PERSVERSLAG 2e SYNODE-WEEK

Zitting van Dinsdag 26 October.

In de verwachting, dat we dezen eersten dag der tweede zittingsweek een rijken oogst zouden zien btnnenlialen van aangenomen besluiten en conclusies op gereedgekomen rapporten, richtten we op dezen al guurder wordenden herfstmorgen onze schreden weer naar den Zuidstngel.

Hoe werden we in deze verwachting teleurgesteld. Trouwens het ontbreken van de professoren Schilder en Deddens deed ons zooiets reeds vermoeden!

De praeses opende deze zitting met het laten zingen van Psalm 66 : 4, las vervolgens het laatste deel van Jesaja 40 en ging voor in gebed.

Bij het appèl bleek, dat een tweetal Ouderlingen door hun secundi Is vervangen, n.l. Dr Jasperse In Leiden door br K. Pool in Schiedam en Ouderling L. J. Nelemans tn Zevenbergen door br F. Alkema In Maastricht. De praeses stelde voor en de vergadering besloot om H.M. Koningin Juliana het volgende telegram te zenden:

Majesteit,

De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken In Nederland in vergadering bijeen in de ZuldslngeLkerk te Amersfoort, Uwe Majesteit bij dezen verzekering gevende van hare oprechte aanhankelijkheid aan Haar en Haar Huis, bidt Uwe Majesteit toe, dat de Heere Haar geve de genade en de wijsheid, die Zij noodlg heeft om tn deze zware tijden ons volk te regeereh naar het Woord Gods tot heil van het Nederlandsche volk en tot verheerlijking van den Naam Gods. ^

Namens de Synode, (w.g.) VAN DIJK, praeses.

Vervolgens kregen de Synodeleden van den praeses het vermaan te hooren, om zich alleen op ordelijke wijze in het bezit te stellen van de gereed gekomen rapporten.

Een vertrouwelijk rapport, ingekomen van Commissie III dient in Comité te worden behandeld, doch de praeses wilde daaraan vooraf laten gaan de bespreking van een praealabele kwestie. Als echter in het moderameu de suggestie uitgaat om ook die in Comité te behandelen, zwicht de praeses daarvoor en wordt de vergadering met gesloten deuren voortgezet.

Als we in het lokaal, waar schrijfmachines tikken en de stencilmachine al wentelend de bedrukte vellen aflevert, een uurtje hebben samengeschoold onder het genot van een kopje koffie en onder den Indruk van het vele werk, dat er ook buiten de openbare zittingen om verricht wordt, zien we de Synode voor onze oogen als een groote splltvrucht in vier stukken uiteen vallen tot het houden van Commissievergaderingen, en met de troostende mededeellng van den Assessor, dat deze vergaderingen ook wel den heelen middag in beslag zullen nemen, spoeden we ons naar buiten, waar de laatste druppels van een overtrekkende bul neervallen en weldra het zonnetje ons weer tegenlacht. MS^^^P^f"

Zitting van Dinsdagmiddag.

De Synode begon deze zitting met een besloten vergadering.

Bij den aanvang der openbare zitting deelt de praeses allereerst mede, dat er een brief is binnengekomen van Dr H. J. Jager, waarin deze bericht, dat hij zijn benoeming tot hoogleeraar aan de Theol. Hoogeschool aanneemt.

De Synode neemt van dit bericht met blijdschap kennis. Br V. Oosterom stelt vervolgens, namens" Comm. IV aan de Synode enkele conclusies voor naar aanleiding van het rapport van de Deputaten voor toezicht op het archief der Gèn. Synodes.

In dit rapport wordt mededeellng gedaan van de bemoeiingen van den kerkeraad van Groningen terzake van de inrichting en verzorging van het archief.

De conclusies der Comm., die door de Synode worden aangenomen, lulden als volgt:

1. Aan de kerk van Groningen de gemaakte kosten, f 1335.42, te restitueeren met dankbetuiging voor den in dezen voor de icerken verrichten arbeid.

2. Den raad der kerk te Groningen te verzoeken de verzorging van het archief op gelijke wijze als tot heden voort te zetten, en om te zien naar een te huren ruimte waarin het archief brandvrij kan worden bewaard.

3. De kerk van Groningen te verzoeken aan de Particuliere Synodes te vragen, telkens twee exemplaren van haar „Acta" voor het archief in te zenden, ook voor wat alsnog ontbrekende Acta betreft.

4. De kerk van Groningen te berichten, dat de aanvuUlngs-en wijzigingslijst van het handboek» onzer kerken vanaf heden vervalt.

5. Wederom eenlge deputaten te benoemen en deze met het toezicht op het archief te belasten.

Van de deputaten voor Radio-uitzendingen van kerkdiensten, benoemd door de Gen. Synode van Groningen, 1946, was een rapport ingekomen over hun werkzaamheden.

Hoewel dit«rapport niet vooraf aan de kerk#n was toegezonden, meende Comm. IV aan de Synode toch te kunnen advlseeren het in behandeling te nemen vanwege de urgentie der zaken In het rapport genoemd.

In dit rapport doen de deputaten mededeellng van de bemoeiingen die zij, tezamen met de Deputaten van de niet bij het I.K.O.R. aangesloten kerken, bij de regeering gedaan hebben terwille van een rechtmatige toewijzing der gelegenheden voor uitzending van de kerkdiensten.

Bemoeiingen, die een resultaat verkregen hebben, waar de Deputaten wel bevredigd door waren.

Vervolgens rapporteeren Deputaten over besprekingen binnen den kring van de niet bfl het I.K.O.R. aangesloten kerken, waardoor ook een onderlinge verdeeling vaü de uitzendingen tot stand kon komen.

Naar aanleiding van den Inhoud van dit rapport stelt Comm. IV aan de Synode voor om te besluiten:

1e. Deputaten te dechargeeren van hun opdracht, met dank voor him arbeid.

2e. Opnieuw deputaten te benoemen met gelijke opdracht als te Groningen is gegeven.

3e. Deze deputaten te machtigen van de kerken een bijdrage te vragen, indien de kasmiddelen dit noodzakelijk zouden maken.

Zooals de Comm. het aan de Synode voorstelt, wordt door deze besloten. Het rapport zal in de „Acta" worden opgenomen. Tenslotte neemt de Synode in deze zitting het volgende voorstel van Ds v. Bruggen aan:

De Generale Synode komt op haar besluit van 19 Oct. terug en besluit aan alle verslaggevers die worden toegelaten dezelfde faciliteiten te verleenen.

De praeses laat nog zingen Ps. 119 : 53. Ds v. d. Bom gaat voor In dankgebed, waarna de vergadering wordt gesloten.

Zitting van Woensdag 27 October.

Bij de opening der morgenvergadering laat de praeses zingen Ps. 119 : 14, leest Ps. 119 : 25—31 en gaat voor in gebed. De Acta der vorige zittingen worden vastgesteld.

De Synode spreekt uit dat de hoogleeraren, die als praeadviseurs aanwezig zijn, In de commissies der Synode, waarin zij benoemd zijn, zitting hebben als lid der Commissie.

Van den particulieren secretaris van H.M. de Koningin, baron Baud, is een antwoord-schrijven binnengekomen op het aan H.M., verzonden telegram.

De Deputaten voor de geestelijke verzorging van de evangelisatie onder de zeevarenden, hadden bij de Synode een rapport Ingediend, over de door hen verrichte werkzaamheden.

Tevens was van 2 der deputaten een schrijven binnengekomen, waarin zij aan de Synode de vraag stellen of de contmueerlng van dit deputaatschap wel noodzakelijk en verantwoord Is.

De overige 2 deputaten hadden een schrijven gdzonden waarin zij de continueering van het deputaatschap bij de Synode bepleiten. Bij monde van Ds Hettinga rapporteert Comm. IV over deze stukken.

Na een breede bespreking besluit de Synode de volgende conclusies van de Commissie te aanvaarden:

1e. aan de deputaten voor de geestelijke verzorging van en de evangelisatie onder zeevarenden dank te brengen voor den door hen verrichten arbeid;

2e. niet over te gaan tot het opnieuw benoemen van deputaten als onder 1 genoemd;

3e. de resteerende gelden af te staan aan de kerk van Curaqao, omdat deze kerk te behartigen heeft de geestelijke verzorging van en de evangelisatie onder de zeevarenden, die in Curagao verkeeren;

4e. deze besluiten ter kennis te brengen van de door de Gen. Synode van Groningen ter dezer zake benoemde deputaten in de Geref. Kerk van Curasao.

In de bespreking, die leidt tot de aanvaarding van deze conclusies komt uit, dat, wanneer het Deputaatschap niet gecontinueerd wordt, dit niet beteekent, dat de arbeid onder de zeevarenden niet belangrijk geacht wordt, maar dat dit een arbeid is, die door de betrokken plaatselijke kerken zelf behartigd kan worden.

Ds den Boeft leest vervolgens het rapport van Cönmi. I over het rapport van Deputaten voor correspondentie met de Deputaten der Sjmode-Duursema.

In het rapport der deputaten werd de Synode IngeUcht over de door de wederzijdsche deputaten gevoerde correspondentie.

De ééne conclusie door Commissie I voorgesteld, n.l. om de handelingen van bovengenoemde deputaten goed te keuren en hun dank te zeggen voor hun arbeid, wordt door de Synode aangenomen.

Van de beslissingen die de Synode In heel de materie van de samenspreklng zal nemen, zal het afhangen of nieuwe deputaten zullen worden benoemd of dat het mandaat der tot nu toe fungeerende deputaten zal worden verlengd, c.q. gewijzigd.

De In het rapport van Deputaten verwerkte correspondentie zal in de Acta worden opgenomen.

Naar aanleiding van enkele brieven van de classis Dordrecht-Gorcum, en van de classis Rotterdam en van de kerk van Den Haag-West, waarin mededeellngen gedaan worden over de voorlichting van kerken lu het buitenland die met ons In verband staan, welke brieven In een rapport van Comm. IV aan de Synode waren voorgelegd, werd besloten: de classes Dordrecht-Gorcum en Rotterdam en de kerk van 's-Gravenhage-West dank te zeggen voor den verrichten arbeid, waarbij met dank aan God wordt kennis genomen van het feit, dat op Curagao een eigen Kerk opnieuw kon worden geïnstitueerd; de Classes Dordrecht en Rotterdam en de kerk van Den Haag-West opnieuw aan te wijzen voor de geestelijke verzorging van onze kerkleden respectievelijk in België en N.-Prankrljk, Argentinië, Londen; en voort te gaan met den oproep tot vrijmaking van de aldaar nog gebonden kerken. De vergadering wordt nu geschorst om 's middags weer voortgezet te worden.

Zitting van Woensdagmiddag.

De praeses heropent de vergadering en laat zingen Ps. 19 : 1.

In behandeling komt nu het rapport dat is Ingezonden door—de Deputaten van de Gen. Synode van de Geref; Kerken, gehouden te Groningen in 1946, voor contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken.

In een besloten zitting neemt de Synode eerst kennis van de correspondentie die door Deputaten gevoerd is met de Deputaten der Chr. Geref. Kerken.

Na beëindiging der besloten zitting laat br Rietkerk het rapport van Comm. I over deze materie en de daaraan verbonden conclusies volgen.

In het debat dat hierop volgt wordt breed gesproken over de verhouding die er moet zijn tusschen den arbeid van de deputaten en de taak van de plaatselijke kerken In dezen.

De Synode neemt dankbaar kennis van het contact dat verkregen Is en bezint zich In haar bespreking ook op de vragen, die bfl de onderhouding van het contact aan de orde zullen komen, met name de vraag naar dg waardeering van de leerultspraken van 1905 en van de uitspraak van de Synode van Groningen, dat onze kerken die leerultspraken niet meer voor hun rekening nemen.

Aan het einde der bespreking gekomen, neemt de Sy­ node de geamendeerde conclusies aan, waarin haar voorgesteld wordt om:

A. Instemmende met de bede, waarmee deputaten hun rapport besluiten en met dank aan deputaten voor de wijze waarop zij aan de opdracht van de Synode van Groningen 1946 gevolg hebben gegeven, de handeUngen van deputaten goed te keuren;

B. er bij de deputaten op aan te dringen te trachten zoo spoedig mogelijk met deputaten van de Chrlstelïjke Gereformeerde Kerken tot overeenstemming te komen om tot publicatie van de gevoerde correspondentie over te gaan, opdat de kerken in deze zaak kunnen meeleven;

C. Zonder ook maar een oogenbUk te meenen dat deze ieïs van de taak van de plaatselijke kerken kunnen overnemen, opïiieuw deputaten te benoemen met gelijke opdracht als de Synode van Groningen verstrekte, n.l. la den weg van samenspreklng of correspondentie na te gaan, wat ons vereenigt en wat ons nog verdeelt, en gezamenlijk middelen te beramen, die onder den zegen des Heeren kunnen leiden tot kerkelijk samenleven en hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, te dezer zake voorloopig overleg te plegen, en aan hun respectieve synodes van hun bevtndtngen rapport uit te brengen en eventueel voorstellen te doen (art. 88 Acta van Groningen 1946).-

Ds Bosscha leest nu het rapport van Comjnissle IV voor over den arbeid van de deputaten voor de (oud) Gereformeerde Kerken In Dultschland.

Na kennisname van het rapport oordeelt de synode dat dit werk, dat bedoelt contact op te nemen met de (oud) Geref. Kerken In Dultschland en die kerken van voorlichting te dienen omtrent de geschiedenis en het karakter der vrijmaking in Nederlemd, voortgezet dient te worden en besluit dan ook:

1e. Dank te betuigen aan de deputaten voor al hun larbeid.

2e. Uit te spreken, dat deze arbeid nog dringend gewenscht is.

3e. Voor dit werk opnieuw deputaten te benoemen met de opdracht te zorgen voor lectuurverspreidlng en andere wijze van voorlichting ten dienste van de kerken in Bentheim en Oost-Friesland.

In de avondzitting, die hierna volgt, houdt de Synode zich bezig met de behandeling van het rapport van Commissie I inzake de ultnoodlglng tot bijwoning van een „Oecumenische Synode van kerken van Geref. belijdenis", te houden te Amsterdam, 7 Aug. 1949.

Aan het rapport is toegevoegd de ultnoodlglng namens den kerkeraad van de Geref. kerk van Amsterdam, (Keizersgracht 566) met bijlage, waarin het doel en de grondslag dezer Oecum. Synode wordt uiteengezet.

In haar rapport adviseert Comm. I deze ultnoodlglng af te wijzen, o.m. omdat de Geref. kerkenordening geen Oecum. Synodes kent en omdat er moeilijk van een Oecum. kerkverband gesproken kan worden bij kerken die In hun eigen land niet eens in één verband leven.

Het geheel van de redenen, waarvan tot afwijzing van het verzoek geadviseerd werd, is samengevat In de 7 conclusies waarmede het rapport besluit.

Tot een afhandeling van deze zaak kan het echter nog niet komen, daar de Sjmode een voorstel van den praeses aanneemt om te besluiten het rapport aan Commissie I te retoumeeren met het verzoek een herziening aan te brengen In de orde en daarmede in verband tn de formuleering der conclusies. In den zin zooals de wenschelijkheid daarvan in de breede besprekingen was uitgekomen.

Aan het einde der zitting laat de praeses zingen Ps. 69 VS 3 en gaat de a.ssessor voor in daikgebed. De zitting wordt dan gesloten.

Zitting van Donderdag 28 October.

De praeses opent v.m. 9 uur de vergadering, laat zingen Ps. 33 : 6, leest Spr. 9 : 1—10 en gaat voor tn gebed. Appèl nominaal wordt gehouden en de Acta van vorige zittingen wordt vastgesteld.

In verband met de noodzakelijke werkzaamheden voor de Commissies der Synode, wordt de plenaire zitting geschorst en verdaagd tot 's avonds half zeven.

De avondzlttlag wordt door den praeses geopend; deze laat zingen Ps. 16 : 6.

Dan wordt overgegaan tot de behandeling van het rapport vaji Comm. II inzake „Herziening van de Zendüigsorde"; rapporteur is Ds v. Bruggen.

De rapporteur leest allereerst enkele Ingekomen brieven voor, waarin de vraag om een herziening van de Zendingsorde aan de Synode voorgelegd wordt met omschrijving van de redenen waarom dit geschiedt. Verzoeken en voorstellen in dezen zijn binnengekomen van de kerk van Sneek, van de Particuliere Synode van Friesland en van die van Drente en van Overijssel • en Gelderland, van de Classis Schiedam, van br J. v. Dijk uit Hulzum. Tevens zijn ingezonden enkele adhaeslebetulglngen aan sommige voorstellen. Het rapport van Comm. II wil een antwoord geven op de vragen: I. De herziening van de bestaande Zeudlngsorde noodlg, c.q. gewenscht?

2. Hoe moet deze herziening eventueel tot stand wor^ den gebracht?

De bespreking van het rapport en van de voorgestelde conclusies wordt beheerscht door de situatie, dat er eenerzijds een klacht is uit de kerken dat de Zendingsorde een belemmering vormt voor de vervulling der Schriftuurlijke zendingsroeping, en dat anderzijds de vraag gesteld wordt of de verschillende voorstellen en verzoeken wel concreet genoeg waren om de Synode aanleiding te geven bepaalde stappen tot herziening nu reeds te gaan doen.

Vanuit deze situatie ontstaan verschillende voorstellen en amendementen, die bedoelen wijziging aan te brengen in de voorgestelde conclusies. Nadat zich een breede bespreking ontwikkeld heeft, wijst de praeses op het groote belang van de beslissingen die genomen zullen worden, omdat dezen den voortgang van de geschiedenis van 't zendingswerk zullen gaan beheerschen. Hij stelt daarom voor, de Comm. te verzoeken haar conclusies in verband met de ingediende voorstellen • en amendementen nog eens te bezien en dan den volgenden dag met de behandeling voort te gaan.

De Comm. wil aan dit verzoek voldoen en confoEm het voorstel van den praeses wordt de verdere behandeling uitgesteld.

Br Vos rapporteert dan nog over een ingekomen schrijven van br C. C. de Vries uit Nijkerk, waarin deze de

Synode opmerkzaam maakt op een onjuistheid in art. 240 van de Acta der Synode van Groningen 1946. De Synode erkent de Juistheid van de opmerking van br de Vries en spreekt' uit, dat in art. 240 Acta Groningen 1946 hehooren te vervallen de woorden: „door br C. C. de Vries van Nijkerk".

Br Vos stelt de Synode ook m kennis van een schrijven van Ds R. H. Bremmer uit Zwolle, waarin deze de wenschelijkheid uitspreekt dat op deze Synode geen verreikende beslissingen worden genomen betreffende het zendingswerk en dat het goed zou zijn indien het resultaat van de voortgaande bezinning in onze kerken verder wordt afgewacht.

Dit schrijven wordt voor kennisgeviag aangenomen.« Uit den Avondzang worden dan nog gezongen de verzen 1 en 2; de assessor gaat voor tn dankgebed en de zitting wordt door den praeses gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen