GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Honig uit den rotssteen - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honig uit den rotssteen - pagina 75

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

71

we bij het puin van ons heerlyk en heilig huis neder en God ons asch voor brood en tranen voor drank, dat ons de

Zitten ^eeft

wegvliet van innerlijke bangheid en de huiverige verlatenheid ons het hart beklemt, dan heeft God u een trooster beschikt in dien goddelijken Ontfermer, die alleen onder alle troosters zeggen kan: „Ik weet met den moede een woord te rechter tijd te spreken." En als die Messias dan het volk zijns Gods in droefenis en angst, in donkerheid en duisternisse ziet nederzitten, dan gaat van hem het woord der zielsaangrijping uit „Wie is er onder ulieden die den Heere vreest, die naar de stem van zijn knecht hoort? o. Als hij in duisternisse wandelt en geen licht heeft, dat hij dan eeniglijk betrouwe op den naam des Heeren en op niets anders steune dan op ziel

:

God!" Maar daar

zijnen

wil het hart dan niet aan.

Dat duurt dan te lang, eer aan den levenden God dan het bestuur van ons lot uit de hand nemend, grijpen we dan eigenwillig naar den vuursteen en slaan er vonken uit, en houden er onze pektoortsen bij, dat ze vuur mogen vatten en de spranken er uitspatten, .... en dan, jubelen we in onze eigen wijsheid en in de daad van onze eigen hand en in de redding die we ons zelven wrochten, en roepen de een tot den ander: „Zie, nu is de duisternis van ons gegaan en het vuur spat en alles schittert als in een zee van licht om ons heen!" En neen, vrees dan niet dat de Heere u dat vuur zal uitblusschen. Integendeel, Dan zal Bij dat voeden, dat aanblazen, tot het u eindelijk zelf te fel wordl, en ge angst begint te krijgen voor dit uw eigen vuur, waarin ge zoo dartel u verlustigd hadt, en ge roepen gaat „o, Heere, help ons o. God der mogendheden, red ons. Êed ons van dit zeer groote vuur, dat het ons niet vertere!" Maar alsdan zal Hy, uit wiens weg we liepen en uit wiens hand we vielen, dan zal Hij, op wiens naam we alleen hadden moeten steunen en wiens heerlyk licht we om den walm van onze eigen toortsen veracht hebben, dan zal Hij, de Heilige Israels, in zijn toorn tot ons spreken „Zie, gij allen, die u zelf een vuur hebt aangestoken, en die u met spranken als omgord hebt, wandelt dan nu ook in de vlam van uw vuur en in de spranken die gij ontstoken hebt. Dat geschiedt u van mijne hand en in smart zult gy nederliggen." Dat wordt dan het onuitblusschelijk vuur! Het vuur der bitterheid en der smarten en der co nsciëntie wroeging, dpt ons zengt en schroeit en brandt aan de ziel bij al den weg dien we op aarde te voleinden hebben, en eerst recht vreeselij k als een vuur uitslaan en tot een vlam worden zal die ons omwindt en in haar walmen opsluit, als eindelijk de vensters worden opengestooten en van gindsche zij van het graf de fijne etherlucht der eeuwigheid het

licht

En

komt.

\

:

:

tot ons doordringt.

En

toch, wie

wacht nog op het

licht des

Heeren en op de glansen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880

Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's

Honig uit den rotssteen - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1880

Abraham Kuyper Collection | 257 Pagina's