ECCE HOMO.
Wij gristen gretig vmohien wit den hof des ^ [Heeren, è verachtten laf ons ambt, verlieten onzen post; § omhingen 't kale lijf met koninklijke Meeren, èterwijl Gij, Koning.' zelf met spotkleed wordt § \ [gedost, è
Wij weigerden hartstochtelfk in heet è Ibegeeren g) en swoelen lust naar zondes zoeten è [zwijmelmast, § den vreugdedrank t' ontvangen uit de hand è [des Heeren, § nMMr dreinden om den draf, die. Heer.' Uw ^ Idorsten fcosi.
Door 't purp'ren lor, V om de naakte leen $ [geslagen, hlaat Gij verloren zoons het fijnste lijnwaad g> [dragen. ^ Uw felle dorenkrans doet onze kronen blinken, g)
Om, helsche hitte, die Uw groene hout gaat § [schroeien, (& mag 't dorre hout van onzen wingerd weer § [gaan bloeien. (|
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 mei 1947
De Reformatie | 8 Pagina's