Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 171
SOCrALE QUAESTIE.
En
wet der maatschappij.
fle
kwaad op
leerde
verhinderd.
twaalf jaren
is
door
wijze
nu bewezen,
arbeid niet
de
in de tweede plaats: dat dit aldus gesigna-
doeltreffende
In lioeverre
171
mag
redactie
zijn
niet dat
worden
zal
aan een kind onder de
opgelegd waartoe het nu vaak wordt
gebezigd, neen, maar dat een kind onder de twaalf jaren gQQw arbeid lioege-
mag
naanid, hoe licht ook,
noch
gedurende
eerst:
Het
komend,
zoo
is,
meende
metterdaad
verrichten, noch gedurende den geheelen dag,
gedeelte van
een
men hij,
dat
er
De heer Van Houten
dien.
wil, een greep!
toch
zei zelf
Later eenigszins hiervan terug-
grond
eenige
voor
bestaat, terwijl
hem met argumenten
enkele leden van de overzijde
hulp
te
kwamen. In het voorbijgaan l^en ik den heer
antwoord
schuldig.
De geachte
Van Houten nog
spreker vraagde mij, of
ook niet soortgelijken lossen greep doet
terrein
;
een incidenteel
men
ojj
ander
waarop bijvoorbeeld de
bepaling van den zevenden dag als rustdag dan toch gegrond is? Ik laat hier niet lokken op het veld van theologische beschouwingen,
mij
verwijs den geachten voorsteller toch naar een
werk
niet
maar
van een mijner
geestverwanten, maar van een zeer liberaal schrijver, naar Baehr in Symboliek. Daar zal
dunkt
hij,
op
mij,
voldoend antwoord vinden. Of mocht theologisch
klemmen wiens
auteur, een veld betreden,
liggen,
hem dan
mij
laat
hand een interessant
180 van het eerste deel een
liever niet,
waarop
door inzage van een
niet zelden voetangels en
verwijzen naar Marcus Varro, van
artikel over deze materie ons
Noctes AUicae van Gellius.
de
blz.
hij
zijn
bewaard
in
is
Inzage hiervan zal den geachten spreker
doen begrijpen, dat de keuze van het getal zeven voor den rustdag
En mocht
alles-
het den geachten spreker ooit in
behalve
een losse greep
den
zin
komen,
ook
ten
onzent den tienden dag als rustdag te vieren en decaden in te
dan
voeren,
om
zou
is.
navolging van de Nationale Conventie te Parijs
in
ook
hij
ontwaren, hoezeer dit denkbeeld afstuit op de
reëele gegevens onzer maatschappij.
Dit
geldt
ook
bedenking van den geachten afgevaardigden
de
uit
Zuidhorn. Hij vraagt, of ikzelf niet een even willekeurige bepaling te
spreken van
,,
maak
door
minderjarig en '\ en of de drie-en-twintigjarige leeftyd dan
ook geen willekeurige greep
Ik meen niet.
is.
De
leeftijd
van den mensch
is
door de natuur onderscheiden in verschillende perioden, gelijk dit zeer juist
onder
anderen
debat
is
Zoowel
door
den deskundige,
aangetoond. de
mannelijken
Elk
kinderleeftijd leeftijd als
dier als
den
heer Rombach,
perioden heeft
die
zijn
van den knaap, zoowel
van den ouderdom.
bij
ditzelfde
natuurlijke grenzen.
Wil men een
die
van den
getuige,
men
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's