Honig uit den rotssteen - pagina 1
HONIG UITDEN ROTSSTEEN DOORD^A.KUYPER.EERSTE BUNDEL. TWEEDE PBU-B LIBRARY OF PRINCETONm- 32010THEOLOGICAL SEMINARYAMSTERDAM.J.A.WOEMSER. ...
Honig uit den rotssteen - pagina 3
„De Heere bij:dieuitverkwikken, 'sonze Rotssteen!" zongvoorts,Heeren volk er meenu en dan, aan Ishetstukjesnietzeopbeekjesentevangen,deerEnerenkele dr ...
Honig uit den rotssteen - pagina 5
I.^ï^ getgcfpecntitstil gelijk hetftintr.gespeende kindbij zijnmoeder.Ps. 131Het kind, aan:2.moeders borst nog levend,leeft nog in de eerste Het wil die borst nog telkens; die borst altijd overvloedig; ja, ...
Honig uit den rotssteen - pagina 6
het gespeende kind. Dat heeft niets ; vindt niets mee op wat de anderen eten; en mist het vermogen zelfs om de voorgezette spijs aan de lipjes te brengen. De afhankelijkheid werd volkomen! En zoo was het ook u immers te moede, die, gespeend aan de weelde der eerste liefde, nu klein in uwe ziele w ...
Honig uit den rotssteen - pagina 7
3 II.^cb0>^^cn geftöcn öaïen.De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des menschen heeft niet, waar hij het hoofd nederlegge. Luk. 9 58. :wegsleepend schoon, niet diep aandoenlijk, dat zielwoord: l)e vossen nog hun holen, de vogel nog een ...
Honig uit den rotssteen - pagina 8
zijn „eeuwig huis" niet zijn kan. Hoor maar, hoe Jezus zelfs de vraag: „Heere, sta mij toe, dat ik eerst afscheid neme van wie in mijn huis zijn!" onverbiddelijk afwijst. Neen, neen, zoomin als voor hun Heiland is voor Jezus' verlo.sten het blyvende hier op aarde. Hun saamgroeien tot één plant me ...
Honig uit den rotssteen - pagina 9
5 III.Heere, Heere,vergeefvan Jaeob blijven staan:toch;wantwie zou er hijis klein. 7 : 2.AmosOp watklein, op wat veracht en ingezonken is. op wat nederligt het stof, rust het welbehagen des Heeren. o, Ked ons, o, onze Gr ...
Honig uit den rotssteen - pagina 10
ze klein bleven, liet dat welbehagen niet af. het hart zich weer verhief en keerde in voller stroom eerst weder, als de verbrijzeling weer volkomen werd. ,^Als één dezer kleinen!^'' was het woord van Jezus aan zijn discipelen, waarvan zoomin voor u als my een tittel of jota vallen kan. Verloochen ...