GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Broeder Duiveman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Broeder Duiveman

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

OP EN OM 'T KERKPLEIN

Hij zat schuins voor mij in de kerk. En alles behalve op zijn gemak. Onrustig schoof hij heen en weer.

Nu eens probeerde hij het met het hoofd op de rechter-, dan weer met het hoofd op de linkerarm. Het werd ten slotte de rechterarm. Hij zat. Of liever: hij hing. Zo lang het duurde. Want na enige tijd ging blijkbaar de elleboog, waarop hij leunde, zeer doen. Derhalve werd de schone zakdoek ónder de elleboog gelegd. Zie zo, dat zat lekker. Hij voelde de rust, dat zij goed was.

Junior, die door vader ter kerk was meegenomen, deed naar de mogelijkheden, hem geboden, nét als vader. Dies leunde hij niet op zijn elleboog, maar legde hij het hoofd op de bank. Zoals de ouden leunen, zo steunen de jongen.

De dominee had er geen schuld aan. Want het steunpunt voor het moede hoofd werd reeds gezocht, toen deze nog bezig was aan het voorlezen van de tekst. Niet, dat het die morgen „gesneden koek" was. Je moest er wel bij zijn. Dominee had niet zo'n eenvoudige tekst. Er zijn nu eenmaal in de Schriften, niet alleen in die van de geliefde broeder Paulus, dingen „zwaar om te verstaan". En déze dominé behoorde niet tot het soort, dat die zwaar verstaanbare plaatsen tot gemak van zijn hoorders èn van zichzelve maar liggen laat. Hij had er dan ook behoorlijk op gestudeerd. Want de preek was helder. De tekst werd doorzichtig. Al was het dan niet een van die vlotte preekjes, die zo prettig zijn om aan te horen, al zijn ze dan onder de geestelijke spijzen wat men bij de spijze des lichaams „maagvulling" noemt. Je moest er bij zijn. Hetgeen dan vaak de winst oplevert, dat het in sterke concentratie gehoorde vaak ook langer bij blijft.

Zat het 'm daarin bij broeder Duiveman?

Gebrek aan concentratievermogen?

Dat mocht je denken.

Hij deed veel aan duivensport.

In 't nette dan.

Hij hoorde bij de Zaterdagvliegers.

Een keer heb ik hem op een Zaterdagmiddag meegemaakt hoog boven de daken. Daar was de til. En het wachten op een kostbaar doffertje, dat uit Midden-Frankrijk komen moest. De weerberichten waren secuur gevolgd. De spanning steeg bij de vijf minuten. Maar rustig wachtte hij als een kat voor 't muizengat. Wanneer Junior door 't venster keek, dan was 't: „Sst, jongen, ik wacht op ons doffertje". En als moeder-de-vrouw, die zo lang op de winkel paste, hem riep, omdat ze het alleen niet afkon, snelde hij zo driftig naar beneden, dat het duidelijk was, dat hij de klant verwenste, al gebeurde dat dan, vanwege het bezoek, per inblijvende zonde, dus „invrendig".

„Een stille man", rapporteerde broeder Geldof van het huisbezoek, „een stille man". Waarop ik langs mijn neus weg en bijna tot schrik van de praeses de vraag stelde, of broeder Geldof ook het gesprek wel gebracht had op de duiven? Want ik had bij ondervinding, dat de woordenstroom, als het over de duiven en de duivensport ging, over de competities en de wisselbeker, niet te stuiten was. Juffrouw Duiveman was er niet zo enthousiast van: die duiven, zo zei ze, die duiven vreten geld.

Toevallig ontdekte ik dezer dagen wat broeder Duiveman bijdroeg voor de kerkedienst. En 'k ben er zeker van, dat hij zijn doffertje beter honoreert dan zijn Heer en zijn God.

Die Zondagmorgen heb ik m> e overigens door Duiveman niet laten storen. Maar wél even gedacht: „Waar uw schat is, daar zal ook uw hcirt zijn". 'k Moet er nog weer eens gauw met Duiveman over praten. Wie weet, hoe gauw óók voor hem de Grote Afrekening komt. En het tekort zal wel niet aan te zuiveren wezen met het feit, dat Duiveman niet tot de Zondag-, maar tot de Zaterdagvliegers behoorde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Broeder Duiveman

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 januari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's