Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 270
ONDERWIJSQUAESTIE.
270
noch
wijs,
dnsverre
tot
en
deelnemen,
zao-en
noch
te wisselen,
van gedachten
bij
de quaestie van het Indisch onder-
bij
van het lager onderwijs aan het debat
die
dat vermoeden,
jnist
„dat er iets achter steekt",
maakt ons ongerust.
wij
Heeren,
Mijne
Intusschen,
op dezen weg voortgingen
alle bij
zaken hebben een einde, en indien
het Gouvernement op spreken aan te
dringen, zou het gaan zweemen naar onbescheidenheid.
Maar
daarom zwijgen?
wij
zullen
Generaal moeten
volksorgaan, en
zijn:
De
Mij dunkt: neen.
mogen
om
niet,
Nu
Staten-
Groens woord
te
het debat derhalve
ö-ebruiken:
„ontaarden in Regeeringsinstrument".
o-ekomen
op een punt, waarop wij met de Regeering niet verder kunnen,
is
wordt en en
ten
het niettemin de roeping der Staten-Generaal, met elkander
blijft
van
aanhooren
het volk, over zoo
onderwerp hun meening
aandacht der
de
veroorloof
doen
te
bij
Kamer
in te
uitnemendheid gewichtig
Het
blijken.
is
daarom, dat ik mij
roepen voor de beantwoording
van deze twee vragen:
P.
dralen
langer
Is
op het stuk van herziening der
op het
Avet
lager onderwijs geoorloofd? en
Welke
2*^.
naire partij I.
verantwoordelijkheid rust ten deze op de antirevolutio-
?
op hel stuk van herziening der wel op
dralen
langer
Is
onderwijs geoorloofd
hel
lager
?
Ik antwoord ontkennend: P. uit hoofde van de achterlijkheid onzer nationale ontwikkeling
bij
die
van andere volken
;
2^.
omdat
in de
wijsquaestie juist het element van onderwijs, het paedagogische,
meer
debat verdwijnt;
uit het
voorbijgestreefd, en
4^.
3".
onder-
meer en
omdat het doel der wet van 1857
is
omdat de druk der conscientie inderdaad onhoud-
baar wordt.
Onze
nationale
ontwikkeling
dreigt
aehler
te
geraken
hij
die
van
andere volken. Ik
zeg
dit
niet
met het oog op het schoolverzuim..
Ook
in het
Regeeringsverslag wordt van het schoolverzuim op onjuiste wijs gewaagd.
Het
cijfer
van de kinderen, die volstrekt van
wordt daar opgegeven
Regeering
niet,
waar
als
alle
bedragende 84.000.
maken.
Iedereen
toch
onderwijs verstoken
zijn,
Dit kan niemand, ook de weet,
dat onze wet ook
huisonderwijs erkent, en de kinderen, die dat onderwijs genieten, kunnen niet
gezegd
\A'orden
van
alle
onderwijs
verstoken te
zijn
;
men, dat er ook onder onze landskinderen worden gevonden, lichamelijk
of
geestelijk
dermate
kwijnen,
dat er
bij
voorts weet die, helaas,
hen geen sprake
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's