GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de lijn van Sikkel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de lijn van Sikkel

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Reformatie" van 6 Mei 1950 citeerden we onder het opschrift: Vasthouden aan de antithese, .... nü? twee uitlatingen van ds J. C. Sikkel en van Fedde Schurer. De eerste dateerde uit 1916. De laatste uit 19 5 0. In beide werd geconstateerd, dat er een soort doorbraak aan den gang was; dat, óók bij de actie van het gereformeerd volksdeel, meer op de p r a k t ij k, dan op de principes het accent viel. Sikkel klaagde hierover: de a.r. partij werd al minder een calvinistische partij. Schurer daarentegen juichte: de kuyperiaansche antithese-gedachte zag hij al meer verlaten; slechts vrijgemaakten en communisten waren nog zoo absolutistisch om streng aan de antithese vast te houden. Naar aanleiding van deze twee uitspraken WAARSCHUWDEN we Sikkels nageslacht. We wezen op de ontzaglijke verflauwing der grenzen, die heden bezig is zich te voltrekken. En we deden dit met smart.

In Gereformeerd Weekblad, 19 Mei 1950, is dr J. Ridderbos nu g e d e e 1 t e 1 ij k op wat we zeiden ingegaan. We zijn dankbaar, dat hij wat we schreven, bespreking waardig keurde. Maar het zou ons nog meer verheugd hebben, als hij ook alles wat we schreven weergegeven had. Dat is helaas niet het geval.

Prof. Ridderbos haalt aan, wat we van Sikkel citeerden. Doch van wat verder gezegd werd, geeft prof. Ridderbos niets, niets weer. Geen woord over de uitspraak van Schurer, geen woord over ons signaleeren van langzame verlamming der antithese (dr Verkuyl, prof. Smitskamp, dr Brillenburg Wurth). Prof. Ridderbos spreekt in dit verband van „er-bij-slepen". Slechts memoreert hij de verklaring-Anema, die terloops genoemd werd, en die hij verdedigt.

Maar met volle kracht werpt prof. Ridderbos zich op ons beroep op Sikkel. Volgens hem is dit beroep valsch. Want:

Ie. Sikkel voelde niets voor scheuring in de partij om kerkelijke kwesties. Hij heeft nooit de leus aangeheven: wij kunnen niet meer met hervormden samenwerken. Vele vrijgemaakten van thans zijn in 1916 ook niet weggeloopen.

2e. De vervalsymptomen, die Sikkel aanwees, zijn eerder kleiner dan grooter geworden. De a.r. kamerclub en „Trouw" hebben voor het beginsel gestreden. , , Het woord onzer mannen droeg waarlijk niet het teken ervan, dat ze van tevoren de champagne uit de bekers der wereld hadden gedronken; en men kan er wel van op aan, dat ook na afloop deze hun niet, bij wijze van dank, is ingeschonken".

3e. Sikkels teekening „was eenzijdig, in verband met een bepaald gevaar, dat hij wilde signaleren", en dat er steeds zal zijn. Maar Sikkel was niet de man, die met steenen van den wal af gooide, zooals vele vrijgemaakten thans doen. In dezen weg, die volgens prof. Ridderbos het pad van den eenheidsman Sikkel verlaat, is geen „eer voor Gk> ds Naam en heil voor het volk en mede voor zichzelf" te verwachten.

We willen aan elk van deze drie argumenten aandacht schenken.

Ad Ie. Het is jammer, dat het schrijven van prof. Ridderbos beheerscht wordt door de praktijk. Met een elegant gebaar, als waarmee men een vlieg wegjaagt, weert hij de beschuldiging van verval van zich af en gaat onmiddelUjk ons schrijven als een oproep tot scheuring brandmerken. En omdat Sikkel geen eigen partij opgericht heeft is alle beroep op Sikkel valsch. We hadden liever gezien, dat prof. Ridderbos op onze beschuldigingen was ingegaan inzake de verlating van het principiëele spoor. Nu hij onmiddellijk over scheuring en wegloopen gaat spreken, willen we er toch even op ingaan, hoewel wij in ons schrijven daar met geen woord van repten.

Het is namelijk niet waar, dat Sikkel ten allen tijde in de a.r. partij wilde blijven. In zijn brochure „In Heilige Roeping" stelt hij wel degelijk de mogelijkheid van een breuk. Blz. 20:

„O, als alles formeel prettig loopt, maar de boom geen vrucht draagt uit den wortel der beginselen!

Dan make niemand zich een illusie van een principieel volk, dat z'ch leiden laat!

Dan — naar uw tenten, o Israël!"

Blz. 45:

„Wee over elk, die zich vergrijpt aan wat den Heere heilig is!

O, wij kunnen als Christelijke Partij voor korten tijd ook een dood lichaam worden, een prachtig ineengezette automatisch werkende machtsmachine voor maclitsbedoelen van hen, die ons weten te overheeren, zonder dat meer van het Woord en den Geest des Heeren in het Partijleven de werking gezocht wórdt.

Neen, dan is er voor de waarachtige God-getrouwen in het Partijleven schier geen plaats meer.

Dan wijkt het waarachtige leven voor God uit het skelet terug.

Ja, dan wordt juist een „Christelijke" Partij voor de waarachtige Christelijke levensactie een doodelijk gevaar; een dreigend gevaar voor wie, vrij van menschen, •waarachtig Gode dienstbaar is.

Dan keert het kruis door de hand van het Christelijkroemend volk zelf terug voor hen, die waarlijk van God gezalfd den gezalfden Christus Gods zijn toegewijd, en die hun pad enkel willen kiezen naar het Woord des Heeren.

Maar zulk een Jeruzalem wordt verwoest. Zulk een gemeenschap, — hoezeer ze zich „des Heeren tempel" roemt, — valt stinkend in puin en drek uiteen".

Wij meenen, dat deze citaten voor zichzelf spreken. Sikkel wilde geen „gesneden beelden" (blz. 45) aanbidden en zei zeker niet, dat liij ten allen tijde in een bepaald verband wilde blijven. Hij kende Gods verbondswraak en wist, dat een lichaam zonder geest dood is. Als zoodanig spreekt hij, nadat hij gestorven is, tot hen, die hem in 1916 hoorden en tot het nageslacht, dat hem alleen uit zijn geschriften kent.

Ad 2e. Vandaag de vervalsymptomen minder sterk? Men wrijft zich de oogen toch even uit, als men prof. Ridderbos dit hoort beweren. Het blijkt hier, dat prof. Ridderbos in den loop der jaren gezwenkt is. In Maart. 1920 bestreed hij Geelkerken's preek naar aanleiding van het „Getuigenis" in een brochure „Kerk en Wereld". Hij zag toen terdege de ethische richting in de Gereformeerde Kerken penetreeren. In 1926 streed prof. Ridderbos zijn strijd te Assen. Daarna richtte hij zich echter tegen getrouwe broeders:1942, 1943, 1944. En daarna zien we hem tot onze groote verwondering zeer breed worden: ynode te Eindhoven en te Den Haag (zending). Te Eindhoven heeft hij er aan meegewerkt, dat zijn kerken de javaansche-bij-den-Wereldraad-aangesloten-kerken metterdaad steunen. De antithese is zoo doorbroken. Te Eindhoven heeft prof. Ridderbos ook de a.r. partij een dolkstoot gegeven door zijn kerken als buitenlandsche (di loear negeri) kerken te laten aandienen. Thans zwijgt hij in alle talen over de oecumenische sympathieën in zijn kerken. Hetzelfde blad, waarin hij, de eindredacteur, ons bestrijdt, wekt in een persbericht van het Zendingscentrum op, om naar de I.K.O.R. te luisteren (ds F. R. A. Henkels en ds M. A. Krop)!, Dat kan allemaal vandaag. De rechtvaardige komt om en de barthianen groeien als het onkruid, en wie erover doleert is een leelijke scheurmaker. Weet Prof. Ridderbos wel, dat de oecumenische beweging niet maar een k e r k e - 1 ij k e actie is, maar ook bepaalde politieke en s o c i a l e ideeën propageert, die allerminst calvinistisch zijn? Weet hij wel, dat een blad als Trouw, dat als een cadaver gehoorzaam, alle oecumenische persberichten opneemt, bezig is het levenswerk van Groen en Kuyper te vernietigen? Voor v/ie het zien wil, is het overduidelijk, dat de kerken veroverende afval heusch niet voor de partijmuurtjes en dagbladschuttingen blijft staan.

Als prof. Ridderbos dan tot staving van de beginselvastheid der a.r. partij wijst op de oppositie inzake Indië, merken we op, dat we het geboden verzet waardeeren, doch ons afvragen of dit wel genoeg principieel geweest is. We zijn geneigd dezelfde vraag als Sikkel in zijn brochure (blz. 43) te stellen: „Is voor volk en Overheid zelf, voor het leven van ons volk en der volken, voor het nationale leven en voor het wereldleven, de eisch van God als God naar Zijn Woord, — of ze het hooren en of ze het laten! — genoeg naar voren gedrongen, de naam van den Christus uitgeroepen, en zóó niet slechts tot wederkeerige bevrediging van Christenen en niet-Christenen, maar naar de eer en het recht des Heeren gesteld het program van Christelijk regeeringsbeleid ? Is het Calvinistisch beginsel in dezen onverholen en onverminkt uitgekomen, in het licht gesteld, en geaccentueerd? " We meenen, dat te weinig het koningschap van Christus uitgangspunt was bij de oppositie, en dat daarom de vrucht, die het mdisch drama had kunnen hebben (na deze bezinning, bekeering en verdieping) veelal gemist wordt. De oppositie tegen de regeering is door ons volk aangevoeld als een reactie van conservatieven, een praktische aangelegenheid ; niet als een verbeten verzet van e a 1 - vinistein, een principieele zaak.

De tijd is overigens verder geschreden. Dezelfde menschen, die leden zijn van kerken, die het gemakkeUjk nemen inzake de tucht, geven ook leiding aan de partij. Het federalisme telt thans vele a.r. aanhangers. Van Egjrpte wordt steun verwacht. Is dit beginseltrouw? Waar klinkt het getuigen tegen de openbare school, de staatsloterij, de binding van onze middelbare scholen aan humanistische systemen ? Waar wordt door de partij opgekomen voor rechtsherstel van Christus' kerk (Sikkel, blz. 44) ? Maar op snelle paarden zullen wij rijden, is het devies.

Ad 3e. Sikkel e e n z ij d i g, prof. Ridderbos? Zoo heeft men steeds alle profeten afgemaakt en alle vijanden binnengehaald. De vrijziimigheid is er steeds als de kippen bvj om een waarschuwende stem als , , overspannen" aan den kant te zetten en een ketterij als „eenzijdig" te vergoelijken. E e n z ij d i g ! Modewoord van deze dagen, waarin men nooit kiezen wil tusschen waar en valsch, doch alles oplost in vooze dialectiek. Weet prof. Ridderbos wel, dat in 1920 dr Geelkerken ook over het EEN2ÏJDIGE Getuigenis van de synode van Leeuwarden-1920 sprak in zijn geruchtmakende preek, en dat hijzelf destijds dr Geelkerken daarover onderhanden heeft genomen?

En dan dat steenen gooien van den wal af en niet plaats nemen in de schuit: Wie heeft destijds menschen uit de schuit gezet, prof. Ridderbos en zijn synode of de vrijgemaakten ? Laten wij dan met kiezelsteentjes gooien, prof. Ridderbos en de zijnen hebben velen ambtehjk gesteenigd en doen dat nog. En voorts: laat prof. Ridderbos het van ons aannemen: het is niet onze bedoeling om ihet steenen te gooien maar om met den „eenzijdigen" Sikkel te waarschuwen. Dacht prof. Ridderbos, dat we voor ona plezier (het nummer, waarin zijn stuk stond werd ons niet eens toegezonden) hem antwoordden, en telkens en telkens maar weer de gevaren signaleerden? -Laat prof. Ridderbos niet achter alles een propagandastunt voor .f.tt G.r.V. (wat weet hij van ons politiek lidmaatschap? ) zoeken, en zich afzetten tegen vrijgemaakte brekers, maar eens op onze argumenten ingaan. Het leven is kort en de verantwoordelijkheid van elk onzer is groot. Wie „Scheepke onder Jezus' hoede" gaat zingen, doch varen gaat op het kompas van den geest dezer eeuw, moet weten wat hij doet. Wie „vrede, vrede en geen gevaar" roept, in een tijd, waarin alles dreigt te derailleeren en weigert op geargumenteerde critiek in te gaan, bouwt kerk, noch staat. Wie wat de vrijgemaakten van de daken roepen negeert, loopt gevaar-Sikkels profetie tegen de „tuinharkers en stucadoors" uit de dagen, toen het calvinisme ook reeds gevaar liep, te verachten; want de vrijgemaakten willen niet anders dan „in heilige roeping" opkomen voor de eer van den Christus Gods. In Sikkels lijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

In de lijn van Sikkel

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 juli 1950

De Reformatie | 8 Pagina's