GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 363

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 363

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

351

aan dat als die dispositiones verdan ook noodwendig goede werken zij dienstelijk zijn zijn. Maar hier hokt de redeneering, want de goede werken vloeien uit de goede dispositie voort. „At si meritoriae Maccovius toont ten

l".

ut sint opera bona.

sunt, ergo oportet

quod bonum

Nam

quid potest

opus ex mente Adversarioram ? At bonae dispositiones non sunt opera bona: ex ilHs enim bona opera promanant," (p. 401) en vraagt ten 2. of, als de on wedergeborene, een materieel goed werk doen kan, hetwelk hem praepareert voor eene „disesse

meritorium,

nisi

sit

materialis ad regenerationem" of dan niet volgen moet dat de aldus toebereidde een nog volmaakter werk doen kan, dat hem des te meer voor de wedergeboorte

positio

praepareert. potest

„Si

homo

irregenitus

aliquid materialiter

facere

(ut

ante obiiciebatur)

bonum

in

genere boni

et illud materiale relinquere materialem dispositionem ad regenerationem, annon porro ita dispositus hic homo, poterit opus edere magis perfectum, quod adhuc maiorem dispositionem ponit in homine irregenito ad regenerationem, quam illud aliud?" (p. 401, 402).

honesti,

Het zevende en

laatste

argument van Maccovius tegen is dat, had Amesius gelijk, de

het standpunt van Amesius

wedergeboorte zich alleen zou uitstrekken over de beteren, de slechteren er van zouden buitengesloten zijn. „Quod si ita res haberet, quod essent dispositiones aliquae ad regenerationem, sequeretur eos, qui sunt meliores reli-

terwijl

quis, regenerari: deteriores

Amesius

ziet

autem non

regenerari."

(p. 402).

de noodzakelijkheid dezer consequentie vol-

want wie zal zeggen dat zij die beter schijnen, inderdaad meer toebereid ^ijn ter wedergeboorte? Er zijn toch zoo veel hypokrieten. De Pharizeër en de tollenaar strekt niet in,

bedriegen door uiterlijken

Doch ook

hier

is

schijn. (Thes.

XIX).

het voor Maccovius niet moeilijk de

fout der redeneering aan te wijzen. Hij heeft niet van schijn

gesproken, geschikt

punt)

hij

zijn

die

heeft niet gezegd dat

zij

van Amesius' standmenschen oog, maar die

(altoos als consequentie

beter schijnen in der

beter ter regeneratio

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 363

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's