GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 356

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 356

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ook beleidsinformatie worden ingewonnen, waarover de burger vaak niet kan beschikken en waaruit bijvoorbeeld blijkt dat wat de burger wil, tegen diens belang ingaat. Persoonlijk zie ik meer in het mogelijk maken van inspraak op het moment dat die nog met effect kan worden toegepast. Het gaat, dacht ik, ook die kant op.'

Invloed Het bleek dat de burgers om twee redenen behoefte konden hebben hun invloed op de overheid te vergroten. Dat was ten eerste wanneer ze vonden dat de overheid de collectieve belangen onvoldoende behartigde. De macht van de overheid werd dan ter discussie gesteld, omdat de overheid niet genoeg aan de verwachtingen die men had over de belangenbehartiging beantwoordde. Vaak ging dit motief samen met een negatieve beoordeling van de behartiging van de privébelangen door de overheid, van de besteding van het belastinggeld en van de balans van kosten en baten. De tweede reden waarom men meer invloed wenste, had te maken met de mening dat de overheid te weinig deed aan het handhaven van de orde en het vlekkeloos doen verlopen van het openbare leven. In dit - vrij zeldzame - geval werd de macht van de overheid niet ter discussie gesteld; de burgers vonden die macht te zwak en wilden meer in14

vloed om de overheid tot een 'hardere lijn'te, bewegen. Een duidelijke samenhang werd gevonden tussen de houding van de burger ten opzichte van de overheid en zijn opvattingen over haar macht. Hoe meer men de overheid waardeerde, hoe meer men vond, dat haar macht net goed was (of te klein); dat zij gebruik mocht maken van harde maatregelen, en dat burgers zich hadden neer te leggen bij haar besluiten ook al waren zij het daarmee niet eens. Omgekeerd was het ook zo, dat hoe negatiever men over de overheid dacht, hoe vaker men meende, dat te veel macht bij de overheid berustte en hoe minder men geneigd was zich neer te leggen bij haar besluiten wanneer men het daarmee niet eens was.' Ook de samenhang met de opvattingen over de invloed van de burgers op de overheid is duidelijk,' zo werd in het rapport geconstateerd. 'Dit geldt niet voor het oordeel over de eigen invloed: burgers zijn zó unaniem van mening dat die klein is, dat het daarom niet meer uitmaakt of iemand de overheid positief of negatief waardeert; maar wel voor de behoefte aan een vergroting van de invloed op de overheid: naarmate de attitude (houding) negatiever wordt zijn meer burgers van mening, dat hun invloed op de overheid veel groter moet worden en dat de overheid te weinig of niets doet aan het in-

spraak geven aan de burgers in het regeringsbeleid. Tegelijkertijd neemt het aantal burgers af, dat de overheid beïnvloedbaar vindt.'

Kenmerken Tot dusver zijn alleen enige uitkomsten aan de orde gekomen over wat men vindt van de overheid en haar macht. In het rapport werd echter ook gezocht naar de 'achtergrond' van die meningen. Hingen ze samen met 'sociaalculturele' kenmerken, als bijvoorbeeld leeftijd, lidmaatschap van een kerk, voorkeur voor een politieke partij? Zo ja, in welke mate? 'Was er verband met meer persoonlijke kenmerken van deburger, zoals bijvoorbeeld tevredenheid, waardering van macht, of conservatisme (= weinig voelend voor verandering)? Omdat het ondoenlijk is alle kenmerken stuk voor stuk de revue te laten passeren (de geïnteresseerde lezer schaffe zich het rapport aan; uitgave Samsom in Alphen aan den Rijn) volgt slechts een kleine greep. Dat zal dan om te beginnen zijn de samenhang tussen het lidmaatschap van een kerk en de opvatting over de overheid. 'In de christelijke kerk,' zo motiveerde het rapport de keuze van dit aspect, 'is vaak een relatie gelegd tussen de macht van God en de macht van mensen. God, als oppermachtige, heeft aan mensen macht gedelegeerd; de menselijke machtsdra-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 356

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's