Handteekeningen
De Roeper van 2 Juli is me weer eens toegezonden; ik zie dat ds Schelhaas als reden van het strenge verbod-van-ovememing-uit-het-gestencilde-stuk, waarover ds H. J. Schilder schreef, aangaf: „men kan toch nooit een stuk in de pers laten bespreken, voordat het vastgesteld is en voordat zij, die dat stuk de wereld in wiUen zenden, het ook werkehjk hebben doen uitgcian". En hij voegt er aan toe: toen de bedoelde opwekkiag werkelijk verscheen in den definitieven vorm, was er nog gelegenheid genoeg voor critiek.
Ik meen, dat dezen keer de vermaning van „nietovernemen", ook niet een gedeelte, nog al wat gewichtig gemaakt werd door de auteurswet en zulke deftigheid ' erbij te halen. Ik meen voorts, dat, als men handteekeningen verzamelt, men die verzamelen moet op een vaststaanden tekst; want anders weten de menschen niet wat ze geteekend hebben; en dan loopen ze erin; en dat dus onze onderstelUng, dat de vragers van die handteekeningen hun stuk klaar hadden, voor hen eervol was. Vergissen we ons in die onderstelling — want ds S. zegt nog niet hoe het precies was — dan ligt dat niet aan ons. Overigens heeft De Ref. geen „voorliefde" voor nog niet officieele stukken; het blad „vischt" niet, maar krijgt ongevraagd soms wat het van belang acht voor de kerken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juli 1949
De Reformatie | 8 Pagina's