Openbaring 2 : 1-7

...... & chanson ie chanteray a vn seul Dieu tant que seray. (Calvijn, 1539.) i)

In ’t midden van de gouden kandelaren houd Ik uw sterren in mijn rechterhand. Ik weet uw werken in het jagen van de jaren, die komen moeten, eer Mijn toorn ontbrandt.

Ik weet, dat gij de kwaden niet kunt dragen. Gij zijt niet moede, gij proeft koorn en kaf. Gij hebt volharding om Mijn woord en wil te [vragen en nimmer werd de leugen u een staf.

Hoe kunt ge uw eerste liefde dan verlatenl Gedenk, vanwaar gij uitgevallen zijt. Doe d' eerste werken dan en ga uw lauwheid [haten, die u verlamt, wanneer ge voor Mij strijdt.

Ik kom en zal uw kandelaar verstoten, indien uw hart zich niet tot Mij bekeert. Blijf in de ware wijnstok, word geen wilde [loten, straks afgehouwen en door vuur verteerd.

De boom, des levens in Gods paradijzen zal vruchten dragen voor wie overwint, wanneer de Morgensterre blinkend gaat ver-[rijzen. Hoor, hoe de Geest u roept met vuur en wind.

1) Af en toe hopen we hier proeven van voor den volkszang bewerkte Schriftgedeelten te geven. Het bovenstaande motto kan men dus gevoegelijk zich denken als geplaatst boven M het geheel. — Redactie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen