GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 271

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 271

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EEUWIGHEID GODS.

269

van eeuwigheid en tot in alle eeuwigheid eeuwiglijk uitgaande van den Vader en van den Zoon. Want anders was de uitgang des Geestes niet eeuwig. De eeuwigheid is ongeschapen, de tijd is geschapen. Eeuwig in den diepsten zin des woords is alleen God; Hij niet slechts eeuwig, maar de Eeuwige, de Eeuwigheid is zelve, en alle schepsel leeft in den tijd. De tijd zelf neemt met de schepping een aanvang, dan is er een begin en een voortgang, een opeenvolging van oogenblikken, een leven geschapen in het verleden, heden en toekomst voor al wat

zal

is,

is

niet

uitgaan,

maar

is

en dientengevolge creatuur is. Maar God de Heere kent niets van dat

het Heelal in

Bij

Hem

en geen einde, Hij staat boven een schepping van Zijn hand, Hij schiep den tijd, en den tijd met het Heelal, en doet al

geen begin

schapene; de

alles.

het ge-

tijd is

is de Koning der jaren zijn' duizend eeuwen, Zijn gangen zijn in de eeuwen, voor God als één dag, en Hij, die de eeuwen acht als uren,

al

het geschapene in den

tijd

leven. Hij

eeuwigheid verduren. God is eeuwig, en in Zijn eeuwigheid eenvoudig èn onbegrijpelijk. Wij, die in geheel ons leven ons als tijdelijke wezens openbaren, en in ons denken en spreken aan de zal alle

gedachten van den tijd gebonden zijn, staan in de eeuwigheid Gods voor een ontzaglijk, aanbiddelijk mysterie. God de Heere woont en troont in de eeuwigheid, en de Eeuwigheid zelve is de Almachtige God, die den tijd

ideeën

en

door Zijn kracht. „Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja van eeuwigheid tot eeuwigheid ziel zijt Gij God," zoo roepen wij in aanbidding uit, als onze indenkt verborgenheid groote de geheimenissen van deze en, door haar leven in den tijd, zich o zoo klein en schier

uitdacht, schiep en draagt

als in het nietige

wegzinkend gevoelt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 271

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's