GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beroepen te: Sneek, H. J. Meijerink te Drogeham.

Bedankt voor: Bunschoten-Spakenburg, J. van Bruggen te Assen. Houwerzljl-Nlezijl, G. Boersema te Katwijk aan Zee. Meppei; C. Stam te Ermelo.

— INTREDE. Cand. J. de Feyter te Axel is voornemens 21 Mei a.s. intrede te doen te Valthermond, na bevestiging door ds R. te Velde te Zalk. — BERKUM. Adres KerMeraad: E. J. PierIk, Doornweg 25, Zwollekerspel. Het telefoonnummer van ds H. Scholten is 7925 (Zwolle).

— HARDERWIJK. De kerkeraad ontving 21 April van Ds Rullmann van Driesum, die het beroep naar Harderwijk had aangenomen, maar vanwege de huizensifuatle nog te Driesum woonachtig was, het bericht dat hij zich bij de synodale kerk had gevoegd. ' - ,

De kerkeraad is met de geheele gemeente van oordeel dat Ds Rullmann in dezen de wegen des Heeren verlaten heeft en dat hij dus niet gevolgd mag worden. Harderwijk is weer vacant. Het beroepingswerk is reeds weer ter hand genomen.

(Dit bericht is Ingezonden door den scriba van Harderwijk, br. A. A. V. d. Dussen, Stationslaan 22.)

— DS M. J. C. BOSSCHA. Naar wij vernemen heeft ds M. J. C. Bosscha te Winschoten zich onttrokken aan de Geref. Kerken.

— ZENDING. De kerkeraad van Groningen nam i.z. de Zending het volgende besluit:

„De Kerkeraad van de Geref. Kerk te Groningen, bijeen in vergadering op 27 Maart 1950:

overwegende:

a. dat naar de Schrift en de Kerkorde alle roeping tot en uitoefening van het bijzondere ambt gebonden is aan de plaatselijke Kerk, en alle opzicht en tucht over ambtsdragers der Kerk alleen haar toekomt (zie o.a. Hand. 20 : 28, Efeze 4 : 11, 1 Tim. 3 : 5 en 5 : 17, art. 4, 36, 85 K.O.);

b. dat de Generale Synode van Amersfoort 1948 besluiten genomen heeft, die niet in overeenstemming zijn met Gods Woord en de Kerkenorde, doordat:

1. de Generale Synode de bevoegdheid der plaatselijke Kerk aan zich heeft getrokken door aanwijzing van „zendende kerken" (art. 129 C. 1, 2 en 3);

2. door alle kerken practisch te noodzaken met deze „zendende kerken" samen te werken (art. 129 C3);

3. door vaststelling van de ressorten, die met de „zendende kerken" hebben samen te werken (art. 129 C3);

4. door de „zendende kerken", en daarin alle kerken, te stellen onder de macht van de Generale Zendingsdeputaten (artt. 129 C7 en Db.);

besluit:

a. de besluiten der Generale Synode Amersfoort, vermeld onder art. 129 sub C en Db. niet voor vast en bondig te houden;

b. wel over te gaan tot de betaling der aanslag f 1.75 per ziel, bedoeld in art. 129 C4 tot de volgende Synode; c. zoo spoedig mogelijk zelfstandig, of in samenwerking met genabuurde kerken, het zendtogswerk ter hand te nemen;

d. van • deze besluiten mededeeUng te doen aan de zendende kerken Drachten en Zwolle, de Gen. Zendingsdeputaten, de classis Groningen, en de e.v. Generale Synode". Besluit b heeft de uitgesproken bedoeling de uitvoering van de thans loopende Zendingszaken* niet onmogelijk te

maken door zich te onttrekken aan de financieele verplichtingen, die de kerk aanvankelijk heeft aanvaard. Besluit c wordt niet door allen aanvaard. Een 14-tal •broeders vraagt aanteekenlng in de notulen van het feit, dat zij tegen dit besluit zijn. Zij zijn van meening, dat het zelfstandig ter hand nemen van het zendingswerk eerst mag plaats hebben, nadat al deze zaken en dus ook b.v. de kwestie van de Zendingsorde in den kerkelijken weg aan de orde zijn gesteld en afgehandeld.

De meerderheid is echter van oordeel, dat het besluit tot zelfstandig handelen kan worden genomen, gezien de woorden „zoo spoedig mogelijk", waarmee dit besluit wordt ingeleid. In die woorden ligt mede uitgedrukt, dat de kerkeraad niet tot de uitvoering van dit besluit dient over te gaan, alvorens zijn verplichtingen ten aanzien van het kerkverband te ? ijn nagekomen.

— MILDAM (RF.). Het was Zondag 23 April voor deze gemeente een ware feestdag.

i)e Heere schonk haar in Cand. Brüning van Voorburg een eigen Herder en Leeraar.

In den morgendienst werd Cand. Brüning in zijn ambt bevestigd door Ds L. Selles van Voorburg.

's Middags deed Ds Brüning zijn intrede. Hij had als tekst Ps. 33 : 20 en 21: e Kerk vertrouvrt op den Heere, omdat zij zich verblijdt in Zgn Heiligen Naam. Zij vindt dien Naam in:

Ie. de Waarheid van Zijn Woord;

2e. de vastheid van Zijn Raad;

3e. de trouw van Zijn Werk.

Ds Brüning werd toegesproken door den voorz. van den Kerkeraad, Br. v. d. Wal en werd toegezongen Ps. 134 : 3; door ds P. v. Dijk namens de zustergemeente Heereuveen en namens de Classis door Ds Selles als bevestlger en vriend.

Ds Brüning dankte de verschillende sprekers en ging voor in dankgebed.

— EEN VRAAG EN EEN ANTWOORD.

Vraag:

Gereformeerde Kerk Wormer, 28 Maart 1950. Wormer.

Aan de Kerkeraad der Geref. kerk (onderh. art. 31 K.O.) WORMER.

Weleerw. en Eerw. Heeren en Broeders,

Als gevolg van de Haagsche Synode wenden wij ons tot U met de vraag of de besluiten en rapporten dezer Synode, waarvan wij U bijgaand een exemplaar doen toekomen, ook een grondslag zouden kunnen vormen voor een samenspreking tusschen onze beide kerkeraden over een mogelijke hereeniging.

Onzerzijds geven vsrjj u de verzekering, dat zulk samenspreking door ons ernstig wordt begeera. een

Wij deelen U mede, dat wij ons voorstellen dat onzerzijds aan deze samenspreking zal worden deelgenomen door de geheele kerkeraad en onze consulent, ds Mobach van Wormerveer, alsmede onze Evangelist, dhr Endedijk, en dat de leiding van deze vergadering bij ons zal berusten.

Wij stellen U voor dat Uwerzijds datum en plaats wordt bepaald, echter zoo mogelijk niet op een Dinsdag of Vrijdagavond en liever ook niet in de week na Paschen.

Wij hopen dat U aan ons verzoek zult vrtllen voldoen, doch mocht dit niet het geval zijn en wij vóór 30 April geen antwoord Uwerzijds hebben ontvangen, dan rekenen wij dat Uwerzijds bedoelde samenspreking niet wordt begeerd, tenzij U ons bericht dat U binnen dezen termijn geen beslissing hebt kunnen nemen.

Met de bede dat de Heere over onze pogingen Zijn zegen schenke.

Met heilbede en broedergroeten,

w.g. G. KRAMER, praeses.

w.g. S. KRAMER Czn, scriba.

Zandweg 206, Wormer.

Antwoord:

Antwoord: Wormer, 20 April 1950,

Aan de Heer G. Kramer, Dorpsstraat 482, WORMER.

In antwoord op Uw schrijven van 28 Maart 1950 dat mede onderteekend is door S. Kramer Czn, het volgende: U vraagt of de besluiten en rapporten van de Haagsche Synode een grondslag zouden kunnen vormen voor een samenspreking over een mogelijke hereeniging.

Ons antwoord daarop is dat deze besluiten en rapporten geen grondslag kunnen zijn voor samenspreking. Namens den Raad van de Gereformeerde Kerk van Wormer:

w.g. K. DOORNBOS, praeses.

w.g. H. DOLSMA, scriba. — MILITAIREN. Contactadres voor de militairen gelegerd te Weesp: br. J. C. J. Kuntz, Hoofd der School te Nigtevecht.

Kerkdiensten te Nigtevecht:10.30 en 3 uur in de Bewaarschool.

Contactadres voor de militairen gelegerd te Nieuwersluis: s Th. Hoff, Loenen a. d. Vecht. Kerkdiensten te Loenen a. d. Vecht:11 uur en 4.30 uur in kantoor van H. Griffioen.

— VOORTGEZETTE VERGADERING VAN DE CLAS­ SIS DJAKARTA. TE DJAKARTA op Zaterdag 25 Maart 1950.

10. De praeses heropent de vergadering om kwart voor negen. Hij leest Ps. 122 en bidt om de hulp en leiding des Heeren.

11. De notulen van het eerste deel der vergadering worden gelezen en na eenige wijziging vastgesteld en geteekend. Br Paddmg deelt in verband met het gelezene mee, dat hij verhinderd is aan de kerkvisitatie te Buitenzorg deel te nemen. De classis moet zich hierbij neerleggen.

12. Het concept-schrijven ter mededeeUng aan de classis Groningen van de herïnstitueering der classis Djakarta wordt goedgekeurd en geteekend.

13. Aan de orde is dan het bezwaarschrift van de kerk van Semarang tegen de besluiten van de Generale synode van Groningen 1946, Inzake geestelijke verzorging van miUtairen. De classis neemt na breede bespreking dit bezwaarschrift over en besluit het, na eenige wijziging in de formuleering, in te dienen bij de a.s. Generale Synode onzer kerken. De aangenomen conclusies in dit bezwaarschrift zijn de volgende:

a. Met de verbintenis aan dit buiten-kerkelijk instituut is de predikant tot een anderen staat des levens overgegaan. De legerpredlkant kan geen ambtelijk werk verrichten. Hij is ten volle overgegaan uit den dienst van de kerk in den dienst van den staat.

Aangezien deze verbintenis berust op besluiten van de Synode van Groningen 1946 en op approbatie der kerken valt op dit punt een nlet-schriftuurlijk-zien van de ambtsroeping te constateeren, een en ander in pertineuten strijd met het bepaalde in artikel 12 K.O.

Het besluit is eveneens strijdig met de uitspraken der Synode van Utrecht 1923, artikel 163: „Het I. v. Lp. (Instituut van Legerpredikant) is alleen aanvaardbaar, wanneer zij de kerken helpen haar taak voldoen aanvaardbaar als contact-orgaan tusschen de kerken en de militairen de Regeertng moet met de kerken medewerken, niet de kerken met de Regeering".

b. Bmnen het I. v. Lp. is het de overheid, die regeert door aanstellingen, onderhoud en ontslag, en daardoor zelfs tot in den inhoud der prediking stem heeft. De rechten der kerk worden thans uitgeoefend door de overheid. Dit optreden is kerkelijk geautoriseerd blijkens de daadwerkelijke medewerking. Met de besluiten van de Generale Synode vam Groningen 1946 hebben de kerken eigenmachtig beschikt over het haar verleende ambtsrecht. Zij hebben het recht In eigen handen genomen en daarmede de uitoefening van het door Christus gestelde ambt gedegradeerd.

c. De kerk geeft een instructie geheel losstaande van de opdracht van het Instituut, ja zelfs totaal daarmede in strijd. Van tweeën één:

1. De functie van legerpredikant verstaat zich met de ambtelijke opdracht der kerk, maar dan geen bindingen aan een buiten-kerkelijk Instituut;

2. De functie van legerpredikant verstaat zich niet met de ambtelijke opdracht der kerk, maar dan is de legerpredikant tot een buiten-ambtelijken staat des levens overgegaan en kan er ambtshalve geen opdracht worden gegeven.

d. Artikel 7 K.O. houdt het verkregen mandaat hoog; niemand beschUtke over het ambt, noch over de opdracht van de kerk. De kerk doe ook geen afstand van haar rechten. Beschikt zij over het ambt om „hier of daar kerken te vergaderen", dan is het de kerk, die het Woord spreekt uit kracht van bevoegdheid en geen vleesch tot haar arm behoeft.

Wij mogen geen menschen behagen, niet met sluwheid omgaan, geen kunstgrepen toepassen (2 Kor. 4 : 2), maar spreken alsof God door onzen mond sprak (2 Kor. 5 : 20). Wij moeten tegensprekers weerleggen en den mond stoppen (Titus 1 : 9). Elke zgn. mogelijkheid van evangelieprediktng, waarbij de kerk niet met open vizier met haar volle boodschap voor den dag kan komen, mag niet als werkelijke mogelijkheid van evangeliepredlklng worden aangemerkt. De Heere spreke bij monde van de gezondenen en de gezondene heeft slechts Zijn Koningsheerschappij uit te roepen; van meet af aan: Ik kom om het getuigenis Gods te spreken". De opzettelijke evangelisatie, als ambtelijke arbeid, mag niet losstaan van het kerkelijk Instituut, zooals dat In de artt. 27—29 van onze geloofsbelijdenis wordt beleden. 'Zij dient te zijn exclusief Gereformeerd, niet belast met menschelijke bindingen.

De kerk kon hier niet zenden. Niemand heeft ook ooit gezegd: deze taak is zoo zonneklaar Gereformeerd, zoo specifiek eigen met de opdracht der kerk, dat wij hier een duidelijk gebod van onzen Koning mogen vernemen. Niemand heeft hier ooit gezegd: hier ligt een specifiek arbeidsveld om kerkvergaderend bezig te kunnen zijn. Ten eerste zou dit de interkerkelijkheid van dit Instituut loochenen, ten tweede tart dit de werkelijkheid, aangezien dit gedwongen isolement, deze leeftijd en dit losgescheurd zijn van alle normale verbanden, zulk een bezig zijn ten eenenmale uitsluit.

Een beroep op artikel 7 K.O., a, lsof deze werkzaamheid te rijmen zou zijn met een evangelisatieopdraoht, is voor de classis niet meer dan een dekmantel, welke men zichzelf heeft willen aanmeten.'

Dat de kerken tenslotte predikanten hebben afgestaan, kan de classis niet anders zien dan een grooté misstap. Want een predikant kan naar meergenoemd artikel niet afgestaan worden, laat staan aan een bulten-kérkelijk Instituut verbonden worden om. daar kerkvergaderend bezig te zijn. Zelfs het ontvangen van een „wereldlijk loon" acht de classis strijdig met de heiligheid van de opdracht aan de kerk in handen gegeven. Het werpt eveneens een duidelijk licht op het beroep, dat gedaan wordt op artikel 7 K.O.

Zoodra een kerk haar ambtelijke bevoegdheid gebruikt ten dienste van buiten-ambtelijken arbeid, arbeid, waarin menschen ook nog wat te zeggen hebben, heeft zij het bijzondere karakter van het ambt prijsgegeven.

e. Als logische consequentie moet volgen, dat het Instituut haar doel najaagt. Dat doei blijkt uit de legerorder 1946, no. 370, gewijzigd bij L.O. 1946, no. 473, volgens welke: Ie. de geestelijke verzorging zich uitstrekt tot alle protestantsche militairen; 2e. de legerpredikant verantwoording schuldig is aan den hoofd-legerpredUcant; en 3e. hij zich geheel aan zijn taak als legerpredikant vrijdt en in verband daarmede niet als ambtsdrager verbonden mag zijn aan eenig plaatselijk kerkgenootschap. Nemen wij deze legerorder als norm, dan lijdt het geen . twijfel of de kerk van Jezus CShristus heeft bij het bepalen der wegen, die tot het doel moesten voeren, geen richtinggevend geluid doen hooren. Als het gehoord is, dan heeft het niet tot het schriftuurlijk zien van deze zaken geleid. De vigeerende bepalingen spreken een te duidelijke taal.

De medewerkers aan dit I. v. Lp. zijn verkregen uit hen, die, tot wat voor kerkformatle zij ook mochten behooren, door de roeping der gemeente tot het ambt waren Ingegaan. Het Instituut was het echter niet om het ambt begonnen, maar om menschen, die het praedicaat „dominé" voerden. Het ambt mocht immers niet meer gelden, omdat het ambt niet ten nutte gesteld kon worden aan het gestelde doel. Het ambt is gebonden aan het instituut der kerk, en dus aan de belijdenis! der kerk. Kerk en belijdenis maken scheiding onder de menschen en daarvan wU men in het Instituut niet weten. Dit wordt trouwens onomwonden uitgesproken met het bepaalde in artikel 1 der legerorder, waarin voor alle protestantsche militairen éénzelfde verzorging wordt gesteld.

Gaan wij dit kerkelijk sanctioneeren, (en met de daad van medewerking is dat reeds gebeurd), dan dreigen wij ook mede af te voeren van de kerk. Wanneer het bijzondere ambt aan dit instituut verbonden kan worden, geldt dit zeker ook van het algemeene ambt. De roep van de Nederlandsche kerken bij monde van de legerpredikanten is een geheel andere dan de Indische kerken te verstaart geven.

Bij het opstellen van dit bezwaarschrift heeft de classis opzettelijk willen vermijden een last te leggen op de schouders van de legerpredikanten, die zich binnen het huidige systeem een opdracht hebben laten welgevallen. Immers is hun formeel niets ten laste te leggen. Hun aanwezigheid, wat ook gezegd kan worden van hun medewerking, is kerkelijk gelegitimeerd. Op de legitimatiezelve, op de kerkelijke papieren, die de legerpredikanten legitiem met zich medevoeren, mist de classis echter het stempel, dat allen gehoorzamen arbeid der kerki zeer lichtelijk onderscheiden doet van hetgeen niet van de kerk is. De waarheid kan maar op één wijze uitgaan, namelijk vandaar, waar nog de opening der Waarheid gevonden wordt, waar de Heere haar Zelf in het midden hlijft leggen: de gemeente, die belijdt en beleeft een heilige algemeene christelijke kerk.

Laten wij dit heilig privilege nauwgezet bewaren.

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1950

De Reformatie | 8 Pagina's