GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 79

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

67 feiten kent, zijn.

maar

niet

weet door wien ze te boek gesteld

(Qiiia potest rudis aliquis scire et credere

historiam de

eam a Mataut eius Eiiangelio contineri.) ^) En deze beschouwing nu brengt hem tot de condusie,

Christo et hac fide servari, qui tarnen ignoret

thaeo descriptam

esse,

dat deze dingen die per accidens ter zaligheid te kennen noodig zijn, met een historisch geloof gekend worden. Onbekendheid er mede schaadt niet, en de negatie er van is haeresie per accidens. (Quod liber aliquis in particulari, puta Hoseas, Mattheus, sit Hoseae, Matthaei, hoc fide tantum historica, tenemus, cuius ignoratio

non damnat, negatio est haeresis, saltem per accidens.) Te weten dat de profetieën van Hosea door Hosea, van Jesaja door Jesaja geschreven zijn is een quaestie van historische kennis. Het is niet^^erse noodig zulks te weten. Anderszins zou men ook moeten weten wie de schrijvers waren der Bijbelboeken waarvan de auteur niet bekend is, b. v. van Job, Esther, Richteren, Jozua e. a. Maar de auteurs dier boeken zijn niet bekend, men gist er naar, en toch, „de quibus tamen hactenus in Ecclesia iguoratur vel dubitatur citra periculum salutis, erroris, aut haeresis." Wel is noodzakelijk te gelooven dat ze

geïnspireerd

„modo credatur

divinum."

Vehet niet geweten hebben, zoo tijdens het leven van den auteur als tegenwoordig, zijn desniettegenstaande

len

zijn

esse

die

toch zalig geworden.

Het is echter gansch iets anders niet te weten of een of ander tekstwoord van Hosea is, dan wel te loochenen dat een bepaald tekstwoord uit de profetieën van Hosea, van

hem

Want dan wordt

de H. Schrift geloochend, die openbaart dat het wel van Hosea is, „negat Scripturam, is.

hanc prophetiam tribuit Ploseae; Negans autem Scripturam est haereticus." Aan de waarheid van quae

in

titulo

de opschriften der profetieën,

worden dan aan de inhoud

mag

niet

meer getwijfeld

dier profetieën, „nulla est causa

ambigendi de veritate inscriptionis magis, quam de veritate

')

Loei Communes, p. 15.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's