GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Acta van het Zending-Congres - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Acta van het Zending-Congres - pagina 113

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

;

Ö5 die van het Heidendom en het thans ongemeen woedend Pausdom en de Westersche

en

provinciën te stuiten."

!

Zocht men waarborg voor de verspreiding der Gereformeerde religie in de predikanten, die men zond na onderteekening der Gereformeerde belijdenisschriften, de ziekentroosters, die naar Oost-Indië gezonden werden, moesten ook classicale attestatiën vertoonen aangaande de gezondheid hunner leer en huns levens. Evenzeer moesten de ouderlingen en diakenen der verschillende O.-I. Kerken van Gereformeerde belijdenis zijn, onverschillig of zij Europeanen of inlanders waren. Eindelijk behoorden de schoolmeesters en catechiseermeesters, zoo inlandsche als Europeesche eer zij hunne aanstelling kregen, blijken geven, dat zij de Gereformeerde religie beleden. Zelfs moesten boeken, de religie ,

betreffende, die kettersche leerstellingen (o. a. Sociniaansche, Arminiaansche, Hattinustische) bevatten geweerd worden.

Het is echter niet genoeg te weten, hoe de predikanten moesten wezen, die in O. I. arbeidden, èn in de Kerk èn onder de Heidenen en Mohammedanen even belangrijk is het antwoord op de vraag, hoe zij werkelijk waren. ,

Kon nu

slechts

dat

en de kust van Koromandel." ^) Waren u slechts van alle dienaren des Woords in O. I. eene goede getuigenis uitgegaan. Maar helaas van de vroegste tijden der vestiging van de O. T. Compagnie af moest over het gedrag en den ijver der meeste predikanten geklaagd worden. In 1622 reeds gingen, volgens de Heeren XVII, ,, nauwelijks andere Kerkendienaren, dan die in Nederland geen plaats konden krijgen en dikwijls of minder vermogen bezitten, öf met een zeker teeken gebrandmerkt zijn." Velen waren vlekken in de gemeente, die zij dienden, en eene ergernis voor Heiden en Mohammedanen, zoodat dezen eerder afgestooten werden van dan aangetrokken tot het Christendom. ,,'t Is een .schande," riep de predikant van Iperen in zijne afscheidsrede van Veere, bij zijn vertrek naar Batavia, ,,men moet er over blozen en schaamrood worden, indien men slechts de helft gelooven mag van hetgeen doorgaans den krankbezoekers op de schepen en den predikanten in Indië voormaals werd te laste gelegd." En al willen wij aannemen, dat de laster ook zeer werkzaam is geweest om het kwaad te vergrooten, te loochenen is het niet, dat op het woord en den wandel, den ijver en de trouw van de meeste dienaren des Woords in Indië veel was aan te merken. Vooral hoererij was eene groote zonde, die bij de niet weinige

antwoord

in allen deele

gunstig zijn! Dat is echter niet het geval? Niet dat er niet waarlijk predikanten in de O. I. gewesten hebben gearbeid aan de voortplanting des Christendoms, die met eere genoemd worden. Gelukkig verscheidene. Eene eerste plaats nemen de drie leeraars op het eiland Formosa in Candidiüs, Gravius en .Hambroek. Een staatkundig schrijver, die hun lof niet genoeg kon uitspreken zeide van hen ,, Onlangs is openbaar hier te lande voorgesteld de vraag: Hoe de zuivere leer van het Evangelie in onze koloniën best verbreid en bevestigd zou kunnen worden? Indien Seneca niet mist, wanneer hij zegt: de weg van onderwijzing is lang, maar die van voorbeelden is kort, zou deze vraag kort kunnen beantwoord worden ,, Zendt zulke predikanten als deze drie." Naast hen mogen wij noemen den ijverigen .Jac. Vertrecht, die eerst in de Molukken, later op Formosa arbeidde •Johannes Kruijf ,,eertijts getrouw leeraar in 't hoofdkasteel Zeelandia (op Formosa), naderhand geworden onze (Baldeus') nabuur op de kust Koromandels en vlijtige zielzorger tot Negnapatnam, alwaar in Gode godzaligh is gerust" '), ,,Philippus Baldeus een ,, getrouw" en ijverig arbeider in den wijnberg des Heeren op Ceylon :

:

:

i

i

I

i

ongehuwde proponenten werd gevonden, wat dan ook de Compagnie dikwijls deed aandringen op uitzending van gehuwde predikanten. Natuurlijk zagen de Kerken in deze landen dien toestand met diepen weemoed aan, en stelden alles

in

het

II.

bl.

118.

om hem er veel

te veranderen aandoen ? Om vele

bekwaamheid

hetzij

om hun onvoegzaam

le-

vensgedrag. Tot die redenen behoorde wel niet het tractement. De Compagnie schijnt in de uitbetaling daarvan meestal beter zorge gedragen te hebben dan de Nederlandsche Overheden. Ook was, volgens Valentijn, het voldoende geweest. Op 't einde der 17e eeuw levende, kregen de predikanten van Batavia tot de waarde van / 3034 (d. i. / 2700 in baar geld en het

')

Baldeus,

zij

redenen wilden bijna alle predikanten, die in ons vaderland al ware 't ook de kleinste plaats hadden, liever in de Nederlanden blijven, zoodat meestal geene anderen de zee overstaken dan die hier geene gemeente konden verkrijgen, die hen beroepen wilde, hetzij om hunne on-

Hubeitus

Truchtbaarlijk ')

werk,

maar wat konden

(1673—1683).

Leydecker, zijn

die tienjarigen

zeer getrouwelijk, en dienst bekleed had

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's

Acta van het Zending-Congres - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's