GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoogleeraren ter  pynade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoogleeraren ter pynade

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs sprak ik over dit onderwerp enkele losse woorden, naar aanleiding van „Utrecht-N.-W.". Twee brieven kwamen daarover binnen: dat is veel minder dan ik verwacht had. Eén ervan worde hier opgenomen (de andere is dan meteen verwerkt):

In „De Reformatie" van 10 September 1949 maakte Prof. Schilder enige opmerkingen over de hoogleraren ter generale synode. Hij zegt daar; „Trouwens heel die vrees voor professoren is maar nonsens". En wat verder op: „Het geharrewar over professoren ter synode is een beetje zoo, dat Ik er liever geen woord voor zoek, al kan ik er wel een vinden". Nonsens en geharrewar z^n woorden, die geen sterke argumenten aanduiden. De zaak van de hoogleraren ter generale synode is ter sprake geweest op drie achtereenvolgende synoden, die van Enschede, van Groningen en van Amersfoort, en komt weer ter sprake op de eerstkomende generale sjmode. Ter synode van Amersfoort was over deze zaak een rapport, mede samengesteld en mede ondertekend door Prof. Greijdanus. Prof. Greijdauus Is niet een man geweest die van geharrewar heeft gehouden of zich zou lenen om aan geharrewar mee te doen; hij heeft ook niet de vraag naar professoren ter synode als geharrewar veroordeeld, maar wel meegewerkt om een oplossing te vinden. De synode van Amersfoort heeft een voorstel om te breken met de gewoonte om de hoogleraren als praeadviseurs voor de synode te nodigen verworpen. De kerken in Noord-Holland hebbeu het betreurd, dat de synode dit voorstel verworpen heeft, en besloten dit voorstel op de eerstkomende generale synode opnieuw in te dienen. Het voorstel om dit voorstel opnieuw in te dienen is op de kerkeraden behandeld, daarna op de classicale vergaderingen, daarna op de vergadering van de particuliere synode van 8 Juni 1949, Na zulk een voorbereiding op de kerkeraden en de vergaderingen van de classes was de vergadering van de particuliere synode met het voorstel gauw klaar. In overeenstemming met wat in de kerken leefde nam zij het voorstel aan zonder dat er één stem tegen werd gehoord. Dat is wat anders dan geharrewar en ook beter. Voor Prof. Schilder is het de hoofdzaak of iemand zijn advies geeft al of niet onder controle. Voor mij niet. Voor mij Is de hoofdzaak, dat in de Kerk des Heeren elk het werk doet waarvoor hij geroepen is. De afgevaardigden ter generale synode zijn geroepen om het werk ter synode te doen; de hoogleraren zijn geroepen om college te geven aan de Theologische Hogeschool. De hoogleraren hebben met het werk der generale synode zoveel te maken als ieder lid van één van de gereformeerde kerken daarmee te maken heeft en meer niet. Hoogleraren zijn gewone leden der kerken. Prof. Schilder schrijft: „Wie de hoogleeraren laat weggaan, wel, die krijgt gekonkel achter de schermen terug". En even verder: „Tegen „invloeden" is toch niet te waken. En , , invloeden" komen heusch niet alleen van professoren. De telefoon heeft ook met anderen aansluiting". Waarom moeten dan wel de hoogleraren als adviseurs ter synode genodigd worden om hun advies te kunnen controleren en waarom niet die ajideren met wie de telefoon ook aansluiting geeft om ook hun advies te kunnen controleren? De mogelijkheid is niet uitgesloten dat iemand advies vraagt aan de hoogleraren van de Oudestraat of van de Keizersgracht. Moeten die ook genodigd worden om alles onder controle te hebben? Controle is immers voor Prof. Schilder hoofdzaak. De kerken zullen wel wijzer wezen. De kerken zullen goed doen nota te nemen van de opmerking van Prof. Schilder over dat onvermijdelijke gekonkel achter de schermen wanneer de hoogleraren niet meer ter synode worden gevraagd. Is Prof. Schilder dan van plan te gaan konkelen? Of kent hij zijn zwakheid, dat hij dan de verleiding om te gaan konkelen niet zal kunnen weerstaan? En meent Prof. Schilder dat die anderen waarmee de telefoon aansluiting geeft verlamd zullen zijn wanneer maar de hoogleraren ter synode zijn? Hij zegt zelf dat tegen Invloeden toch niet te waken is. De kerken zullen goed doen nota te nemen van de opmerking van Prof. Scliirder over gekonkel achter de schermen, maar de kerken zullen niet goed doen walmeer ze uit vrees daarvoor de hoogleraren opnieuw uitnodigen als praeadviseurs ter generale synode. De kerken hebben te vragen wie er geroepen zijn om het werk ter synode te doen en het die mannen te laten doen. Tegen gekonkel en invloeden moeten zij strijden met andere wapenen dan met het college van hoogleraren ter synode. Prof. Schilder schrijft: „Ik weet dat een synode, die nu eenmaal automatisch krachtens haar samenstelling, naast prachtige kerels (ik heb me ook dezen keer over veler capaciteiten verbaasd) ook altijd er hebben zal, die niet op de hoogte kunnen zijn van , de soms zware zaken (hoeveel moeite kost het mezelf? ? ) er alleen maar mee geholpen is als er ook adviseurs bij zijn, die niets hebben te beslissen maar wel wenken kunnen geven". Is er één vergadering of college waar de samenstelling beter is ? Is er één kerkeraad, of vergadering van een classis, of vergadering van een particuliere synode, of een Tweede of Eerste Kamer of ministerraad waar de samenstelling beter is? En moeten daar overal tot steun van de zwakkeren praeadviseurs heen gezonden worden? Br is geen mens die daaraan denkt. Maar waarom dan een uitzondering gemaakt voor de vergaderingen van de generale synoden van de Gereformeerde kerken? Is het niet gelukkig wanneer er In een vergadering een stel prachtige kerels is die het goede spoor kunnen vinden en houden? En mag men dan niet met vertrouwen zo'n vergadering laten werken? Of is Prof. Schilder bang voor de Invloed van die prachtige kerels ter synode op de kerken en moeten er daarom hoogleraren naar de synode als tegenwicht?

Prof. Scliilder zegt dat de adviseurs niets hebben te beslissen maar wel wenken kunnen geven. Hier wordt de Invloed van de hoogleraren ter synode wel wat simpel voorgesteld. De hoogleraren mogen In de commissies, wanneer ze daarin als lid worden benoemd, en niet worden gevraagd om adviseurs van die commissies te zijn, wat ook wel zou kunnen, mee stemmen. Ter vergadering van de synode stemmen hoogleraren mee, en al hebben ze niet het recht van het eerst te stemmen, toch wordt hun stem het eerst gevraagd. Alleen worden dan eindelijk bij de vraag naar de meerderheid van stemmen de stemmen . van de hoogleraren buiten beschouwing gelaten. Maar het is op een vergadering niet het voornaamste dat men bij de emdstemming zijn stem mag uitbrengen. Ik hoorde eens een hoofd van een school zeggen: , , In de vergadering van het schoolbestuur heb ik geen stem, maar ik zou mijn invloed daar niet graag voor twee of drie stemmen verruilen". Eén stem kan de beslissing brengen wanneer zonder die ene stem de stemmen zouden staken. Ik houd mijn hart vast wanneer een zaak van belang na zo'n stemming wordt doorgezet. Van veel meer waarde dan de ene stem bij de elndstemmtng is het vrije woord op een vergadering. Dat meerdere hebben de hoogleraren op de synode. En dat meerdere kan wel de beslissing brengen zonder dat de woordvoerder aan het einde mag mee stemmen. De kerken hebben dat tot haar grote schade ondervonden.

In de kerk des Heren moet ieder dat doen waartoe hfl geroepen is. De hoogleraren zijn geroepen om bezig te zijn tot de opleiding voor de dienst des Woords, de afgevaardigden ter synode zijn geroepen om het werk ter synode te doen. De kerken zijn erbij gebaat dat de goede orde bewaard wordt en elk op zijn plaats blijft. Tegen zondige Invloeden zijn er de geestelijke wapenen. En daarvan heeft God zijn kerken rijk voorzien.

K. DOORNBOS.

' Tot zoover ds Doornbos. Gaarne verbind ik aan zijn brief enkele opmerkingen; er zit wel wat copie in. Maar omdat ik deze week geen tijd meer heb, bewaar ik mijn antwoord tot volgende week en — misschien vervolgens.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Hoogleeraren ter  pynade

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 oktober 1949

De Reformatie | 8 Pagina's