GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 62

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

46 te zijn. De Zendeling op het eiland Nias vanwege het Rhijnsche Genootschap arbeidt, berichtte „Wij moeten u eens, dat hem gezegd werd op uw woord gelooven boeken, waarin wij de zaak die gij verkondigt kunnen nalezen, hebben wij niet." Aan dit billijk verlangen van den heiden moet allereerst voldaan worden, dat hij moge kunnen „nalezen," wat hem verkondigd wordt, doch de omvang van de behoefte aan een Bijbel in de taal, waarin de Zendeling moet .spreken, is naar mij voorkomt nog wijder uitgestrekt. Voor den Zendeling zelven is het

Christuswege

behoort

Sandermann,

die

:

;

onmisbaar, dat

hij

uit de Schrift de stof en de

bewoording

voor zijne Evangelieprediking ontleene, indien ten minste het Evangelie door hem zal gepredikt worden. De Zendelingkweekeling ook moet zich kunnen oefenen naar eene Bijbelvertaling, die hem het Evangelie leert brengen aan het volk, waarheen hij zal worden uitgezonden, indien men anders niet lederen Zendeling eerst bij zijne komst op zijn post zal willen laten doorworstelen, wat het begin van het werk zoo uiterst moeilijk maakt." Gode zij gedankt, dat men het beginsel heeft in pi'aktijk gebracht, hetwelk op den Pinksterdag na 's Heilands verhooging profetisch verkondigd werd, toen de schare, die onder het bereik van het Evangeliewoord kwam, de groote daden Gods hoorde prediken „een iegelijk in zijne eigene taal." De uitstekendsten onder de Evangeliepredikers, die in den dienst van de Compagnie werkzaam waren, hadden door het vertalen van den Bijbel in zijn geheel of bij gedeelten, dit beginsel gehuldigd. En sedert is men met pryzenswaardigen ijver in die richting voortgegaan, en heeft men, ondanks onnoemelijke bezwaren, den reuzenarbeid ondernomen om den Bijbel, hetzij in zijn geheel, hetzij gedeeltelijk, in onderscheidene talen van den Indischen Archipel onder het bereik te brengen van de aan onze rechte

heerschappij onderworpen volkeren.

De Zendeling aanvaarde dan ook dankbaar het bezit van den Bijbel in de taal van het volk waaronder hij arbeidt, niet enkel als een levensbehoefte, maar ook als een welkome hulp hem zelven zoowel als aan de toegebrachten tot het geloof aangeboden. En wat voorts de verspreiding der Heilige Schrift betreft onder de volken, die nog niet tot het Christendom zijn toegebracht, daaraan staan in onzen Archipel en zelfs op Java, ten gevolge der maatschappelijke en geestelijke ontwikkeling der bewoners, velerlei bezwaren in den weg,

doch de Christelijke liefde getrooste zich het met milde hand, het brood des levens uit te reiken, in de wetenschap, dat de Schrift niet nalaten kan, door den Geest, die in hare bladen spreekt, invloed op de harten uit te oefenen. offer

Moet Bijbelverspreiding hand aan hand gaan met het Zendingswerk en wordt dit laatste daardoor ten zeerste gebaat, niet gering mag ook het voordeel heeten, dat de beoefening der der geo- en ethnotalen- en letterkunde, graphie in het algemeen en die van den Indischen Archipel voor de Zending afwerpt. Op het gebied der wetenschap op het gebied der taalkennis, land- en volkenkunde hebben de Zendelingen zeker veel, ontzachlijk veel gedaan, dat, al heeft niet alles den toets van streng wetenschappelijk onderzoek kunnen doorstaan, de wetenschap veel verder gebracht heeft dan zij anders zou gekomen zijn. ledere wetenschap heeft, vóór zij als zoodanig optreedt, om zoo te zeggen, eene periode van voorstudie noodig, welke in deze door het werk der Zendelingen aanmerkelijk verkort is. We onthouden er ons van, hier namen te noemen. Maar wie onzer kent, zoo al niet bij eigen ervaring, dan toch bij geruchte, de kostbare bijdragen niet, die onze Zendelingen voor de taaistudie, voor de beschrijving van landen en volken, van zeden en gewoonten, voornamelijk in onzen Indischen Archipel, hebben geleverd ? Hoevele mededeelingen en waarnemingen worden niet door hen den man van wetenschap aangeboden, die deze met erkentelijkheid in zijne schatkamer kan vergaderen. Doch, hoewel de overtuiging algemeen is, dat de taalkundige, geo- en ethnografische studiën der Zendelingen even onontbeerlijk zijn als voor den reiziger landkaart en kompas, behoeft het echter geen betoog, dat zij niet al hun tijd, in de eerste plaats, aan allerlei waarnemingen en nasporingen op het gebied der taal-, land- en volkenkunde zouden kunnen wijden. Zij moeten en willen dit ook gaarne aan de beoefenaren dier wetenschappen overbehoeft het laten; en deze, op hunne beurt nog aanwijzing?, bieden zij niet aan de Zending eene belangrijke, niet te versmaden hulp aan? Wat zij leverden en leveren, behoort het niet tot de onmisbare voorbereidende (propaedeutische) studiën van den Zendeling? Het bewustzijn van het belang der Zending en der wetenschap voor elkander is op verre na nog niet helder, algemeen, en levendig genoeg. Toongevers op het gebied der wetenschap zien wel eens met hooghartige minachting ;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's