GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

In vergadering bijeen te Kampen

22 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bidstond in de Nieuwe Kerk.

Aan den vooravond der Synode werd In de Nieuwe Kerk te Kampen de bidstond gehouden onder leiding-van Ds D. van Dijk van Groningen, Het kerkgebouw was des avonds om 8 uur bijna geheel bezet toen deze dienst aanving. In den dienst die gehouden werd liet de predikant zingen Psalm 36 : 3, las voor Matth. 6 de verzen 1& tot 24 en ging voor in gebed. De tekst was gekozen uit het voorgelezen Schriftgedeelte, Matth. 6, de verzen 22 en 23, waar wij lezen:

De kaars des lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zoo zal uw geheele lichaam verlicht w^ezen; maar indien uw oog boos is, zoo zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien dan het licht, dat in u is, duisternis is, hoe groot zal de duisternis zelve zijn!

De prediker had de volgende puntenverdeeling gekozen:

1. De Heere zegt hier, dat een kaars gezet is door den Heere in onzen geest;

2. dat licht kan in ons tot duisternis worden;

3. wanneer dat geschiedt is dit een verschrikkelijk ding,

4. daarom zullen wij wel hebben toe te zien, dat dit In ons niet gebeurt.

Wanneer wij des avonds, wanneer de zon Is onder gegaan, onze kamer naar buiten afsluiten, de luiken dicht doen en geen licht ontsteken, is het donker in onze woning en Is er de dreiging van de hindernis, zelfs van de verongelukking. Maar wanneer wij een kaars ontsteken, verandert alles terstond. Dan kan alles om ons heen ons weer dienen.

Zooals de verhouding is tusschen de kaars en onze woonkamer, zoo is het nu ook met ons oog, zegt de Heiland. De kaars des lichaams is het oog. Zonder het oog is er de voortdurende dreiging van het verongelukken. Maar door het oog wordt alles anders. Door het oog kan het lichaam gaan functioneeren en wordt alles tot onzen dienst. Maar we weten: de Heiland geeft hier geen les m de natuurlijke historie. We hebben hier echter te doen met een dubbele beeldspraak. Er is de verhouding: licht in de kamer en het licht van ons oog. Door dat functioneerendé oog kunnen we werken en als bondgenooten Gods arbeiden, zijn we bekwaam als zijn dienstknechten en dienstnnaagden. We hebben er op te letten, dat dit licht geen mystieke functie is. In ons zelf is er geen licht, maar enkel duisternis. Het lioht van ons oog werd ons geschonken door God bij onze schepping, het werd door den zondeval verwoest en veranderd in duisternis, maar door de herscheppende kracht van het middelaarswerk van onzen Heiland is het hersteld. We kunnen weer zien door de openbaring, die God ons geschonken heeft In Zijn Woord en dat licht is helder en klaar. In alle omstandigheden kunnen wij bij dit licht weten wat we doen moeten. Dat is een ontzaglijk heerlijk ding. Want zonder deze onuitsprekelijke gave zouden we allen m dikke duisternis rondtastea en nooit weten wat de Heere van ons wil. Maar nu hebben we het licht in ons, zegt de Heiland. Nu mogen wij juichend belijden, dat we het licht in ons hebben.

Dat is ook.yan., onschatbare waarde .op; eèn oogenblik als nu, nu wij*éaii'(feii"W> oravond siaai^ vaa «den synodearbeid. Wie de agenda doorziet, merkt dat er vele zaken om afhandeling roepen, vraagstukken waaronder er zijn, die heel moeilijk zijn. De vraag dringt zich aan ons op: hoe komen we daar ooit door heen? Het is nauwelijks te verwachten, dat de synodeleden daar mede klaar zullen komen. En als we dit bedenken kan het ons bang te moede worden, want dat zou een ramp voor onze kerken zijn. Maar we weten het: we behoeven niet bang te zijn. God heeft het licht ons geschonken en het is mogelijk bij dat helder schijnend licht, dat God ons in Zijn openbaring in het Woord gegeven heeft, den rechten weg te zien en dien te bewandelen. En dan komen we klaar en werken we tot rijken zegen van de kerken van onzeta Heiland. Die belofte hebben wij immers? Bij dat heldere Ucht moet het schijnbaar onontwarbare vervluchtigen gelijk een lichte morgenwolk en verijlen tot het niets. Het is mogelijk de vragen op te lossen en de kerken den rechten weg te wijzen waarin zij te wandelen hebben, n.l. wanneer wij maar blijven waken voor één ding: dat het licht, dat de Heere ons schonk, niet verduistert, dat ons oog niet boos wordt, zoodat we geen heg of steg meer zouden kunnen vinden en zouden omkomen m het labyrinth, waarin wij gebracht werden. Het woord , , boos" gebruikt de Heiland in een anderen , zin dan waarin wij dat gewoonlijk bezigen. Het woord beteekent hier , , ondeugdelijk", of „slecht", „onbruikbaar". In den zin zooals wij spreken van een , , slechte aardappel" of van een , , slechte sigaar". En de tegenstelling, die hier voor „boos" gebruikt wordt is dan ook , , eenvoudig", een woord, dat we hier in den oorspronkelijken zin te handhaven hebben. Eenvoudig is ons oog wanneer we het gebruiken tot het doel waartoe God het ons gegeven heeft, zoodat het functioneert tot het doel, dat God het gesteld heeft. Wij mogen niets toevoegen aan dat oog, want alles wat wij daaraan toevoegen is slechts de begeerte van ons eigen zondige vleesch. Dan ontrukken wij het oog aan het doel waartoe God het ons gaf. We kunnen dat wel vergelijken met het opzetten van een zonnebril, of een gekleurden bril. Wanneer ik dat doe, dan beïnvloed ik dat oog. Ik kan dien bril, dien ik opzet, ook op een bepaalde manier gaan slijpen en dan is het oog niet eenvoudig meer. Ik heb er iets aan toegevoegd naar mijn eigen idee en begeeren. Dat de Heiland dit hier bedoelt blijkt ook uit het verband, waarin de Heiland deze woorden spreekt. Het gaat hier immers over een mensch, die dubbelhartig is. De geldzucht heeft hem te pakken, hij heeft het brilletje van de geldgierigheid opgezet. En nu is zijn oog niet eenvoudig meer. Maar het is niet alleen de geldgierigheid, waarmee we ons oog verblinden kiumen. We kunnen den rooden bril van onze vleeschelijke lusten opzetten, of den groenen bril van onzen nijd en wraakgierigheid, of den gelen bril van onzen haat en nog veel meer.

En dat is nu ook het gevaar dat onze synodeleden bedreigt. Om enkele voorbeelden te noemen: de afgevaardigden kunnen van de mindere vergaderingen een bindend mandaat hebben meegekregen. Daar zit de gedachte achter: mijn wil zal door alles worden doorgezet en ik laat mij niet beïnvloeden door hetgeen ter synode te berde wordt gebracht. Wanneer dat gebeurt is de • eenvoudigheid van het ' oog verloren. Natuurlijk beteekent dat niet, dat wij niet tevoren onze houding mogen bepalen en overwegen wat ons te doen staat, wanneer wij eenmaal hier gekomen zijn. Maar het beteekent wel; dat Wij volkomen open moeteh StaEtö voor alle argumenten die hier naar voren gebracht worden. We kunnen ook andere motieven gebruiken waardoor wij onze stem laten leiden. B.v. we kunnen zoozeer aan persoonsverheerlijking doen, dat we zeggen: ik stem precies zooals die of die stemt. Ook dan Is ons oog niet eenvoudig meer. Laat ons daar niet gering over denken. Ook sjmodeleden loepen gevaar de dingen niet meer zuiver te zien, doordat hun oog niet meer eenvoudig is. Dat behoeft nog geen pikzwarte bril te zijn. Als het er op aan komt is dat nog niet eens de gevaarlijkste kleur. Want dan zijn we nog wel op onze hoede voor ongelukken en doen wat voorzichtig aan. Maar die gekleurde brillen, waarbij ik nog wel iets zien kan, die zijn gevaarlijk. Daarom zegt de Heiland ook verder: als het oog donker is, welk een duisternis is dat! (letterlijk vertaald).

De kerkgeschiedenis bewijst dat dan ook. De eerste apostolische Kerk is ten gronde gegaan aan het niet bewaren van het eenvoudige oog. Hoe stikdonker was het in de Kerk ten tijde van de groote reformatie. Hoe was alles duisternis geworden omdat men den gekleurden bril van de paapsche hiërarchie had opgezet. En Is het later weer niet precies zoo gegaan met de kerken der hervorming? Was het ook niet in de vorige eeuw, dat men weer den bril van de hiërarchie opzette en het oog verduisterde? En was het In de jaren 1942—1944 in feite wel anders ? Was het ook toen niet de gekleurde bril van de kerkhlërarchle, waardoor men ui duisternis rondtastte en ongelukken maakte? We vragen ons nog wel eens af: hoe hebben zij dat toch in de jaren 1942/44 kunnen doen? en ik neem aan, dat er bij waren die gemeend hebben met hun vreeselijke zonde van vervolging van hen, die trouw waren, Gode een dienst ie bewijzen; naaar het eenig antwoord is dan: hun oog was niet meer eenvoudig, zij hebben aan dat iets wiUen toevoegen en toen werd het dikke duisternis rondom. En wat zou het nu erg zijn, wanneer wij weer dienzelfden weg opgingen, wanneer onze synodeleden er niet meer voor waakten, dat hun oog eenvoudig bleef. Want dan is het zoo heel gauw radicaal mis. Er liggen weer heel moeilijke zaken op de synodetafel. Ik noem er enkele van: de zendingszaken en de vaak van Van Herwijnen, en zooveel meer. Al deze dingen moeten bezien worden met een eenvoudig oog, d.w.z. met een oog, dat niet verdonkerd is door onzen bril, die slechts vrucht is van ons vleeschelijk begeeren. Laat ons toezien, broeders, dat dit verschrikkelijke niet gebeurt onder ons. Want In Lucas 6 staat er uitdrukkelijk bij, dat we daarvoor zelf te zorgen hebben. Dat kunnen we in Gods kracht en met zijn genadigen bijstand. En dat kan niet alleen de synode, maar dat kunnen wij allen, allen die lid zijn van de Kerk van onzen Heiland. Laat ons toch waakzaam zijn, dat we ons oog eenvoudig houden.

Dat is moeilijk, want dat beteekent, dat we ons zelf moeten verliezen. Het kost zelfverloochening. Maar we hebben hier een voorbeeld in den Heiland zelve, die Zichzelf heeft overgegeven tot vernietiging om den wil des Vaders te volbrengen. Zijn oog is bij alles en door alles eenvoudig gebleven. Wanneer God ons met deze genade zegenen wil dan wordt het goed. Het oog blijft dan eenvoudig. Dat sluit natuurlijk het ingespannen kijken op ons werk niet uit. Maar dan komen we uit de vraagstukken uit en dan hebben onze besluiten klem op onze kerken en dan gaan de kerken de ruimte in en worden de vijanden beschaamd en zullen de engelen zich verblijden. - '

Hierop gaat Ds van Dijk voor in gebed.

Nadat tenslotte gezongen is Ps. 17 vers 3 en de zegen is opgelegd, gaan de aanwezigen uiteen. Hierop werd een begroetingssanienkomst gehouden voor de leden der synode en de genoodigden . in de groote zaal van het kerkelijk gebouw.

Openingswoord van Ds C. H. Lindeboom van Kampen.

Namens de roepende kerk van Kampen werd de synode op Dinsda^gmorgen, 21 Augustus, om 9 uur geopend door Ds C. H. Lindeboom, den oudsten predikant van Kampen.

Hij Het zingen Psalm 91 : 1 en 8, las voor Efeze 6, de verzen 9 tot 20 en ging voor in gebed.

Ds L. noemde het een groot voorrecht en een oorzaak van vreugde, dat hij namens de roepende Kerk van Kampen de synode hier een welkom mag toeroepen. Gij zijt hier gekomen, om, onder Gods zegen alle zaken, weUce de agenda vermeldt, en welke de hoofden en harten van geheel ons kerkvolk reeds geruimen tijd vervulden, af te handelen. We hebben de belofte, dat wie wijsheid van God begeert, deze ook zal ontvangen. Het Is al weer drie jaar geleden dat de vorige synode, die van Amersfoort, bijeenkwam. Er is tusschen dien datum en den huldigen heel wat in onze kerken geschied. Er ligt een onverkwikkelijk stuk kerkgeschiedenis tusschen. Br zijn van ons heengegaan, die met ons broeders waren en met ons het brood a2m 's Heeren tafel gegeten hebben. Zij zijn heengegaan en met hen gingen anderen. We moeten dit diep betreuren, want 'zij hebben een zondigen weg betreden waarop geen zegen des Heeren rusten kan. Maar daarnaast moeten wij toch ook dankbaar zijn, dat de Heere ons heeft staande gehouden. Er is in het synodocratisohe kamp de gedachte geweest en de hoop, dat er velen zouden terugkeeren onder hun juk, maar deze gedachte is beschaamd geworden. Ons getal is, ondanks alles, ongeveer hetzelfde gebleven. Maar bij dit alles mag toch niet ontkend worden, dat er nog veel strijd te wachten staat. Strijd van buiten en van binnen. Want wat we door Gods genade ontvangen hebben, zullen wij moeten vasthouden en ook moeten consolideeren. En de kerkgeschiedenis aller eeuwen getuigt ervan, hoe moeilijk het voor de Kerk is om steeds een pilaar en vastigheid der Waarheid te zijn. Wanneer de storm komt aanzetten en soms tot een orkaan kan aanzwellen, is er altijd de echt menschelijke neiging om op zwakke menschen te letten en wat zachtjesaan te gaan doem. Het is zoo verleidelijk om onzen strijd te gaan regelen naar de zwakken. Maar Paulus waarschuwt ons, dat wij den strijd niet hebben tegen vleesch en bloed. Maar dat do strijd geestelijk is. Wij hebben eenvoudig te volharden in den Strijd, zonder omzien eü zonder aanzien des per-

soons. De soldaten in de loopgraaf hebben slechts blindeling-s te gehoorzamen aan de bevelen die van het hoofdkwartier uit gegeven worden. Want de booze houdt aan. De booze, geesten zijn rondom ons. In onze woning, op straat, bij ons werk, In de Kerk en ook hier op onze synode. Wanneer we ons laten verleiden den strijd te staken op den klank van welmeenende speechjes, of mooie krantenartikeltjes in de kerkelijke pers, dan is de booze er al bij en slaat toe. Daarom zegt Paulus ons: doet aan de geheele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan de listige omleiding van den duivel. Laat ons rustig doorgaan, wat 'er ook geschiedt in deze wereld. We mogen onze marschroute, onze werkmethode nooit laten beïnvloeden door wat er rondom ons heen gebeurt, gezegd of geschreven wordt. En we moeten ook niet zenuwachtig worden omdat er duizenden om ons heen toezien. Het synode-agendum bevat vele moeilijke zaken. Gij kunt die slechts afwerken, staande in de volle wapenrusting waar de apostel van spreekt in Efeze 6. Wanneer gij leugen met leugen, tactiek met tactiek en diplomatie met slinksche streken zoudt willen bestrijden, slaat de vijand reeds toe. Dat daarom onze gebeden vermenigvuldigd mogen worden om te staan In de volle wapenrusting. Want slechts dan staan wij sterk In den strijd tegen de verleidende machten.

Met de bede, dat de Heere Zijn aangezicht over den synode-arbeid moge verheffen en Zijn vrede schenken, verklaart spr. de sjmode voor geopend.

Credentiebrieven.

Hierop verklaart Ds Bouwsma.dat de credentiebrieven zijn nagezien en allen in orde bevonden zijn. Alle ressorten hebben hun afgevaardigden gezonden. Van Ds J. Meijer van Hoogeveen is bericht ingekomen, dat hij wegens ziekte verhinderd is; in diens plaats treedt thans de secundus op: Ds P. Lok van Stadskanaal.

Voor Zuid-Holland treedt in de plaats van br H. J. v. d. Meulen van Papendrecht, br G. F. Mill van Gorinchem. In de plaats van br A. Dees van Zaamslag is aanwezig br J. C, Douw van Zoutelande.

Bericht van de prae-adviseurs.

Van de professoren der Theol. Hoogeschool Is een schrijven ingekomen, meldende, dat zij van oordeel zijn, wijs te doen, door, eer zij aan de ultnoodiging als adviseurs ter synode aanwezig te zijn, gevolg geven, even afwachten wat de synode zal beslissen In verband met het punt der agenda inzake de praeadvlseurs.

Ds Lindeboom, heeft bericht, dat hij aan de ultnoodiging om als praeadviseur aanwezig te zijn, geen gevolg zal geven, daar hij dezen tijd niet kan missen voor zijn ambtelijk werk in de gemeente en tevens overwegende, dat de ultnoodiging vermeldt, dat deze steunt op wat eenmaal onder ons gewoonte geworden Is.

Een soortgelijk schrijven kwam In van Ds Bouwsma. Ds J. de Waard zond bericht, dat hij wegens militaire dienstzaken verhinderd is als praeadviseur aanwezig te zijn.

Verkiezing moderamen.

Dan heeft de verkiezing plaats van den praeses der synode. Ds G. Vlsée verkrijgt 17 stemmen en heeft dus de volstrekte meerderheid, waarop hij tot praeses der synode benoemd verklaard wordt.

Als assessor werd gekozen bij herstemming met Ds K. Doornbos, Ds J. van Bruggen te Assen, als eerste scriba werd bij de tweede vrije verkiezing gekozen Ds H. J. Schilder te Utrecht en als tweede scriba bij eerste vrije stemming Ds F. de Vries te 's-Gravenhage-Oost.

Hierna is de synode geschorst om het moderamen in de gelegenheid te stellen omtrent de werkwijze der synode zich te beraden.

Kwestie prae-adviseurs.

De synode heeft na heropening besloten de kwestie van de prae-adviseurs direct In behandeling te nemen en in de Dinsdagmiddagvergadering in openbare behandeling te brengen.

Een breede discussie ontspon zich in de middagvergadering over de kwestie van de positie der hoogleerar^ van de Theologische Hoogeschool ter synode.

Reeds op de synode-Amerfoort 1948 is dit punt (naar aanleiding van een rapport der op de synode-Enschede benoemde deputaten) aan de orde geweest. Thans was een voorstel aanhangig van de Part. synode-Noord-Holland, waarvan de bedoeling was, dat de hoogleeraren niet door de roepende Kerk als advlseerende of prae-adviseerende leden ter synode zullen worden uitgenoodlgd, doch dat de sjmode, wanneer bij de afwerking van haar agenda de hulp van de hoogleeraren noodig of gewenscht geacht wordt, de synode of een werkcommlssie der synode de hulp van de hoogleeraren kan inroepen, met dien verstande echter, dat ze de vergadering der synode of der commissie zullen verlaten, wanneer het punt, waarvoor hun hulp is ingeroepen, afgehandeld is. Doch tevens waren er voorstellen van de Kerk van Enschede en van de particuliere synode van Zuid-Holland om den bestaanden toestand ter zake te handhaven, waarbij tevens richtlijnen voorgesteld werden Inzake de positie van de hoogleeraren ter synode.

Ds Doornbos, die het voorstel-Noord-HoUand verdedigde, betoogde, dat het er om gaat het kerkelijk leven te houden naar de regelen door Schrift, Belijdenis en Kerkorde gesteld. De positie door de hoogleeraren in de synode Ingenomen steunt op geen enkele dier regelen. Ieder moet blijven in zijn eigen roeping en de hoogleeraren hebben een geheel emdere roeping dan de synodeleden. Ds J. van Dijk van Schlldwolde zelde, dat de bedoelde positie der hoogleeraren slechts op een usantie steunt. En hoeveel narigheid hebben dergelijke usantles in het verleden al veroorzaakt!

Ds' J. ten Hove van Temeuzen prefereerde het voorstel Enschede. Hloogleeraren zijn geen leden, doch slechts adviseurs. Hij' kan niet Inzien wat hier tegen Is. Men vreest van hun zijde het tusluipen der hiërarclüe, maar er zijn toch ook hoogleeraren, die juist tegen deze hiërarchie gestreden hebben. Spr. vraagt zich af, of het betoog van Ds Doornbos niet uiteindelijik tot het opdoeken van heel de synode leidt. Spr. wees ook op art. 18 der K.O.

Ds J. A. Vink van Amersfoort betuigde zijn instemming met het voorstel v£m Zuid-Holland.

Ds F. A. den Boeft van Helpnrian achtte de aanwezigheid van de hoogleeraren in de synode van zeer groote beteekenis in verband met het levendig contact met de Kerken.

Ds J. van Bruggen van Assen onderstreepte het betoog van Ds Doornbos.

Ds F. de Vries van Den Haag-O. wees op de juiste beteekenis van het voorstel Zuid-Holland: de praeadvlseurs worden niet op het niveau van de synode geplaatst, want zij mogen geen voorstellen doen. Ds B. Jongeling sloot zich aan bij het betoog van Ds van Bruggen.

Ouderling H. Troostheide van Bilthoven wees op art. 42 der K.O., waarin wordt gezegd, dat predikanten uit de kerken met meer dan één predikant, die geen afgevaardigden zijn, advlseerende leden kunnen zijn. Het gevaar van hiërarchie ligt niet in de hoogleeraren, doch In de kerken. Het is volkomen verkeerd van het rijke geschenk, dat God in de hoogleeraren geeft, geen gebruik te maken.

Ds H. J. Schilder van Utrecht sloot zich aan bij het betoog van Ds Vink,

Hierna kwam het voorstel Noord-Holland in stemming. Het werd met 21 tegen 10 stemmen verworpen.

Vervroegd kwam nu in stemming het geamendeerde voorstel Enschede, dat de roepende Kerk voor elke te houden generale synode de hoogleeraren uitnoodigen zal voor eventueele adviezen, 't Werd aangenomen. Het punt C ontlokte discussies van Ds F. A. den Boeft, Ds B. Jongeling, Ds G. Janssen, Ds W. de Graaff, Ds Doornbos, Ds H. J. Schilder, Ds F. de Vries en ouderling P. Rooze. Het kwam geamendeerd in stemming en werd aangenomen. De termen prae-adviseerende en advlseerende leden, zoo sprak dit voorstel uit, dienen te worden vermeden.

Bij de verdere discussies sprak de synode uit, dat de hoogleeraren als adviseurs" aan de werkcommissies kunnen worden toegevoegd, welke commissies alleen bestaan uit synodeleden, uit wier midden ook rapporteurs worden benoemd. Voor eventueele zendingszaken geldt één en ander ook voor den zendingslector.

Werkv/ijze Synode.

De synode besloot, op voorstel van het moderamen om een vrij groot aantal agenda-punten af te doen zonder verdere voorbereiding in een commissie. Dit betreft pimten, die in de mindere vergadering zijn behandeld en doorgesproken.

Ds J. Meester van Amsterdam-Zuid stelde voor de agendapunten: de verhouding tot de Kerken in het buitenland; de verhouding tot de Chr. Geref. Kerken en de verhouding tot de gebonden Kerken, laatstelijk in synode bijeen te 's-Gravenhage (dit laatste punt betreft de „samenspreking en hereeniging"), welke punten aan commissie I ter voorbereiding waren opgedragen, zonder zulk een voorbereiding in de vergadering der synode te behandelen, daar deze punten In de mindere vergaderingen genoegzaam zijn doorgesproken.

De praeses opperde namens het moderamen bezwaren, waarbij hij opmerkte, dat de ervaring, dezen middag opgedaan, met een directe behandeling van de kwestie van de hoogleeraren ter synode zonder een commlsslonale voorbereiding, wel bewezen heeft, hoe moeilijk het dan is tot een behoorlijk geformuleerde conclusie te komen.

Bovendien — aldus deelde de praeses mede — is er nog een honderdtal brieven van individueele leden der Kerken aan de synode over de „samensprektng", welke brieven men toch moeilijk ter synode kan gaan voorlezen en dus eerst (door de commissie) moeten worden geordend.

Ds Meester trok hierop zijn voorstel In, zoodat deze punten bleven in handen van commissie I, waarin zittlag hebben: Ds J. A. Vink, Amersfoort; Ds G. Janssen, Leeuwarden; Ds H. J. de Vries, Eindhoven en de ouderlingen J. O. Bouwman, Wagenborgen; T. Evlnk, Nunspeet; G. F. van Mill, Gorinchem en E. van Popta, Stadskanaal.

Commissies

Er worden 4 commissies ingesteld.

Commissie I zal bestaan uit de Dl: Vink (voorz.), Janssen, H. J. de Vries en de oud. Bouwman, Evink, van Mill en v. Popta. Deze commissie krijgt o.a. de zaken van verhouding kerken in het buitenland, Chr. Geref. Kerken en samenspreking.

Commissie II zal bestaan uit de Dl: Den Boeft (voorz.), Cnossen, Jongeling en de oud. Geertsema, Rooze, Troostheide en Zemel. Onder deze commissie ressorteeren o.a. de financleele zaken van zending, correspondentie Hooge Overheid en enkele appèlzaken.

Commissie III bestaat uit de Dl: J. van Dijk (voorz.), Meester, Ten Hove en de oud. Kooistra, v. d. Meulen, Nelemans, C. C. de Vries. Hieronder vallen zaken van de zendingsorde, hulpdiensten, evangelistenambt en Soemba.

Commissie IV zal bestaan uit Dl: Doornbos (voorz.). De Graaff, Lok en oud. Boersma, Douw, Haitsma en Vermeulen. Deze commissie krijgt o.a. de resteerende appèlzaken, zaken inzake samenwerking met de zendende kerk, , , afloopende taak" op Soemba, benoeming van zendingsdeputaten. Psalmberijming en geestelijke verzorging militairen.

Rapporten inzake herziening K.O. en Z, 0.

Dinsdagavond werden de synodevergaderingen voortgezet. Aan de orde was de behandeling van de Rapporten inzake herziening K.O. en Z.O.

Door de particuliere synode van Drenthe was een voorstel Ingediend, luidende:

„Dat de synode geen beslissing neme over de zaken behandeld In de rapportéh 3, 4 en 5 van de deputaten voor advies Inzake herziening van de K.O. en de Z.O., wijl deze rapporten te laat toegezonden werden om behoorlijke bespreking te kunnen krijgen".

Verschillende afgevaardigden gaven als hun meening te kennen, dat door de vorige synode alleen rapporten gevraagd zijn voor de kerken en dat derhalve de rapporten zelf niet in bespreking kunnen komen. Het rapport betreffende de hoofd-en hulpdiensten zal In handen van commissie III worden gesteld. Besloten wordt, dat de principieele zendingszaken voorrang zullen hebben op de practische zendingszaken.

Daarna worden l.z. de afhandeling van de agenda enkele zaken geregeld. Het voorstel van de kerk te Rotterdam-Centrum om gedurende de zittingsperiode der synode de deputaten van de synode der gebonden kerken gelegenheid te bieden om hun zienswijze op de besluiten van de Haagsche synode kenbaar te maken, wordt verwezen naar Commisie I.

Afvaardiging Oost-Soemba

De voorzitter doet daarna mededeeling van de correspondentie van de roepende kerk inzake het verzoek om afgevaardigden van de kerken van Oost-Soemba uit te uoodigen. De synode keurt de houding van de roepende kerk goed. Vervolgens komt het verzoek zelf in bespreking. De ouderlingen De Vries en Troostheide bepleiten om aan het verzoek te voldoen. De Dl Doornbos, Ten Hove, Meester en Lok en de ouderl. Kooistra opperen bezwaren. Ds van Bruggen wijst er op, dat, indien we afgevaardigden uitnoodigen, we dan een beslissing nemen inzake de verhouding van de kerken, van Oost-Soemba tot onze kerken. Voor de i3luiting van de vergaderingen op den eersten synodedag heeft hij nog juist gelege/iheid een voorstel in te dienen.

In de Woensdagavondvergadering heeft de synode met groote meerderheid besloten om thans geen ultnoodiging meer te zenden aan de Kerken van Oost-Soemba om afgevaardigden naar deze synode te zenden.

Adviseurs

Woensdagmorgen kwam' de synode bijeen om appèl nominaal te houden. De hoogleeraren worden welkom geheeten. De Synode heeft zich dien dag hoofdzakelijk met commissionalen arbeid bezig gehouden.

Op de avondvergadering heeft de synode toegevoegd als adviseur, aan commissie I: prof. Jager en prof. Veenhof; aan commissie III: prof. Schilder en aan commissie IV: prof. Deddens.

In verband met het schrijven van prof. Holwerda, die aanvankelijk door het moderamen bedoeld was als adviseur van commissie II, kwam diens toezegging aan een der commissies te vervallen.

Missive Ned. Herv. Synode

Een missive van het moderamen der Generale Synode van de Ned. Herv. Kerk, inzake een Ini overleg met dedeputaten voor de Psalmberijming van de gebonden kerken gedaan verzoek, deel te nemen aan een interkerkelijke bespreking over den stand van zaken wat betreft de Psalmberijming werd — daar deze missive geen ultnoodiging tot deelneming aan die bespreking bevatte — door de synode voor kennisgeving aangenomen.

Nadat de synode nog enkele kleinere agendapunten had afgehandeld, is de openbare vergadering geschorst tot Donderdagavond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 augustus 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 augustus 1951

De Reformatie | 8 Pagina's