GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Paulus en nvoorlgaande Reformatie"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus en nvoorlgaande Reformatie"

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)(slot)

(slot)

En nu weet ik wel, wanneer velen vandaag den term „voortgaande reformatie" hooren, velen ook in onzen eigen kring, dan zijn ze al kopschuw. En onder a'l het fraais, dat ons tegenwoordig naar het hoofd wordt geslingerd, is ook dit, dat wie het aandurft, op bepaalde standpunten vanuit de Schrift en de belijdenis critiek te oefenen, reeds terstond uitgemaakt wordt voor een gearriveerde. Nietwaar, wie critiek durft oefenen vandaag, die heet al spoedig de man, die denkt, dat HIJ het toppunt van wijsheid in bezit heeft, die denkt, dat HIJ volmaakt is, hij alleen, die extremist, en dat er bij de anderen niets goed is. Maar daar hebt ge het weer, precies als wanneer we naar de belijdenis van ware en valsche kerk durven spreken. (Wanneer we NAAR DE BELIJDENIS daarvan spreken, zeg ik, want ook onder ons zal waar en valsch wel eens worden gebruikt in den zin van: wij zijn best en de anderen zijn slecht; maar dat is dan ook niet NAAR DE BELIJDENIS van waar en valsch gesproken). Maar wanneer ik een „standpunt" aangrijp met critiek uit de Schriften, dan maakt men weer terstond ervan, dat ik personen oordeel. Doch ik wou alleen maar oproepen tot voortgaande bekééring, ik wou alleen maar probeeren, de menschen los te weeken uit het afgesloten „systeem", waarin ze zitten vastgeroest, en waarmee ZIJ dachten, het eind van alle ontwikkeling bereikt te hebben. Het is alweer het oude liedje, dat men den ander verwijt het kwaad, waarin men zelf verstrikt is. Maar gearriveerd ben ik niet, wanneer ik de Schrift over al mijn gedachten en systeempjes wil laten heerschen, en wanneer ik worstel, om met mijn kleine beetje kennis en wijsheid dieper in de Schriften dóór te dringen, om wij-zer te worden, en méér naar de leer van apostelen en profeten mijn leven in te richten. Dan ben ik geen gearriveerde, die een oordleelsfeest viert. Neen, dan laat ik Jezus Christus rustig in den hemel, totdat het Hem. belieft, om oordeelsdag te houden; maar het heden der genade, dat zich voortzet, dat gebruik ik dan alleen maar, om ver-der te komen en wij-zer en gehoorzamer te worden, en om uit mijn leven weg te doen, wat de Schrift mij als verkeerde dingen zien laat, ook al kost mij dat nu nóg zooveel. Gearriveerd ben ik dan, wanneer ik mij in mijn eenmaal ingenomen „standpuntje" vastbijt, en wanneer niemand aan mijn kerkje of partijtje of particuliere leventje mag komen. Dat is de houding der Corinthiërs, die zij van Paulus moeten laten varen, om zich weer bereid te verklaren, om te betreden den weg der voortgaande reformatie.

En nogmaals, deze uitdrukking maakt vandaag veel menschen, ook in onzen eigen kring, kopschuw. Want in hun oogen heeft dat dezen zin gekregen, dat dan alles kapot moet in het christelijke organisatieleven, en dat er niets meer deugt, behalve dan het nieuwe partijtje en krantje en schooltje. Deze menschen zien een GROEPJE extremisten, dat erg hard van stapel loopt, om zich geheel en al van het breede christelijke leven in een eigen kringetje op te sluiten. Men ziet alweer een GROEPJE, waartegenover men zich weer op zijn eigen „standpuntje" vastbijt, en waarvan men geen enkel argument wil overwegen. En aan den anderen kant loopen we gevaar, om met die uitdrukking „voortgaande reformatie" te gaan dwepen. Dan zien we aan de andere zijde een GROEP, die het etiket krijgt van niet-goed-vrijgemaakten en van menschen, die eigenlijk niet bij ons hooren. En van weerskanten wordt er weer voortijdig geoordeeld. En van beide kanten sluit men zich dan gemakkelijk af voor argumenten. Men heeft nu eenmaal zijn „standpunt", de een het „standpunt" van doorhollen, en de ander het „standpunt" van stilstaan en alles laten bij het oude. Én ge krijgt weer precies dezelfde ellende als in Corinthe: Men vraagt nog slechts; Bij welke GROEP hoort ge? En men zegt nog slechts: O, daar spreekt een „extremist", of daar spreekt iemand, die „niet bij ons hoort", want hij is „niet-goed-vrijgemaakt". Men vraagt alweer: WIE spreekt daar? en men vraagt weer niet: WAT wordt door dezen of genen gesproken? Is de INHOUD van zijn spreken wel aan Schrift en belijdenis verantwoord?

Maar wanneer we dat niet vragen, dan hebben we van heel de voortgaande reformatie een karikatuur gemaakt, hetzij dat we ons ertegen hebben verklaard, hetzij dat we ermee dwepen en die uitdrukking om de tien minuten over onze lippen laten rollen., Men versta mij goed: ik voor mij geloof, om maar een voorbeeld te noemen, dat het Gereformeerd Gezinsblad een zegen is, dien God ons heeft geschonken. Maar dat is dat blad niet, omdat Jongeling zoo'n beste vent is, en Van Ruller wat anders. Maar dat is dat blad alleen maar, omdat het, met veel gebreken en ellendigheden, ons weer terug wil leiden tot het verstaan der Schriften over al het hedendaagsch gebeuren. En dat is een KOERS, die door de Nieuwe Prov. Groninger welbewust is verlaten.

En wanneer we vandaag ds Den Boeft hebben gehoord over de verhouding tusschen kerk en koninkrijk Gods, dan ben ik erg dankbaar, dat ik niet gehoord heb: hier is óns kerkje, en daaraan moeten alle levensvertakkingen worden onderworpen, of iets van dien aard; maar dan ben ik erg blij, dat er geprobeerd is vandaag, de Schriften en de belijdenis naar hun INHOUD weer ernstig te nemen, opdat zoo ons in allerlei systernen vastgeroeste leven weer teruggeleid zou worden tot de vrijheid der gehoorzaamheid aan ons Hoofd en onzen Koning.

Want we moesten maar weer van Paulus leeren, wat voortgaande reformatie eigenlijk is. En dan BE­ GINT Paulus niet met de uiterlijke dingen, met een groepje en een partijtje en een krantje. Paulus BE­ GINT met wat anders, waaruit de ge-reformeerde partij en de Schriftgetrouwe krant vanzelf wel zal groeien door de doorwerking der genade Gods. Want dan zegt Paulus: LAAT DIE GROEPEN-DRIJVERIJ NU TOCH EENS VAREN. Want dit is niet de kerk en het koninkrijk bouwen, dat we een „standpuntje" hebben, dat we door dik en dun vast wiUen houden, en waarmee we over de ruggen en de schouders van de anderen heen onszelf omhoog willen werken, om onszelf te laten gelden. O neen, zegt Paulus, dan hebben we er niets van begrepen, wanneer we denken. dat het erom gaat, hoe we de één den ander kunnen overtroeven, en onszelf omhoog steken en den ander in de laagte drukken. Want wie onderscheidt u? Wie heeft u het recht gegeven, u boven den ander te verheffen? Want zeker, ge kunt wat wijsheid hebben, ge kunt u een inzicht in de Schriften hebben verworven. Maar voortgaande reformatie is nooit dit, dat ge u op dat beetje wijsheid en dat beetje inzicEl laat voorstaan! Dat ge daarmee een prae boven anderen hebt gekregen. Want van alles, wat ge hebt, wat is daarbij, dat ge niet hebt ontvangen? Dan kunt ge u nóóit daarop verheffen, want het is alles ONTVAN­ GEN GENADE. Ge zijt er zelf niets beter en niets wijzer door geworden in uzelven. Want zoodra ge dat meent, dan zijt ge niet ónder de Schriften gebleven, dan houdt ge u niet langer aan de Schriften onderworpen, maar dan hebt ge uzelf boven de Schriften uitgeheven, dan zijt ge UITGEGAAN BOVEN HET­ GEEN STAAT GESCHREVEN. Daarom, als het allemaal ontvangen genade is, v/at Toemt ge dan, alsof ge het niét had ontvangen ? Neen, maar d i t is voortgaande reforrnatie: niet uitgaan boven de Schriften, maar in de kerk en in het koninkrijk allen gezamenlijk bij de SCHRIFTEN leven, u steeds weer met uw inzichten en wijsheden door de Schriften laten critiseeren. Leven var. en uit de verkondiging van het evangelie, van de LEER-INHOUDEN der Schriften, dat is leven van vrije, souvereine genade. Want dan doet ge niet, alsof ge gearriveerd zijt, en alsof de weg al heelemaal ten einde toe is bewandeld; maar dan hebt ge den weg open en vrij gehouden, om gezamenlijk met elkander vèr-der te komen, en wij-zer te worden, en gehoori: a-mer, om den ouden mensch met al zijn wrakke bouwsels af te breken, en den nieuwen mensch te doen opstaan met een waarachtigen levensopbouW; die het oordeel van Jezus Christus straks verduurt.

Zie, dan krijgt ge een heel anderen kijk op wat voortgaande reformatie is; want zoo zijt ge waarlijk wijs in Christus. Dan zoekt ge niet uw kerkje en de eer daarin van uw persoontje, en dan zoekt ge niet uw partijtje en den invloed en de erkenning van de wijsheid van uw persoontje, maar dan zoekt ge de kerk van JEZUS CHRISTUS te bouwen, en in het koninkrijk zoekt ge dan de GRONDWET van dat koninkrijk te laten heerschen en te bereiken de verheerlijking des KONINGJS. Want over bereiken gesproken, ja, naar het uiterlijke gerekend zal dat wd niet veel zijn. Paulus zegt: Om Christus' wil zijt ge dan in de wereld de dwazen, de menschen, die iedereen gek vindt, en de zwakken en de verachten. Invloed en heerschappij en heerlijkheid zult ge dan, naar het uiterlijke gerekend, vóór den oordeelsdag van Jezus Christus niet verkrijgen. Invloed en heerschappij en heerlijkheid, dié zal Jezus Christus u geven in den nieuwen hemel en op de nieuwe aarde. Maar vóór dien tijd moet ge niet rekenen, dat ge een vernieuwing van déze samenleving zult bereiken. Wie werkelijk weer ernst gaat maken met de leerinhouden van de Schrift en van de belijdenis, die op de Schrift gegrond is, en wie weer serieus wil buigen voor het gezag, dat deze leer-inhouden over heel het breede leven willen laten gelden, die zal om Christus' wil voor dwaas worden verklaard, en die zal maar zwak en veracht zijn. Die zal heusch geen hooge bokkesprongen maken in de samenleving.

Maar in Corinthe, daar hadden ze hier beneden in déze samenleving heerschappij verkregen. Want met hun groependrijverij hadden ze het, naar het vleesch gesproken, werkelijk wel reëel aangelegd. Zichzelf ten koste van de anderen omhoog te werken, wel, dat verschaft invloed, en dat gééft macht, en dan krijg je een wei-gevestigde positie in déze wereld. In het heden dezer bedeeling vierden de Corinthiërs niet slechts hun oordeelsdag, maar hier op aarde genoten ze óók al, wat in

werkelijkheid pas na den oordeelsdag van Jezus Christus zal komen: deze menschen waanden zich reeds in het eeuwig leven. Ze hadden allemaal het koninkrijkje van hun wijsheid, waarin ze over elkander naar hartelust konden heerschen. Ze waren volstrekt heer en meester op het terrein van Corinthe. Ze beschikten over alle dingen en rijkdommen, die ze maar wensehten. De handel en de cultuur stonden volkomen voor hen open; er was, om zoo te zeggen, geen terrein des levens, waaropv^hun invloed niet groot was. En daar waren ze niet zoo zuinig trots op. Want hoewel elk groepje zichzelf het beste vond, als het om de macht ging, wisten alle groepen de handen ineen te slaan en gezamenlijk wat te bereiken. Dan „verdroegen" ze elkander, zooals ze ook allemaal door de HEIDENEN werden verdragen. Want geen heiden dacht eraan, om dézen christenen lastig te vallen. Waarom niet? Wel, OMDAT ZE TEN­ SLOTTE PRECIES DEZELFDE LEVENSOPVAT­ TING HADDEN ALS DE HEIDENEN VAN CORIN-' THE. Zichzelf omhoog hijschen, om de anderen neer te trappen, dat is immers het levensprincipe van de wereld! Zoo leven ze in de wereld toch immers precies eender! Dan wórd je immers rijk. en verzadigd, als je met de ellebogen weet te werken! Daar hangt toch heel het leven in deze wereld van aan elkander? En dat is toch het volle, bruisende leven, waarin je ook vandaag de pers en de radio en de film en heel de decadente cultuur tot je beschikking kunt hebben ? Dan heb je éen heerlijk leven, waarin je volkomen met je systeempje terecht kunt. Je fundeert het een beetje vroom met een theorietje van algemeene genade, en dat de kerk pluriform is, en je kostje is gekocht.

Jawel, zegt Paulus dan, met bitter scherp sarcasme, . Zonder ons, zonder Paulus en ApoUos, dat is tenslotte: met verwerping van het u gepredikte evangelie, zijt ge dan zoo ver gekomen! Zonder óns hebt gij geheerscht, want wij, apostelen, zijn nog lang niet aan onzen oordeelsdag en aan ons eeuwig zalig leven toegekomen. Als jullie daar al zijn, dan zijt ge óns aardig voorbijgevlogen. Want WIJ hebben nog een heelen langen weg van voortgaande reformatie af te loopen, en wij zijn nog niet aan het toppunt van onze wijsheid toegekomen. Wij kennen nog maar ten deele, en daar hebben wij ons nog niet defaitistisch bij neergelegd, zeggende, dat er tóch niets aan te veranderen is, en dat wc alle groepjes maar bij elkander moeten brengen in een uitwendige . eenheid. En WIJ kunnen het niet zoo best vinden met de wereld; wij hebben ons dan ook géén bUjvende positie weten te verwerven. Wij zijn maar zwak, maar daar is één ding, dat wij weten: Niet wij zullen door ónze krachtsinspanning en krachtenbundeling wat bereiken, maar in ónze zwakheid zal Jezus Christus ZIJN KRACHT volbrengen. Want in ónze zwakheid zal HIJ Zijn kerk en Zijn koninkrijk bouwen. En in ónze zwakheid komt HIJ tot ZIJN oor.deelsdag; en dan, in een nieuwen hemel en op de nieuwe aarde, waar het niet zoo'n decadente en corrupte boel is als in deze wereld van „christelijke" en humanistische cultuur en beschaving, maar waar gerechtigheid zal wonen, daar zullen WIJ heerschen!

Maar wie den weg der voortgaande reformatie naar de Schriften wil bewaren, en slechts leven wil van ontvangen souvereine genade uit de prediking der .kerk, die komt hier in déze samenleving in het strijdperk, heelemaal onder aan de ladder. Boven aan de ladder zitten ze prinsheerlijk met hun eigen wijsheden en cultuurresultaten te pronken, en z, e zien niet, dat ze op den rand zitten van den krater van Gods oordeel. Maar onderaan, daar is de arena, en daar speelt zich af het drama van de onedelen en zwakken en verachten dezer wereld. Daar worstelen zij, die niet tevreden zijn geweest met bereikte resultaten, maar die vér-der wilden komen in bekeering en in heiliging des levens naar de leerinhouden van de Schriften. Daar strijden zij ten bloede toe, die geen „Paulus-herdenking" houden met film en radio erbij, en die dan ook de massa niet op hun hand zullen krijgen, maar die de LEER van Paulus zuiver zoeken te bewaren, en die de KERK hoog willen houden, die Paulus in Europa mocht planten, en die weer serieus willen nemen, wat Paulus heeft GEPREDIKT, die dèt weer & erieus willen nemen voor het gansche leven. En als. ze daar boven zitten te roemen in eigen wijsheid en eigen prestaties, dan hebben ze daar beneden óók hun roem. Dan zeggen ze daar in de kerk: al zulke roem is uitgesloten; en dan zeggen ze daar in de politiek en in het sociale leven: al zulke roem is uitgesloten. Wij roemen in vrije gunst alleen; en daarom blijven we bij geen enkele mijlpaal stilstaan, die daar langg den weg staat, maar jagen wij ernaar, of wij ook grijpen mochten het einde van den weg, want daartoe heeft Jezus Christus met Zijn léér-inhouden óns gegrepen. Maar daar beneden wordt het dan heel geen verheffend schouwspel. Dat wordt daar een strijd op leven en dopd, die bovenal tegen den eigen ouden mensch gevoerd wordt, om toch maair het evangelie vast te houden. En de duivel zendt er al zijn trawanten op af, en er zullen dooden vallen. Maar tóclf hebben ze in dat doodelijk strijdperk, ook hun roem. Déze .roern, dat alle roem is .uitgesloten, maar dat er in vrije . gunst alleen maar roem is. Want wat zullen engelen en menschen dan aanschouwen? Pers en film en radio zullen luidkeels het overwinningslied der groependrijverij door de wereld laten schallen. Maar het is eventjes te vroeg gejuicht. Want dan komt de oordeelsdag van Jezus Christus. En dan zullen de engelen en de hemelingeh het bezingen, hoe in die worsteling ten doode toe Jezus Christus in de Zijnen, in de worsteling van Zijn slaöhtschapen heeft gètriumfeerd. Eii Paulus en de andere apostelen zullen dan de kerk van Jezus Christus voltooid zien en het hemeisch koninkrijk afgebouwd en als een eeuwig vrederijjc neergelegd over heel de aarde. En dan zullen die areïiastrijders ongehinderd heerschen.

Wij hebben als ouderlingen vandaag weer onze conferentie gehouden. En van een slotwoord wordt verwacht, dat het een opwekkend karakter zal dragen. Welnu dan, broeders, dan heb ik u maar één ding te zeggen: Verheft uzelf niet in groepen-drijverij boven hetgeen geschreven is in de Schriften.. En vergaapt u niet aan wat de machtsconcentratie der vereenigde groepen-drijver's hier beneden weten te bereiken. Viert nü nog geen oordeelsdag en héérscht niet over de schapen, alsof het eeuwige leven reeds was aangebroken. Maar verwacht en haast u tot den oordeelsdag van Jezus Christus, als dwazen en zwakken en verachten om Christus' wil de slachtsschaapkens van Christus weidende met de leerinhouden van Paulus en aL de apostelen en profeten. WANT WE ZIJN NOG NIET GEARRIVEERD; DE STRIJD IN DE ARENA OM DE KERK EN OM HET KONINKRIJK, DE STRIJD OM DE BEWARING VAN HET WOORD DES LEVENS GAAT VERDER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 april 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Paulus en nvoorlgaande Reformatie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 april 1951

De Reformatie | 8 Pagina's