Johannes Maccovius - pagina 143

HOOFDSTUK §

We

1.

IL

Maccovius baanbreker eener nieuwe periode.

constateerden aan het einde van het vorig hoofdstuk,

dat Maccovius de baanbreker der Gereformeerde Scholastiek in Nederland was. Dat te bew^ijzen, en na te gaan hoe er over gedacht wordt,

We

is

het doel dezer

§.

zagen reeds dat de Synode van Dordt het feit als

zoodanig geconstateerd heeft: „pecasse eum, quod quibusdam ambiguis et obscuris phrasibus usus sit; quod ScholasDOCENDI METHOÜUM CONETUR

TlCüM CERE.'"

En

dit oordeel der

IN

BeLGICIS AcaüEMIIS INTKODU-

Dordtsche Synode kunnen we zeer

gevoegelijk als bewijs der zaak aannemen.

Als wij de werken van Maccovius opslaan en vergelijken

met

die

van andere Grodgeleerden van

inderdaad, voor

zijn tijd,

dan

is

er

wat het formeele aangaat, een groot on-

Caput „De gratia Dei, et in specie de misericordia eius" in, dan lezen we, dat Maccovius aldus indeelt: Gratia moet van auxilium onderscheiden worden. Er is een duplex auxilium. a. Universale (respiciens omnes creaturas); b. Speciale (quo homines donantur). Het auxilium speciale moet weer onderverdeeld worden in naturale (quo Deus quosdam ornat prae coeteris, ut Aristotelem acumine, Ciceronem eloquentia) en supernaturale (quod vitam aeternam concernit). Het auxilium derscheid te bespeuren. Zien wij

supernaturale

is

b. v. zijn

de eigenlijke gratia en

is

óf assistens óf

habitualis.

De Deze

gratia zelve valt in twee hoofdonderscheidingen uiteen. zijn favor

en gratuita benevolentia eenerzijds, misericordia

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen