GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De molensteenen tot buiten den  molen verplaatst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De molensteenen tot buiten den molen verplaatst

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen we eenige weken geleden moesten gissen naar de reden, waarom ds Toomvliet niet mee onderteekend had, achtten wij het waarschijnlijk, zoowel, dat hij uit de rapporten, die hij tevoren gezien had, begreep: dat mag ik niet teekenen zonder „gevaar" te loopen, als ook, dat hij, terwille van de wilsvormingstactlek de groep toch nog niet wilde verloochenen. Van het eerste kwam sindsdien bewijs, van het tweede thans ook. Eerst heeft hij de formules verloochend (en zich vrijgemaakt van wat er staat), maar nü is het weer: den Heere aanroepen, opdat de wilsvormingsactie niet verloope. Bij zulke constellatie komt het argunjent er immers minder op aan? Lees:

als God het niet verhoedt en de mensen hun verantwoordelijkheid niet gaan inzien, wordt Oosterbeek langzaam maar zeker verpulverd onder de molenstenen van vrijgemaakte en niet vrijgemaakte zijde.

„Als God het niet verhoedt". Ds Toomvliet is dus weer onder hoogspanning: '

Wanneer Oosterbeek niet door de geest van het tobberige mensenhart, maar door de Geest van God in het leven is geroepen, dan betekent deze verpulvering — door mensenhand en woord — een fatale ingreep, die het ergste doet vrezen voor de toekomst der Kerken.

Alsof er in Oosterbeek niet geweldig gedokterd is aan formule zóó en formule zus, een schepje voor jou, en dan ook maar een schepje voor mij, klaagt nu deze schrijver over de mooie artikelen van prof. Holwerda:

Dat prof. Holwerda ons bidden niet begrijpt, begrijp ik niet . Hij heeft aUes zo logisch opgebouwd: uit het één volgt het ander, maar — ik zeg dit niet om pijn te doen —• het is alles een logisch schema van menselijke constructie. Ik kan van oordeel zijn dat ds Bos in kerkelijk opzicht ernstig dwaalt en' zondigt, maar daarom raak ik zijn staat vóór God niet aan.

Weet deze man nog, wat „staat" is ? Een oogenblik later kipt hij het karretje van zijn eigen vrachtje voorover, en dan valt er zoowaar het woord „ban" uit (het schijnt dat Holwerda iemand in den ban gedaan heeft!!!), en de schare is meteen vergeten, dat de beschuldigingen vem de synode inhouden, dat wij door haar als , ban-waardig zijn aangewezen. „Zucht maar tegen elkander", dat doodt de profetie. Dan eindigt straks alles in gekwaak:

Als prof. Holwerda nu de feiten wil gaan zien, dat er geen feiten verdoezeld zijn — en iedereen kan het zien of hij het erkennen wil of niet, — dan zal hij (enzoovoorts!!!).

Of het loopt uit op belachelijke grootdoenerij:

Inderdaad, dat bijzondere ambt was hier onmachtig gebleken om ook maar een samenspreking tot stand te brengen. Wat de kerkelijke deputaten niet vermcciiten, dat heeft Christus' Woord in het ambt der gelovigen wakker geroepen.

Weizoo: welke serieuze vraag omtreiit de stukken is serieus beantwoord? Geene.

Verder wordt natuurlijk wat Coll. Holwerda en ik schreven, ongeestelijk genoemd; de bedenkingen van de Heeren RiddertK)S worden op den achtergrond geschoven, en ondanks het feit, dat de eerste onder de Oosl; erbeekenaars, dr F. L. Bos kalmpjes vertelt, dat de papieren van Oosterbeek geen officieele agendastukken voor de kerkeraden beteekenen, zegt de ander: (ds Toomvliet): als de kerken (!) worden „gevangen" (wel, wel) door het betoog van Holwerda en Schilder (Rldderbos en Den Hartogh doen niet meer mee hier) dan zal de toekomst donker ziJn, zeer donker.

Balans van Oosterbeek: handteekeningen die geen handteekeningen zijn; woorden die geen woorden zijn (omdat je moet vragen naar de bedoeling); en een betrekken van de kerkeraden, dat toch geen betrekken van kerkeraden in de actie is, zoodra het nijpen gaat. De chaos, die almaar roept: o schoone kosmos.

En onder dit alles door dit hyper-miserabele: terwijl Oosterbeek in den steek gelaten is door ds Toomvliet zelf en door ds Volten (we gaven bewijzen), zoodat de molensteenen die „den handvol koren" vermorzelen, van binnen zitten te knauwen, daar zucht de heer Toomvliet nu, de oogen naar boven: de molensteenen, o lieve beste menschen, die molensteenen die zijn buiten, buiten, buiten. En' dan verder: by Holwerda en Schilder. De deserteur van zijn eigen legertje staat te zuchten: hebben ze onze heirscharen durven schenden? Kom, dr Ridderbos, zeg nu ook eens, dat 't gedaas is. Want dat wéét U.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1949

De Reformatie | 14 Pagina's

De molensteenen tot buiten den  molen verplaatst

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1949

De Reformatie | 14 Pagina's