GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ik zie, ik zie . . . wat gij niet ziet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zie, ik zie . . . wat gij niet ziet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer W. C. F. Scheps, redacteur van Kerknieuws, heeft ter gelegenheid van het afscheid van Prof. dr J. Ridderbos een pelgrimstocht ondernomen naar Kampen en daarbij een stillen omgang gedaan over den ouden Vloeddijk. Hij mediteert er nog wat over na in Kerknieuws van 10 Juni j.l. in de rubriek „Gesprekken met prominenten". Dit gesprek was het negende. Elk van deze gesprekken is een sjonphonie, een samenstemming tusschen den interviewer en den geïnterviewden prominent. En daarom hadden we bijna geschreven over de negende symphonie van Scheps. Welnu — in de inleiding op deze negende symphonie componeert de redacteur van Kerknieuws:

„Wij hebben in ons eentje lopen dwalen heel de Vloeddijk af. Wie nauwkeurig de naambordjes op de veelal oude huizen leest en in Jeruzalem geen vreemdeling is, ziet de waarheid van 't bovenstaande (dat men n.l. in Kampen de Prot. kerk (sic) in tal van openbaringen vindt, D. E. C.) in allerlei facetten. Wij begonnen bij de hoge nummers. En wij lazen in deze volgorde: prof. B. Holwerda (hoogleeraar aan de Theo!. Hoogeschool der Geref. kerken onderhoudende art. 31 K.O.); prof. dr G. M. den Hartogh (idem aan de Theol. Hoogeschool der Geref. Kerken); ds G. J. Zwoferink (predikant bij de Oud-Geref. gem.); da J. Ph. Haumersen (predikante bij de Ev. Luth. gem.); ds J. H. Hartzheim (Ned. Herv. Predikant); prof. dr J. Ridderbos (hoogleeraar aan de Theol. Hoogeschool der Geref. Kerken); ds A. Verhagen (predikant bij de Geref. gem.^ en — hier sloot zich de rij met dezelfde kerkformatle Waarmede wij begonnen — prof. dr K. Schilder (hoogleeraar aan de Theol. Hoogeschool der Geref. kerken onderhoudende artikel 31 K.O.). 'Zo beheerst de Vloeddijk het godsdienstig leven van Kampen!"

Nu zijn wij ook wel eens in Kampen geweest. En het trof op een onzer reizen nog zeer onlangs zoo, dat wij èn Prof. B. Holwerda en Prof. Dr K. Schilder ontmoeten wilden. Wij hebben ook zoo onze prominenten. En hebben — dat is 'n zwak van ons en zoo zijn wij — graag eens bij prominenten den voet achter de deur. Ditmaal bij Prof. Holwerda en Prof. Schilder. Maar toen wij ons naar den Vloeddijk gespoed hadden, wetende dat we daar moesten zijn, was Leiden in last. We kenden n.l. de huisnummers van onze prominenten niet. En zochten derhalve „de naambordjes op de veelal oude huizen" af. Tevergeefs. En wenschten we zoo'n goed geheugen te hebben als de heer Scheps.

Want — die eer zij hem gegeven — al wat in kerkelijke jaarboekjes staat is in zijn hoofd gevaren. Zelfs de huisnummers van prominenten en niet-prominenten. Zoo is ons geheugen niet. Daarom moesten wij op de naambordjes afgaan. En zochten tevergeefs. Want nóch Prof. Holwerda nóch Prof. Schilder heeft aan zijn woning een uithangbord. En daarom concludeerden we, dat de heer Scheps behalve een goed geheugen, ook het tweede gezicht heeft. Te veronderstellen, dat hij bij de inleiding op zijn negende symphonie op zijn geheugen of op een jaarboekje is afgegaan, ware liefdeloos twijfelen aan zijn waarheidslievendheid. Want hij schrijft beginnende bij de hooge nummers den naam van Prof. B. Holwerda en aan het einde van den stillen omgang den naam van Prof. Dr K. Schilder op eens iegenlijks gevel gelezen te hebben. Dus is dat zoo. Maar dan blijft als eenig oordeel der liefde over op het eerste gezicht te constateeren, dat de heer Scheps het tweede gezicht heeft. Scheps ziet, Scheps ziet, wat gij niet ziet Temeer, waar we weten, dat ook Da Haumersen, wier naambord de heer Scheps zegt te hebben gezien, reeds meer dan een jaar niet meer op den Vloeddijk en zelfs niet meer te Kampen woont.

Hetgeen we. Kerknieuws lezende, al eens eerder vermoed hadden. Dat twééde gezicht n.l. Nu is er het bewijs: het tweede gezicht of phantasia joumalistica.

Om eiken schijn van partijdigheid te vermijden, stellen we echter vast, dat deze hebbeUjkheid ook in eigen kring voorkomt. In het Gereformeerd Kerkblad voor Overijsel—Gelderland, heeft ds R. H. Bremmer een artikel gewijd aan De Poortwak e, ons Meisjesblad. Hij schrijft, dat D. E. C. daarin soms zijn bijdragen aan De Reformatie overtreft. Nu moeten we bekennen dat ds Bremmer óns overtreft. Want hoe getrouw wij De Poortwake ook volgen, nooit hebben wij daarin één artikel, onderschreven door D. E. C., gelezen. En — hierin vergissen wij ons zeker niet — wij hebben nog nooit, wij, D. E. C. van De Reformatie, een bijdrage aan De Poortwake toegezonden. Waarom we ook t.a.v. Ds R. H. Bremmer constateeren: helderziend, het twééde gezicht. Het zij zoo. Het kan een mensch soms te pas komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Ik zie, ik zie . . . wat gij niet ziet

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's