GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 247

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 247

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BEKEERING EEN GENADEWERK GODS.

243

Hoorder der gebeden. Dat is een smeeking, wedergeboren hart. Wie niet wederom geboren is, die kan zoo niet bidden «n wil zoo niet bidden. Alleen als God de HEERE in de ziel van Zijn uitverkoren bondeling bezig is geweest met inplanting van genadewerk, en Hij dat genadewerk in actie brengt den

die

grooten

opkomt

uit het

(omdat Zijn genadegiften en roeping onberouwelijk zijn en Hij nooit laat varen de werken Zijner handen, maar voleindt wat Zijne hand begon), dan komt het tot een bede als hier

wordt opgezonden naar den hoogen hemel. Dan is er een ernstig gebed om bekeering. Dan wordt er vurig gebeden, of de in dien

weg

bekeering

het

komt

HEERE

tot

wil bekeeren, dewijl alleen

een waarachtig bekeerd

zijn.

De

een genadegifte Gods!

is

eenmaal onomwonden uit „Niemand tenzij dat de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke"? (Joh, 6:44.) Dit woord van den Heiland, dat allen hoogmoed der menschen zoo onverbiddelijk nederwerpt, is klaar en duidelijk. En is dit het wezen der bekeering, dat de zondaar tot den Heiland komt, en Zijne geboden, die niet zwaar zijn, onderhoudt, dan zegt Jezus zoo duidelijk, dat niemand uit zich zelf, of van zich zelf tot Hem komen kan. En zal het werkelijk gebeuren, dat iemand tot Jezus als zijn Heiland en Zaligmaker komt, dan is daarin een werk Gods gewrocht; dan dient erkend, dat dit een trekken Gods is geweest. De Bruid weet dat ook wel; dies bidt zij in haar heilig minnelied: „Trek mij, en wij zullen U naloopen." (Hooglied i 4.) En hierin heeft vanouds de Pelagiaansche, en later de Remonstrantsche dwaling gelegen, dat zij in de bekeering alleen een „werk van den mensch" zag, en dat het oog gesloten was voor het trekken Gods. Maar de Gereformeerde wist het, en hij beleed het, dat de kracht der bekeering een genadegift Gods was, dat de

Sprak Jezus het kan tot Mij komen,

niet

:

:

sterkte van Israëls

Bonds-God kwam, en dat

alleen het getrok-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 247

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's