Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 121
Van
des Menschen Ellende.
117
V. Maer kan yemant zijn ellendigh na de werelt, ende geluckigh voor Godt? A. Ja; (namelick soodanigh een, die van Godt uyt sijne geestelicke ellendigheyt verlost is)
als blijckt in
Ende het geschiede dat de bedelaer stierf, ende van de Engelen gedragen in den schoot Abrahams. V Zijt ghy oock van naturen ellendigh? Lazaro
:
Luce
16.
22.
A. Ja. V. Zijn alle menschen ellendigh? A. Ja V. Souder niet eymant van dese ellende konnen vry zijn? A. Neen. y. Waerom niet? A. Om dat sy alle gesondight hebben, ende derven de heerlickheyt Godts: Eom. 3. 23. In welcke alle menschen gesondight hebben. Rom= 5. 12. V. Is Maria dan niet vry geweest van dese ellende ? A. Neen. V. Wie seggen sulcks? A. De Papisten V. Waer uyt soudt ghy bewijsen dat Maria mede dese ellendigheyt is onderworpen geweest? A. Rom 5. 12. In welcke alle menschen gesondight hebben. V. Heeft Maria dan mede in Adam gesondight? A. Ja. V. Is Maria van Adam voortgekomen ? A. Ja. V. Is Christus oock ellendigh geweest? A. Ja: ten aensien van de straffe der sonde ende dat om onsent wil. V. Is hy oock ellendigh geweest ten aensien van de verdorventheyt der sonde? A. Neen. V. Waerom is Christus minder sondigh geweest als Maria, nadien hy nochtans uyt Maria geboren is? ,
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's