zelf gelooft, in volle overeenstemming te zijn met gemelde uitspraken, als totaal, terwijl men in feite ieder ertegen ziet aanbotsen. Zulke stille sabotage ware onzedelijk. En gebruikmaking van het feit, dat hier en daar de eisch van binding on-officieel wordt omgezet in den toch eigenlijk heel anderen eisch van niet-expressis-verbis-weerspreken, ware mede verontreiniging van de toegangspoorten der kerk in haar ambtelijken dienst. Juist dit besef bracht mij ertoe, mij tot de kerkeraden te wenden met mijn bekenden brief.

9. Een belofte, als thans van mij geëischt wordt, wordt niet van anderen door U afgevergd. Toch zijn er anderen, van wie U evenzeer als van mij bekend is, dat zij, evenals ik, de desbetreffende uitspraak innerlijk tegenstrijdig en deels onjuist noemen.

10. Zelfs nadat U besloten hebt, mij bovenstaande vraag voor te leggen in ultimatieven vorm, hebt Gij eveneens beslist, niet in te gaan op de officieel aan U zelf schriftelijk gedane mededeeling van een broeder, dat hij zich naar Uw jongste beslissing aangaande het „niets leeren wat niet ten volle in overeenstemming is" niet kon voegen.

11. Ook deze ongelijkheid van behandeling is verwerpelijk. C. Op grond van deze en andere overwegingen is mijn antwoord op de gestelde vraag: neen.

Tot zoover antwoord IV. Onze inzender ziet dus, dat ds O. fantasieën napraat. B. 1. slaat op een DEEL van de uitspraken van 1942 (zestien in getale), een DEEL van de 16. En in punt 3 komt dan ter sprake de reeds eerder geuite bewering, dat, voor wat het andere deel betreft, een bepaalde uitspraak innerlijk tegenstrijdig EN ONJUIST is. Het uitspraakje was gemaakt tot leer-uitspraak (zoolang het duurde). Er was dus wel degelijk een confessioneel verschil met een bindende synode. — Als ik zeg, dat een deel van wat Hitler in zijn boeken zegt niet op zakelijk confessioneel verschil teruggaat, moet dan ds O. beweren, dat volgens mij tussehen Hitler en mij geen confessioneel

verschil bestaat?

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 oktober 1946

De Reformatie | 8 Pagina's