GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 263

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 263

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

251

en

weerlegt

de obiecties der Traducianisten. Volgens de

aangewende methode, wordt eerst de vraag gesteld: „an animam hominis Deus creet?" en deze vraag wordt dan affirmatief beantwoord: 1". met een beroep op de reclitstreeksche bijbelplaatsen, als Pred. 12:7; Zach. 12:

1;

Hebr.

dan de obiectie komt: „Ergo totus homo non generat totum hominem," dan maakt Maccovius de de quaestie oplossende distinctie van ^^totus homo" en „totum hominis." De vader genereert wel den gelieelen mensch, maar niet alles van den mensch „non omnia totius." En met een beeld 12:9. Als

maakt

hij

wel den

lignarius facit sunt,

timmerman maakt maar niet alles van den tafel. „Faber totam mensam, sed non omnia quae mensae

die distinctie duidelijk: een

gelieelen tafel,

non enim lignum

facit."

^ Dan de ongerijmdheden van het Traducianisme aan. Waarom zou alleen een vader de ziel genereeren, en niet de moeder? Of is de ziel van het kind soms de combinatie van de zielen des vaders en der moeder? Hoe zou het dan staan met al die semina die niet tot conceptie komen? Als de vader de ziel genereert dan één van tweeën: óf de vader stort zijn ziel uit, maar wordt dan ook zieltoont

hij

hij geeft aan het kind een deel van zijn maar dan ook is de ziel deelbaar. Maar de Traducianisten hebben hun Traducianisme ter wille van de erfzonde uitgedacht, en daarom komt dan ook in de obiectie al gauw dit alternatief: Als God de ziel

loos (exanimis), óf ziel,

dan schept

haar óf rein, en dan is er geen erfzonde, óf zondig, maar dan ook is God auteur der zonde, wijl Schepper van een zondige ziel. Maccovius antwoordt: God schept de ziel. Hij schept haar rein maar krachtens imimtaüe van Adams schuld, ontneemt hij aan die ziel de iustitia originalis, edoch deze privatio

schept,

Hij

maakt God geenszins tot auteur der zonde. Een andere moeilijkheid geeft deze obiectie: Maar wij hebben in Adam gezondigd, ons ik, onze ziel moet dus reeds in

')

Adam

L. c, p. 82.

bestaan hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 263

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's