Een vlag, die de lading niet meer dekt

Wie door oude steden dwaalt kan er aan antieke fraai bewerkte gevelsteenen en sehoone inscripties soms zijn hart ophalen.

Als men bijvoorbeeld zwerft door de oude stadjes langs den Wezer, in het Ravensbergerland, in Lippe. Tal van fraai uitgesneden inschriften in den dwarsbalk boven de dubbele deuren der boerenhuizingen verraden daar dat vromer zin eens woonde in de harten van het voorgeslacht, dat die stadjes bouwde, dan in de harten van het kroost, dat thans hun plaatsen — behalve hun plaatsen in de kerk des Zondags — inneemt.

Soms ontdekt men aan een gevelsteen, hoe een gebouw aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken werd. We bemerkten eens hoe achter een gevelsteen, die 't opschrift droeg:

„Linne-weeversgUde",

als we ons goed herinneren zooiets als een jeneverbranderij schuil ging. Het zij er bij gevoegd: de stokerij was niet clandestien. En boven den toegang van een politiebureau, waar dus vandaag de H. Hermandad zijn bedrijf uitoefent, lazen we eens in een zeer fraaien gevelsteen:

Seminarium Ecclesiae ac Reipublicae Cognitio linguarum Clavis scientiarum" ^),

waaruit we concludeerden, dat de Heeren Stichteren van dat gebouw niet zoozeer aan een Spinhuis dan wel aan een Leerhuis, een Gymnasium ofte een Latijnsche School hebben gedacht zoo omstreeks 1631.

Eens was de tegenstelling tusschen hetgeen was en hetgeen is zelfs schrijnend! Dat was, toen we in den gevel van een huis van niet nader te omschrijven, maar „verdacht" allooi lazen:

„Es schütze uns des Herren Gunst Vor Wasser und vor Feuersbrunst. Psalm 121 : 8"^).

Aan deze dingen moesten we denken, toen ons dezer dagen onze oude vertrouwde De Westlander in handen kwam. Opeens zagen we hem voor ons, den redacteur uit vroeger dagen, den verleden jaar overleden „Amandi", wijlen Ds A. H. van Minnen, die in De Westlander jarenlang zoo goede anti-revolutionaire leiding gaf. Het oude devies stond nog „in den gevel": Voor God, Nederland en Oranje. Dat is van overlang de zinspreuk van dat oude streekblad uit het Westland. Edoch: wat thans dat blad voor God, Nederland en Oranje nog wil, is uit zijn inhoud niet meer op te maken. De zinspreuk staat op de frontpagina nèt zoo verweesd en precies zoo vereenzaamd als dat laatste schrijnende duitsche gevelinschrift. De kolommen van de krant hebben met God niets, voor Nederland weinig en voor Oranje al evenmin iets van doen.

Ja, met God nog wel iets. Het blad is kortweg profaan.

Het brengt een soort vervolg-beeldroman voor de Jeugd: Avonturen van Druppie, Boo-boo en 'n kuikendief. En daarin wordt — in het nummer van 8 Juni 1951 — wel zeer profaan gesproken over den engel Gabriel, die naar de Schrift „voor God staat". En bovendien wordt de eere, die aan Gabriel's God alleen toekomt, gegeven aan dezen Bode.

Erger nog. De redactie is daarop gewezen.

En verontschuldigt zich met de mededeeling: We krijgen de copie , , kant en klaar van een uitgeversfirma. Wij hebben de betreffende zinsnede eens nagelezen en begrijpen er al evenmin veel van".

Aldus een van de opvolgers van Amandi. Dte heer G. Karman. Die redacteur vaart onder valsche vlag.

In dit geval ware verwijdering van den gevelsteen zeer verkieselijk.

Nóg beter: laat dat „Voor God, Nederland en Oranje" staan.

En doe daarna. Reformeer uw pers! Wat ge nu onderneemt, schrijnt. Voelt het Westland dat niet meer?

1) „Kweekschool voor de Kerk en het Gemeenebest. De kennis der talen is de sleutel tot de weten-.schappen".

2) „Bescherme ons des HEEREN hand Voor overstrooming en voor brand. Psalm 121 : 8". In Psalm 121 : 8 staat: De HEERE zal uwen uitgang en uwen ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. D. E.C.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen