GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 11

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roltheorie 'Imrder maken' door dr. E. van de Vliert

De rol die, naar het woord van een oude dichter, ieder in het leven te spelen heeft, mag zich de laatste jaren verblijden in een ruime aandacht. Bij tal van opleidingen of bij instellingen als het vormingswerk is de notie dat waar een aantal mensen tezamen zijn, zij in een rol staan tot elkaar, zover ontwikkeld, dat rollenspelen worden ontworpen; een bezigheid die enige tijd geleden ook plotseling favoriet bleek te zijn geworden op de televisie, waarbij men al spelende inzicht trachtte te verkrijgen in een probleem dat aan de orde was. Ook kan men bijvoorbeeld in bewegingen voor emancipatie van de vrouw protesten horen tegen al te vast verankerde rolverdelingen tussen haar en haar man. In tegenstelling tot wat de populariteit van alles wat met rolgedrag te maken heeft zou doen vermoeden, heeft de wetenschap de roltheorie tot dusver maar nauwelijks als bruikbaar geaccepteerd. 'Deze theorie heeft het verwijt getroffen dat ze niet wetenschappelijk genoeg zou zijn; wel is ze verbreid in het dagelijks spraakgebruik, maar ze zou moeilijk hard te maken zijn. Ten hoogste werd er de waarde aan toegekend, datje er verschijnselen mee kon beschrijven.Het gevolg is geweest, dat er tot dusver in Nederland nauwelijks aandacht aan deze theorie is besteed. 'Men is er met een grote boog omheen gelopen.' aldus dr. E. van de Vliert, sociaal psycholoog, belast met de verzorging van de doctoraalspecialisatie Organisatiekunde en Organisatieverandering aan de VU. Hij promoveerde vorige maand op het proefschrift 'Rolgedrag in de organisatie', waarin hij zich onder meer tot taak had gesteld aan te tonen, dat er met de roltheorie meer te doen valt dan het beschrijven-achteraf. Zijn uitgangspunt was dat rolgedrag tot op zekere hoogte voorspelbaar is, wanneer enige achtergronden (variabelen uit de roltheorie) bekend zijn. Wat houdt deze versmade roltheorie ongeveer in? De antropoloog R. Linton legde het fundament met de uitspraak dat elk individu sociaal wordt bepaald door de positie die hij inneemt in de relatie tot anderen in hun posities. 'Wanneer hij de rechten en plichten die aan zijn positie zijn verbonden ten uitvoer legt, speelt hij een rol . . . Er bestaan geen rollen zonder posities en geen posities zonder rollen'.

Dr. E. van de Vliert

Verwachtingen Zodra men tot een categorie behoort (bv. man, puber, leraar, belastingbetaler) of tot een bepaalde groep (bv. gezin, schoolklas, klub, afdeling) neemt men een positie in en speelt men de daarbij behorende rol. Iedereen bezet dus legio posities en speelt vele rollen. Daarbij houdt men in meerdere of mindere mate rekening met de positiebezetters/ rolspelers in zijn omgeving. Want die koesteren verwachtingen omtrent de rol die moet

'!RoUvaferZ....

worden gespeeld. Aanvankelijk waren de aanhangers van de roltheorie van mening dat het rolgedrag voornamelijk werd bepaald door de verwachtingen die in de omgeving leefden; de rolspeler deed dan eenvoudig wat er van hem werd verwacht. In de loop van de tijd echter heeft men er oog voor gekregen, dat niet slechts de rolverwachtingen van anderen, maar ook persoonlijke factoren het rolgedrag van het individu bepalen. In zijn proefschrift, waarvan slechts enige aspecten voorkomen in dit verhaal, noemde dr. Van de Vhert degene die er zulke rolverwachtingen op na hielden 'rolzender' en degene voor wie die verwachtingen bestemd waren 'roldrager'. 'Waar ik op uit ben', zo schreef hij, 'is een bestudering van het rolgedrag van de roldrager. Met name zoek ik een antwoord op de vraag van welke factoren dat rolgedrag eigenlijk afhankelijk is'. De rolzender verscheen alleen op het toneel voorzover hij activiteiten ontplooide die van invloed waren op het gedrag van de roldrager.

'O en E' Het veld van onderzoek bevond zich te 's Gravenhage en bestond uit veertien afdelingen 'Organisatie en Efficiency' van de ministeries. Het was niet toevallig dat dr. Van de Vliert's keuze op deze ministeriƫle diensten viel: van

"jRolzmder".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's