Johannes Maccovius - pagina 182
170
49
:
Matth.
15,
7
:
9—11. Er
is
een andlogia
attrihutionis
„quando
rem divinam, sub notione rei creatae hac vel illa." er wanneer ik over God spreek met een analogie die niet bestaat, die ik gemakshalve maar op God, bij
concipio
Deze
is
feitelijk
manier van spreken, attribueer; b.v. als ik spreek over de Natuur Gods, dan is dat een analogie „ratione conceptus." En nu geldt het van God „ipse in natura sua non possit percipi a creatura, sed tantummodo a se ipso, infinitus ab infinito." En dan rijst onmiddellijk de vraag, als God een ontoegankelijk licht bewoont, als Hij groot
is
en wij
Hem
dan onze concepties van God valsch en dan onze gedachten over God iets meer dan
niet begrijpen, zijn
onwaar?
Zijn
een hersenschim, een spel der verbeelding?
En
hierop geeft Maccovius nu het prachtige antwoord,
dat wij God niet rechtstreeks kunnen leeren kennen. Maar wij
zijn
geslacht,
—
naar Gods beeld geschapen wij en dat beeld Gods in den mensch
waardoor het mogelijk werd schoot des Vaders
is,
Hem
zijn is
van Gods
de analogie
dat, als de Zoon, die in
den
ons verklaart, die openbaring
Gods haar aanrakingspunt vindt
in het menschelijk denken.
Doch daarom heet deze conceptie dan ook „Conceptus a poste riori mediatus" en daarvan zegt Maccovius: „Conceptus iste a posteriori mediatus est, quo Deus per illud, quod
per analogicam imaginem cognoscitur. Neque hoc tantum vere cognoscitur, quod immediate cognoscitur, sed etiam illud quod mediate per similitudinem, etsi simile ipsi simile est,
hoc non univocum sed analogum sit." Deze analogie nu kan of ratione rei et modi óf radotte modi tantum zijn. Als ik b.v. spreek van de eeuwige generatie van den Zoon uit den Vader, dan voelt een ieder dat hier wel een menschelijk begrip in een menschelijk woord wordt uitgedrukt, maar dat de zaak zelve heel iets anders is. „Haec enim vox et ratione rei et ratione modi, longe aliter tribuitur Deo,
dat
quam
God de oorzaak
hominibus.'"
aller
dingen
is,
Maar
als ik b.v. zeg
dan weet
ik dat
ook
en kan ik dus analogie vinden tusschen God en mensch, maar het is een analogia ratione modi tantum, want God is de éénige oorzaak, aller oorzaken de mensch een oorzaak
is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 182](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's