Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 252
252
als
ONDERWIJSQUAESTIE.
redeu,
waarom
En nu
spreekt het toch vanzelf, dat,
ongerustheid
van
meer ver
niet
nog
onzerzijds
met klimmenden er
ongerustheid
lieverlede
angst
ons
werd.
sterker
waar ook data hun gewicht en kort daarop de 8ste Juni
is,
met het oog zoo op de vergadering van Utrecht
volgt, die
Mei
IQf^e
hebben, en de
mijn
op de stembus,
als
zorgwekkender kon worden en
slechts
de vraag deed herhalen:
Wachter, wat
is
van den nacht?
Tocli heb ik daarbij
II.
kom
Ik
Wat
Nu
aanleiding
toe
Welk doel ik Wanneer men op zee
gaf,
de vraag:
keert
de
en
onrust,
weet
toestand te vragen
hoop
ik,
thans duidelijk
zijn.
mede beoog?
er
en er aan boord onraad komt, dan ver-
is
hem,
bij
gevaar
hem
rest
is.
Dit juist verhoogt
zijn
dan naar den waren
niet anders,
die aan het roer staat.
Wanneer
van die
een stellig antwoord komt, met rustige stem gegeven: Weest niet
zijde
ongerust
dan
mijn interpellalie?
bedoelt u,
zal
te zien of er
angst
dien
in
doel.
onder alle opvarenden in de minst aangename po-
passagier
wijl hij niet
sitie,
Wat
tweede vraag:
tot de
er
nog een ander
dan kan het nog wel
!
de
zal
die
aan
de
vraag
mijn vraag bedoel,
mijn
met wie
is,
heid te geraken, een
helder woord,
om
weten waar we aan toe
te
heb,
Toch heb
ik daarbij
hij,
hij
het voor den
is
het eerste wat ik met
en in het belang van die-
in mijn eigen belang,
geestessympathie
ik
dan
Voorzitter,
En daarom,
voldoening
aan zekerheid, voor mijn verlangen,
behoefte
worden en
de
reeds verdronk.
hij
maar
een bedenkelijk gezicht trekt, en doet alsof
Mijnheer
hoorde,
niet
is,
En omgekeerd, wanneer
passagier toch gerest wezen.
het roer staat,
passagier alsof
genen,
dat er zeer groot gevaar
zijn,
Aveer
om
kalm en
te
zoeken voor
uit de o>/.zeker-
rustig te
kunnen
zijn.
nog een ander
doel.
Ik wensch, dat er in de staatkundige atmosfeer klaarheid, rondheid en duidelijkheid
blikken
zijn.
ernstige
tijden
algemeene
om te
goed
er
mag
dit
kunnen
wat men
om
staan.
ik,
op de
biljetten,
zee
Vooral Avanneer men toekomt aan
—
om
vriend en vijand van elkander
waar de stembus die
men
staat,
en te
is
om
die
reden,
goed rond, goed Zeeuwsch
dat
ik,
Ave-
er in steekt.
—
is,
vooral in tijden van verkiezingen op den voorgrond
Avat
Het
Er kunnen oogenMaar in
de natie behoefte aan zeer helder licht,
heeft
onderscheiden,
Daarom: recht door loof
toch niet.
duidelijk te zien,
schrijft
altijd.
nevelen over het land moeten trekken.
verkiezingen, te
onderkennen,
ten,
Natuurlijk kan dat niet
zij.
dat
ge-
moet
niet alleen voor mijzelven,
om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's