GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Misverstanden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Misverstanden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over enkele onderdelen van wat in onze nunmiers van 8 en 15 Sept. stond, blijkt misverstand te bestaan, dat ik gaarne wegwerk.

1. In verband met het besluit Inzake studenteu-preken schreef ik: „We zullen ons maar niet verdiepen in de vraag, hoe 't nu verder gaan zal. De tijd zal 't leren". Het blijkt, dat sonxmigen vreesden, dat hier een opwekking tot sabotage lag.

Maar die indruk was onjuist. En niet onvermijdelijk. Als ik de mensen ergens toe „opwek", doe ik, geloof ik, dat rechtstreeks, met 'n beetje „muziek" erbij. Is 't niet zo? Opwekkingen geef ik niet stiekum. Bovendien: heb ik niet zowel op de Amersfoortse als op de Kamper synode publiek het betreurd, als men sprak van een „niet voor vast en bondig houden" van besluiten, die niet vielen onder de in art. 31 K.O. aangewezen uitzonderingen? Nog pas — in verband met Groningen's zendingsbesluit — sprak ik in openbare zitting over zulk een houding duidelijk: ze Is de noijne niet. En in Amersfoort liet ik me ontvallen: het is om te hullen. Me dunkt: men had zich de kwelling kunnen besparen.

Ik bedoelde precies wat ik zei (en nog zeg): de tijd zal 't leren. De mensen hebben drie gevallen kunnen zien van een „niet voor vast en bondig houden", en een vierde kwam inmiddels zich melden: een synodelid kwam even na dit artikeltje met een openbaar verzoek, zijn nietvoor-vast-en-bondig-houden van een kersvers besluit wereldkundig te maken.

Nu doet voorgaan volgen. Niet Ik ben vóór dat volgen. Maar ik beu ook niet blind. En dus kan ik niet anders doen, dan allen opwekken, zichzelf en mij te houden aan wat ik in de vrijmakingspublicaties schreef over: „de techniek van het bezwaard zijn". Als sommigen voor zichzelf een streep halen door wat ik zelf als abc van die techniek bleek te beschouwen, behoeven zij niet te vrezen, dat ik abc niet meer als abc zie; dat doe ik wel. Het is ook niet nodig, het abc ledere week in de krant te zetten. We zullen allemaal dat abc hebben te leren. Dan komt die ene zaak ook wel In orde. De tijd zal het leren, of allen, ook onder hen, die even bedenkelijk keken, dit abc indachtig zullen blijken.

2. D4n dachten sommigen, dat mijn artikel: „Hoogleraren ter Synode, II" (15 Sept.) naar twee personen had heengewezen, toen ik schreef over de twee leden van „het praesldium", en opmerkte, dat zij In bepaalde gevallen prae-adviezen geven, zonder dat de bij die gevallen betrokken punten aan een commissie waren toegewezen voor haar praeadvies.

a) Sommigen zeiden: maar die twee personen zijn afgevaardigden; doch in 'geding is, of nlet-afgevaardigden (hoogleraren) moeten optreden als praeadvlseur.

Antwoord: dat heb ik zelf direct gezegd; lees maar na. Maar er zijn in de pers twee kwesties opgeworpen: a) is er geen gevaar, dat personen met een intellectueeltechnisch overwicht de minder sterk gepantserden al te snel beïnvloeden? en b) moeten het wel niet-afgevaardigden zijn? Welnu: ik gaf duidelijk aan: mijn artikelenreeks is nog niet af, punt b) kon dus nog komen. En voorts: voor wat punt a) betreft. Is de nieuwe praeadvlseursfunctie, toebedeeld aan de altijd intellectueel-technisch overwicht hebbende praeses en assessor een bewijs, dat inderdaad de nieuwe regeling een zekere verrassing Inhield,

b) Sommigen zeiden: er werd op twee personen gedoeld, en men kan tieter critiek op een nieuwe instelling losmaken van personen. Accoord. Daarom schreef ik ook: „men moet het nieuwe geval bekijken, los van de personen-van-heden"; alsmede, dat „in vrijwel alle synodes" praeses en assessor mannen zullen zijn van synodale ervaring.

c) Ja maar, zo werd dan geantwoord: toch werd wel wat van die twee thans als praeses en assessor optredende personen gezegd. Antwoord: natuurlijk. Want als ik het heb over „vrijwel alle synodes", heb ik het wel niet speciaal over de Kamper, maar toch wel óók over de Kamper synode. En wat ik van die twee personen zei, was niet anders dan complimenteus. En gemeend was dat óók.

d) Daarmee vervelt ook het bezwaar, als zouden die uitlatingen voor die twee personen onvriendelijk (om geen ernstiger woord te kiezen) waren. Ik ontken dat. Voor waf de bedoeling betreft. En ook voor wat de zaak betreft. Men moet niet zo gauw aan onvriendelijkheden denken: wij hebben niet, zoals elders wel gebeurd is, op eigen initiatief naar een „Van Velzen" gewezen in een kleine kring van levende mensen. Dat hadden we onvriendelijk (en erger) kunnen noemen, maar we hebben geen woord erover gekikt. Ik herhaal, wat ik schreef: „Ze wiUen dienen, niet heersen". Alsmede: „ze bewijzen hoe nuttig een geregelde praeadviseursdienst wezen kan". Wie hieruit distilleert, dat ik twee personen als tyrannen der synode wou disquallficeren, die vergist zich. We moeten een beetje gemoedelijker wezen tegenover personen. Dan kunnen we wat scherper worden in betrekking tot de zaken.

trekking tot de zaken. e) Voorts (in antwoord op een blad): ik ga mijn mening over hoogleraren ter synode juist nü geven, om aangegeven reden. En

f) nu alle misverstand, hoop ik, wat de personen betreft, is afgesneden, wil ik wel zakelijk mijn mening geven: ik vind de Kamper uitbreiding van de praesidiale functie (nu zie Ik helemaal van personen af) een onverstandig besluit. Niet om de personen, maar om de zaak. De zaken krijgen een onderscheiden manier van voorbereiding. Daar hebben de professoren nog nooit aan meegedaan. Die waren altijd in een commissie. Het ambt van de praeses is wel de behandeling voor te bereiden. Van alle zaken. Maar niet om sommige zaken (wie bepaalt de keus? ? ) buiten de gewone manier (van commissies) zonder gewone beraadslaging of rapport in praeadvies sneller besluitvaardig te maken.

g) We nemen een zinnetje over uit de Acta der Prov. Dordtse Synode van 1574 (Werken Marnix Vereenlging, Acta Ned. Synoden 16e eeuw, uitg. F. L. Rutgers, Utrecht, 1889, bl. 130). Nadat de nsimen der door de classes afgevaardigden , , om met haren stemmen te helpen besluijten" zijn opgesomd, schrijft Rutgers: „Voor het overige bevat deze lijst, volgens haar eigen opschrift, alleen de namen dergenen, die met keurstemmen tegenwoordig waren. Dat er buitendien ook wel anderen de Synode konden bijwonen, en zeUs aan hare werkzaamheden deelnemen, blijkt b.v. uit hetgeen te dien aanzien bericht wordt in de notulen zelve, met betrekking tot den te Leiden beroepenen, maar door de feelegering van die stad nog in Dordrecht opgehoudenen, predikant Caspar Coolhaes".

Ik zeg, dit lezende, met ds Doornbos: „onze vaderen waren zo gek nog niet".

h) Vanwege 't „Schooldagnummer" geven we de ge­wone copie natuurlijk deze week niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1951

De Reformatie | 12 Pagina's

Misverstanden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 1951

De Reformatie | 12 Pagina's