GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 419

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 419

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

lering van de openbare discussie, om onderzoek en analyse van de problematiek te steunen en onder de aandacht van de besluitvormers te brengen. De Club heeft schroom voor het betreden van de politieke arena: 'onze functie is een adviserende, niet een uitvoerende, we kunnen later natuurlijk besluiten om een alternatief beleid voor te stellen, maar we moeten ons niet inlaten met politieke pleitbezorging'. Bedroeg het ledenbestand van de Club bij de oprichtingsvergadering in Rome nog slechts 30, begin 1973 was het opgelopen tot 83. De Club kent een minimum ledenbestand van vijf personen, een maximum van honderd. Stichting De Club van Rome is een in Zwitserland geregistreerde particuliere stichting met als voorlopige vestigingsplaatsen Rome, Geneve, Tokio en Den Haag. De Club van Rome werkt zonder staf en heeft een secretariaat dat nauwelijks die naam verdient. Eigen inkomsten, bijvoorbeeld door contributieheffing, heeft de Club niet. Voor financiële middelen moet men derhalve fondsen aanboren. Zo is bij het onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan het geruchtmakende rapport van de Club van Rome gebruik gemaakt van de Volkswagen Stiftung (geconfisceerde gelden uit de Tweede Wereldoorlog die voor goede doelen aangewend moeten worden). Subsidies van overheidswege worden niet geaccepteerd omdat de Club bang is hierdoor aan onafhankelijkheid in te boeten. In de praktijk komt het erop neer, dat de Club voor wat haar financiën betreft, vrijwel volledig is aangewezen op het bedrijfsleven. De ledenlijst van de Club van Rome is nooit bekendgemaakt. Gevraagd waarom de lijst nooit gepubliceerd is en waarom er dienaangaande een waas van geheimzinnigheid wordt gecreëerd, formuleert prof Böttcher een aantal overwegingen: De Club van Rome heeft wat haar ledenbestand betreft nog geen 'eenheid in verscheidenheid' weten te bereiken. Men zoekt nog naar nieuwe leden, met name uit de Derde Wereld, terwijl een aantal leden toekomstige vacatures gaat creëren. Tot die tijd lijkt het de Club beter om nog niet tot een presentatie van de leden aan het publiek over te gaan. De leden van de Club combineren hun lidmaatschap met hun normale dagtaak (over het algemeen belangrijke maatschappelijke functies). Zij zijn daardoor al druk bezet. Böttcher signaleert een dreigende overbelasting wanneer hun namen publiekelijk bekend raken. Het gevolg zou een reeks aanvragen voor interviews, spreekbeurten etc. zijn. Deze laatste overweging noemt Böttcher het hoofdargument voor het niet publiceren van de ledenlijst. Wij zijn aan de hand van de ons ter inzage gekomen ledenlijst van de Club van Rome eens nagegaan wie er in de Club zitting heb-

ben, uit welk land of regio zij afkomstig zijn en welke sector uit de samenleving zij vertegenwoordigen. Het valt op, dat met name de rijke geindustrialiseerde landen sterk vertegenwoordigd zijn in de Club van Rome. ,De

Dr. A. Peccei

sector wetenschap is duidelijk het sterkst vertegenwoordigd, al is de aanwezigheid van Japanse industriëlen opvallend. Er hebben nauwelijks vertegenwoordigers van de Derde Wereld zitting in de Club van Rome. De Chinese Volksrepubliek en de Oostbloklanden ontbreken geheel. (Geheel juist is dit niet: er is één Pool lid die zowel hoogleraar in Warschau als in Wenen is. Voorzover hij in het westen verblijft is hij lid.) Binnen de Club van Rome is men ontevreden over het feit dat de Derde Wereld zo slecht is vertegenwoordigd. Op een vraag aan de heer Pannenborg (samen met Böttcher de enige Nederlander in de Club van Rome) naar de oorzaak hiervan, komt de volgende verklaring. Hij stelt dat het nooit in de bedoeling heeft gelegen om representativiteit naar landen in het ledenbestand na te

streven. Ook noemt hij financiële aspecten die voor de Derde Wereld meer spelen dan voor het rijke westen, met daarnaast de afstand. Zo'n antwoord komt wat vreemd over. De voorzitter van de Club van Rome, Aurelio Peccei, verklaart dat er vanaf het begin van de oprichting van de Club van Rome contacten met de Russen zijn geweest. Peccei noemt zijn naam niet, maar het is bekend dat hij regelmatig contact heeft met prof Gvishiani, de schoonzoon van Kosygin. Peccei zegt de indruk gekregen te hebben dat toetreding van Russische vertegenwoordigers binnen afzienbare tijd tegemoet kan worden gezien. Voor wat China betreft ligt het wat moeilijker. Weliswaar heeft de Club ook daar min of meer regelmatig contacten mee, maar, zegt Peccei, de Chinezen hebben hun handen vol aan het benoemen van mensen in commissies van de Verenigde Naties na hun toetreding. Daar komen dan nog de vele ambassadeurs met hun staven bij, nu steeds meer landen diplomatieke betrekkingen met China aangaan. 'Wereldforum' In maart 1970 komt Ozbekhan, toentertijd lid van de Club van Rome, met een voorstel dat de instelling behelst van een 'wereldforum', dat zich met de door de Club aangedragen problematiek zou moeten bezighouden. Het wereldforum zou moeten bestaan uit 'de oudere staatslieden van de wereld' en vooraanstaande religieuze leiders en vertegenwoordigers van belangrijke maatschappelijke organisaties. Van hieruit zou het tot een wereldbeweging moeten komen... Binnen de Club van Rome zijn over dit voorstel grote meningsverschillen ontstaan. Uiteindelijk heeft een en ander tot het vertrek van Ozbekhan uit de Club van Rome geleid. Met hem verdwijnt zijn voorstel (voorlopig) onder tafel. Maar de tijden keren. Want zie: het

Bijeenkomst in Salzburg. Van links naar rechts: president Echeverria (Mexico), kanselier Kreisky (Oostenrijk), Peccei, president Senghor (Senegal, nauwelijks zictitbaar), premier Trudeau (Canada), premier Palme (Zweden) en premier Den Uyl (Nederland).

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 419

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's