Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 104
§
Hoogkeidsrechlen van hel Rijk.
(5.
van
Afgescheiden
den
Gouverneur,
dan
slechts
koloniaal bestuur en
onder
hetzij
zijn:
het
1.
der
beleid
l^eheer,
het hoog-
als
onder
hetzij rechtstreeks
specialen Commissaris staande, zou
een
buitenlandsche aangelegenheden;
maritieme macht; en
militaire en
de
het
van het Rijk rakende, en derhalve,
heidsrecht
2.
tut HE KOLUNIALE qüaestie.
bijvoegsel
1(J4
3.
het beheer van de
woeste
gronden en verdere domeinen.
Het d.
anders
dan
den
door
het
deze
ten
i.
buitenlandsche
der
beleid
verein,
aangelegenheden,
wettigen
wijl
die den
mede verbinden; en bovendien
Rijk,
souverein
sounooit
kunnen of mogen behandeld
worden.
Maar ook de
om
niet strekt
maar
er
maritieme macht, voorzoover deze namelijk
militaire en
zeeroof tegen te gaan of de publieke orde te handhaven,
en wordt aangewend,
is
om
aan het Rijk
zijn
koloniaal bezit
tegenover een buitenlandschen vijand te waarborgen, of ook
Minstens
de
helft
van de militaire en maritieme kosten behooren
naar recht en billijkheid, niet door de Koloniën zelven, maar door
dus,
het Rijk te worden gekweten niet
ten
heid
en
eer van
de
om
de eenvoudige reden, dat deze kosten te
onzen bate, voor de hoog-
het Rijk, gemaakt worden en uitsluitend strekken
onze souvereiniteit te handhaven. te
bezitten
een eer; verhoogt ons prestige; geeft ons
is
Europa een geheel andere
innemen de
,
van de Koloniën, maar
behoeve
Koloniën in
aan het
neiging tot opstand en muiterij.
lijke
om
om
het rustig bezit van zijn Koloniën te verzekeren, tegenover moge-
Rijk
van
glorie
aangemerkt
als
iets
staat
waard moet
souverein
bestuurs-
beschikt,
kosten
;
en moet uit dien hoofde
om
zijn.
dan ook ten derde over, dat het Rijk,
mag
ook in de Koloniën het genot
met name
;
namelijk
de
waaruit
dan
de
en beheerskosten, betaald
souve-
regalia en de
hona vacantia,
die het
d.
als Rijksdoviein
kunnen gevonden worden voor
gelden
worden
als
en moet hebben, waarover elk
Gouvernementstuinen en woeste gronden,
kunnen
nog
een voorrecht dat niet weinigen ons benijden, en welks
Maar hiertegen
beheeren
dan we zonder heur bezit zouden
een roemvol verleden schijnen
handhaving ons dus ook
rein,
positie,
doet over de zwakheid van ons tegenwoordig volksbestaan
;
i.
te alle
hoog gezag raken, waaruit dan de
voor bedwang en defensie; en waaruit
een eventueel overschot kan aangewend tot delging van de Rijksschuld, overmits
in die Rijksschuld schulden
ook van kolonialen oorsprong schuilen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's