Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 266
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XX^II.
264
Artikel,
11 26. Want zo dikwyls als gj dit brood zult ee ten, en de dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, tot dat hy komt. :
Van de inwoning
b.
Kerk:
59
Jes.
:
My
21.
de Heere:
des
Woords en
aangaande,
Myn
dit
des Geestes in de is
myn verbond met
is, ende myne woorden, die ik in uwen monde geleid hebbe, die zullen van uwen monde niet wyken, nog van den monde uwes zaads, nog van den monde des zaads uwes zaads, zeid de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe.
haar,
zeid
Geest, die op u
c. Van de bewaringe Gods zijner Kerke, tegen het woeden der vijanden Jes. 4 5. Ende de Heere zal over alle woningen des bergs Zions, ende over haare vergaderingen, scheppen een wolke des daags, ende eenen rook, ende den glans eenes vlammenden vuurs des nagts: want over alles wat heerlyk is, zal eene beschuttinge wezen. Matth. 16 18. De poorten der helle zullen dezelve niet overweldigen. :
:
:
.*.
Hoe nog meer?
Vrag.
Antw.
Uit de heilige Historie, die ons aanwyst, dat zelf in de allerswaarste tyden, altoos eenige overblyfzelen van de Kerke gevonden zijn; 3.
Als ten tyde van Elias: Kon. 19: 18. Ook hebbe Israël doen overbly ven zeven duizend alle kniën, die haar niet gebogen hebben voor Baal, ende alle mond, die hem niet gekust heeft. a.
ik
1
in
:
b. Ten tyde der Arrianen, wanneer de Kerke, gegeven zyn twee vleugelen eenes grooten arends, op dat zy zoude
in de woestéine, in haare plaatze, alwaar zy gevoed wordt eenen tyd ende tyden, ende eenen halven tyd, buiten het gezigte der slange, Openb. 12 14.
vliegen
:
Wat
8. daar staat, gy van Luc. 18 dat het gelove zoude ophouden; en Openb. 13 8. dat de gantsche aarde het beest zou aanbidden ? .•.
Vrag.
zegt
:
:
Antw.
Deeze
plaatzen
zijn
niet
volstrekt,
maar
in
«enen
zekeren zin te verstaan, van het klein getal der gelovigen, en van den grooten hoop der godlozen. .•. Vrag. Wat gronden heeft de Kerk voor haar bewaringe ?
Antw. 1. Alle de deugden Gods, zijne goedheid, liefde en magt Mal. 3 6. Ik de Heere worde niet verandert daarom zyt gy, ó kinderen Jacobs, niet verteert. :
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's