GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 296

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 296

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

284

author peccati constituetur?" volkomen terecht geantwoord worden: „Nequaquam," hetwelk Maccovius aldus expliceert:

„Nam

expresse Script u ra testatur hoc,

Deum

et pcccata et

peccatores Providentia gubernare, ut ex locis citatis a nobis liquet.

Interim negat

Deum

esse ullo

modo

culpae affinem."

Hab. 2:6, etc. ^) En hoe is het nu mogelijk zich in te denken eenerzijds

Ps. 5:5;

God „decrevit peccata permittere," anderzijds dat God geen causa of author peccati is? Dan wijst Maccovius er allereerst op, dat scherp dient te worden onderscheiden tusschen de daad als zoodanig en dat

de zedelijke qualiteit van die daad, den actus en de malitia actus.

Op de beschuldiging: cognosceret,

futuritionem

nisi ;

in

ergo

„Si

Deus futura contingentia non

voluntate sua praedefiniente illarum

cum eadem omnium futurorum sit ratio, infallabilitateui, necesse erit Deum pec-

quoad praescientiae

cata praecognoscere in voluntate sua praefiniente et ita

antwoordt Maccovius: „Protrita est haec obiectio, solutione nova non indiget, sufficit enim inter actum et eius malitiam distinguere. Deus actum promovet, malitiam permittit et ordinat; praescit itaque Deus peccata qua talia in se, sed in decreto boni oppositi, quatenus scilicet peccatum est decreti consequens, non effectus; voluntas enim permissiva efficax est non quoad productionem, sed quoad illationem." ^) Herhaaldelijk heeft Maccovius de quaestie uiteengezet, dat de verhouding van de Reprobatie tot het peccatum niet is als die van causa en effectus, maar als die van antecedens en consequens. ^) De verhouding van God tot de zonde is die van de privatio gratiae, de derelictio. Deze subtractio, privatio, derelictio wordt, weliswaar, noodwendig door de zonde gevolgd, maar toch is de zonde daar geen gevolg van. Het eerste is geen causa, het tweede geen effect. Alesset author peccati,"

').

Coll Theol. Miscell. Quaest.

^)

Loei Comm., p. 165.

^)

Theol. Quaest., p. 37.

Anno 1625. Disp. V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 296

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's