Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 244

XXVI.

242

wy

Artikel,

zyn door de offerhande des lighaams Jesu eenmaal [geschied]. De voorbiddinge is zijn werk in den hemel, Roni. 8 34. Die ook voor ons bid. Ilebr. 7 25. Alzo hy altoos leeft om voor ons te bidden. Weegens het eerste is gesproken, Art. XXL Nopens het laatste, staat geheiligt

Christi,

:

:

thans gehandelt

Ware

Yfag.

te

worden.

het niet genoeg dat Christus op aarde zijnde,

heeft geoffert?

Antw. Gautscbelyk niet. hy offerende op aarde

die

Christus

moest

de

zaligheid

heeft verdient, door kragt van

voorbiddinge toebrengen. Dit was voorgebeeld door den Hogenpriester onder het Oude Testament, welke niet alleen moest offeren, maar daar na met het bloed der offer-dieren ingaan in het Heilige der Heiligen, om dat te sprengen op het Verzoen-dekzel, om daar een rook van reukwerk van te maken, Lev. 16. Zonder dit konde Christus geen Hogenpriester zijn. Hebr. 10 11, 12. Een iegelyk Priester stont wel alle dage dienende, ende dezelve slagtoflFeren dikmaal offerende, die de zonde nimmermeer konnen wegneemen. Maar deeze een slagt-offer voor de zonden geoffert hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de regterhand Gods. zijn

:

.*.

Hoe

Vrag.

Antw.

blykt dit verder?

Dit was noodzaakelyk

Aan

de zyde Gods, dewyl het Gode zo min betaeenen schuldigen zondaar aan zijn hoogst gekwetste Majesteit, tot zijn genaden-throon toe te laten, waarom hy als hem zelve in gunste na hem te wenden zodanig een behoefde, die als zijn voldoenende Borge in zijn plaats daar ten goede verscheen, om zulks uit kragt van voldoeninge voor hem te werken. 1.

melyk

was,

;

Aan

de zyde des Middelaars, dewyl Christus uit van zijn borgtogt was verbonden, de zijne tot de bezitting van de hemelsche gelukzaligheid over te brengen, waartoe zijn voorbiddinge, zo wel als zijne offerhande, 25. Waarom hy ook volkomelyk kan behoorde. Hebr. 7 zalig maken, de gene die door hem tot God gaan, alzo 2.

kragt

:

om voor haar te bidden. de zyde des zondaars, dewyl de uitverkoorne, schoon al bekeert en wedergeboren, egter dagelyks zondigen, en uit dien hoofde de geduurige beschulding van Wet en Satan voor den throon zijn onderworpen waarom hy

altyd leeft

3.

Aan

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen