KORTE BERICHTEN

— SCHORSING DOOR ONBEVOEGDEN. De deputaten voor correspondentie met de hooge overheid vanwege de generale synode der gebonden kerken hebben zich bij den minister van Justitie erover beklaagd, dat Tribunalen, onbevoegd in dezen, hebben ingegrepen in de rechten „der kerk" door predikanten te ontzetten uit hun ambt. Wij, deelen dat bezwaar van deze deputaten maar wijzen erop, dat zij zelf zich aan het afgewezen kwaad hebben schuldig gemaakt, door óf zelf deel te nemen öf door hun approbatie goed te vinden, dat vergaderingen, die volgens het geldend kerkrecht eveneens onbevoegd waren, de rechten der kerken hebben geschonden door schorsing en afzetting, met volstrekten voorbijgang zelfs, van de daartoe volgens de K.O. alleen bevoegden.

K. S.

— „HOMINES LUDENTES". Van harte instemmende met het onder bovenstaanden' titel geplaatste artikel van D.E.C, in „De Reformatie" van 14 Juni 1.1. meen ik er op te mogen wijzen, dat het door. D.E.C, genoemde drietal „H.L.P." in hun streven niet aUeen staat.

Een mijner kinderen, die een Nat. Chr. Mulo-school bezoekt, kwam in den loop van dezen winter thuis met een op school uitgereikt biljetje waarin financieele steun werd gevraagd, voor de stichting (Nu moet ik zeggen „Helaas", heb ik dit biljet in de prullemand gedeponeerd, want nu kan ik den naam der stichting niet noemen). Deze stichting heeft ten doel onze Chr. jeugd meer cultuur en kunstgevoel bij te brengen en zou haar programma aanvangen met een sprookjesvoorstelling in „Scala". Voor wie Den Haag niet kent zij meegedeeld, dat „Scala" hier het centrum van wereldvermaak is. Onmiddellijk heb ik hierop gereageerd, door aan het hoofd der school m'n bezwaren mede te deelen tegen het uitreiken van dergelijke pamfletten op een Chr. school en schreef daarbij o.m., dat wij' als Chr. ouders mede om onze doopbelofte, die toch niet slechts een looze formule is, zoo getrouw mogelijk na te komen, onze kinderen naar een Chr. school stuurden, meenende, dat'-zij daar zoo veel mogelijk tegen wereldgelijkvormigheid zouden worden behoed. En zie, nu komt daar vanaf de Chr. school een dergelijk pamflet m'n deur binnen.

Direct na m'n schrijven, is, volgens mijn zoon, het hoofd der school doorgegaan met de mededeeling dat, wie op dat pamflet van de Stichting inging, dit voor eigen rekening doet. Zelf kreeg ik het mij maar matig bevredigend antwoord, dat hij, (het hoofd) deze pamfletten heeft doen verspreiden, omdat dit in overleg met andere hoofden van scholen overal zou gebeuren en ik bovendien niet moest vergeten, dat er ouders zijn, die met het doel der stichting wel instemmen. Mijn standpunt in deze kon hij echter wel begrijpen.

Van verschillende zijden tracht'men dus vat te krijgen op de Chr. jeugd, door allerlei middelen die met den eisch van Gods Woord „Ziet toe, dat gij niet wereldgelijkvormig wordt", (Rom. 12 : 2a) in flagranten strijd zijn. Ouders, weest waakzaam.

M. O.

— IN MEMORIAM. Ter opfrissching van dr J. Ridderbos' en anderer geheugen, en ter beantwoording van een ons gestelde vraag, of de hieronder vet gedrukte woorden HEUSCH waren geschreven, drukken we nog eens dit schoone stuk af: Aan den Raad van de Gereformeerde Kerk op de adreszijde vermeld.

Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders.

De Generale Synode, vergaderd te Utrecht op 2 Juni 1944, gevoelt zich gedrongen om in dezen bewogen tijd een enkel woord tot U te richten.

Om haar besluiten inzake Prof. Dr K. Schilder, welke zij als voor Gods aangezicht en na ernstig overleg en biddend genomen heeft, is in de Kerken een beroering ontstaan, die groote schade dreigt te berokkenen aan ons gansche kerkelijk en niet minder aan het persoonlijk geestelijk leven. De eenheid van het huis des Heeren wordt geschaad. De onderlinge liefde gaat onrustbarend kwijnen. Oneenigheid en wantrouwen dringen in de gemeenten binnen en verwijderen broeders en zusters van hetzelfde huis van elkander, en om dat alles wordt de naam des Heeren gesmaad en wordt de kracht gebroken, waarmede onze Kerken in het midden der wereld voor Zijn eer hebben uit te. komen.

Inzonderheid wil de Synode U wijzen op het feit, dat velen, die bezwaren hebben tegen genoemde beslissingen, — inplaats van zich alleen in den kerkehjken weg met hun gravamina te wenden tot de volgende Generale Synode, — zich handelingen veroorloven, waarin een onverantwoordelijke miskenning van het gezag der kerkelijke vergaderingen tot uiting komt; deze handelingen bestaan o.m. hierin, dat geschriften worden uitgegeven en verspreid, waarvan een deel in vorm' en toon lijnrecht ingaat tegen den eersten eisch der Christelijke liefde en wellevendheid, en die alle tegen de Generale Synode en haar besluiten actie voeren.

Dat dit alles in het midden der Kerken mogelijk is, moet ons allen met schaamte vervullen, en het stemme ons tevens tot diepe verootmoediging, dat met Christus' Kerk om al deze dingen door de wereld gespot wordt.

In dezen weg mogen de Kerken niet voortgaan opdat zij niet den toorn Gods over zich brengen. Daarom wekt de Generale Synode U met allen ernst op om alles in het werk te stellen, dat deze zondige weg verlaten worde, en zij vermaant U in den naam des Heeren tot broederlijke liefde en heilige eenheid, tot sterkere samenbinding en inniger beoefening van de gemeenschap der heiligen. Zij keert zich met alle kracht en waarschuwt U ten zeerste tegen iedere handeling, die den kerkelijken weg verlaat en ingaat tegen de autoriteit der kerkelijke vergaderingen. Zij bindt U op het hart elke actie in deze richting tegen te staan en in gehoorzaamheid aan des Heeren Woord U te onthouden van iedere beweging, die kerkontbindend zou werken en zij roept U met grooten aandrang op tot verootmoediging en gebed.

Wat ons vóór alles te doen staat is ons te vereenigen in een vurige smeeking tot den Heere, dat Hij onder ons krachtig werke door Zijn Geest, opdat alle zonden worden afgebroken door gerechtigheid, en de waarheid en de vrede onder ons bewaard blijven. Daarbij verwacht de Synode, dat gij vooral in deze weken, weUce voorafgaan aan het afloopen van den schorsingstermijn aan Prof. Schilder gesteld, onzen God zult aanroepen om den grooten nood van ons kerkelijk leven aan Hem op te dragen, om U in diepe verootmoediging voor Hem neer te buigen, en Hem te smeeken, dat Hij de tuchtoefening over Prof. Schilder moge bekronen met zijn Goddel ij ken zegen.

Hij vereenige ons tenslotte allen in de gemeenschappelijjie bede: oorgrond ons, o God en ken ons hart; beproef ons en ken onze gedachten. En zie, of er bij ons een schadelijke weg is en leid ons op den eeuwigen weg (Psalm 139 : 23, 24).

Met broedergroeten, namens de Synode:

Het moderamen:

Prof. Dr G. C. BERKOUWER, praeses.

Ds W. L. MILO, assessor.

Dr J. HOEK, scriba.

Dr E. D. KRAAN, scriba.

N.B. Het is de bedoeling der Synode, dat U bovenstaand schrijven van den kansel doet voorlezen op den eerstvolgenden Zondag.

Utrecht, 5 Juni 1944. HET MODERAMEN.

Tegenwoordig heet — ondanks' die publieke gebeden — zelfs die „getuchtigde": „waarde broeder". Denkt men dat wij geen memorie hebben? En óók „kerkje spelen"?

Dr G. C. BERKOUWER

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen