Vrije Universiteitsblad 1938-39 - pagina 194

1156 En toen, na dit olTicieele gedeelte van de vergadering, de thee werd rondgediend, ontsponnen zich in de vergaderzaal geanimeerde gesprekken, die blijkbaar slechts noode beëindigd werden toen de presidente de hervatting der vergadering aankondigde. C a u s e r i e B. F a b e r .

Er was aan het agendum een nummer toegevoegd, nl. een causerie van den administrateur der V.U., den heer B. Faber, zulks ter beantwoording van vragen, die uit de vergadering zouden worden gesteld. Over dit deel der vergadering nemen wij — met kleine wijziging — weer over, wat de verslaggever van De Standaard daarover schreef. Nu, aan vragen ontbrak het niet. Want behalve enkele-reeds schriftelijk ingediende vragen, kwamen er nog een vrij groot aantal uit de vergadering, zelfs van een der beide mannelijke bezoekers, door wier aanwezigheid de heer Faber zich intusschen in dit sterk vrouwelijk milieu gesterkt gevoelde. Er waren enkele vragen waarop de heer Faber echter niet het antwoord gaf, dat de vraagsters hebben verwacht. Zoo b.v. „Hoe groot het aantal geplaatste busjes is" — op welke vraag de spreker niet de gewenschte inlichting gaf, daar dit z.i. behoorde tot de competentie van mevr. Verdam, die dit ongetwijfeld zou doen, als zij in de eigenlijke jaarvergadering het resultaat der busjes-actie aan Dr Colijn zou aanbieden. En op een andere vraag: „Of de V. U. nu eerst een economische faculteit inplaats van de medische faculteit zal krijgen", kon de heer Faber evenmin antwoorden, daar de beslissing over deze kwestie ligt bij Directeuren, Curatoren en Academische Senaat. W a a r het de busjes-actie betrof, was de heer Faber concreter en duidelijker in zijn antwoorden. Zoo was er gevraagd, of de lijsten niet vervangen konden worden door kaarten, omdat die lijsten de gelegenheid bieden te zien, wat andere busjes hebben opgebracht. O p duidelijke wijze zette de heer Faber echter de practische beteekenis der busjes uiteen, doch gaf daarbij tevens het middel — dat hij verklaarde van een der dames te hebben geleerd — om te voorkomen, wat de vraagster had bedoeld, n.l. de lijst omvouwen! Vragen over de wenschelijkheid van „wandelende busjes", beantwoordde de heer Faber met de opmerking, dat deze niet te versmaden zijn, omdat men die van tijd tot tijd kan voorhouden aan hen, die om een of andere reden geen eigen busje kunnen of willen hebben. Maar dat moet „aanvulling" blijven. Regel i s : „Ieder haar eigen busje". En dus moeten zij — zulks in antwoord op een andere vraag — ook geplaatst bij hen, die reeds contribuant(e)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen