GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 136

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 136

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN DE WEDERGEBOORTE.

132

Verbondsgedachte:

al

ben ik ook zeer

laat krachtdadig-

de levendmakende roeping ontving ik reeds bij mijn geboorte, door Zijne genade van moeders schoot af. In verband hiermede erlangt zeer eigenaardige beteekenis een andere uitspraak van dezen zelfden Apostel, die wij geroepen,

we opgeteekend vinden in Timotheüs 1:3: „Ik dank God, Dien ik diene van mijne voorouderen af, in een rein geweten." Wie nu aan de Verbondsgedachte vasthoudt, wie nu de wedergeboorte van moeders schoot af belijdt, ontkomt aan tal van moeilijkheden, waarvoor anders geen afdoende thans hierboven plaatsen, en die II

oplossing te vinden

Daar ouders

af,

is.

„Ik dank God, Dien ik diene van mijne voor-

staat:

een rein geweten." Paulus

in

dank weten, dat Hij hem verwaardigd

mag

heeft

en zulks niet alleen nu, na zijn bekeering, maar Verbondsgedachte van zijne voorouders af.

wordt

derlijker

het,

als

den

HEERE

Hem te dienen,

— volgens de En nog won-

de Apostel daar onmiddellijk aaa

toevoegt: in een rein geweten.

Maar

lezen wij dan in Gal.

bekentenis: „Gij hebt mijnen

1:13

niet

omgang

de oprechte schuld-

gehoord, die eertijds

het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte" ? Hoe nu is dat in overeenstemming te brengen? „God

in

gediend van de voorouders af in een rein geweten", en toch „uitnemend zeer de gemeente Gods vervolgd en dezelve verwoest"

En nog grooter wordt de moeilijkheid, bij verzaking van de Verbondsgedachte, als wij Paulus aan even dienzelfden Timotheüs in zijn eersten brief zich zelf aldus hooren beschuldigen: vervolger,

„die te voren een godslasteraar was, 'en een

en een verdrukker; maar mij

is

barmhartigheid

geschied, dewijl ik het onwetende gedaan heb in mijn ongeloovigheid."

(I

Tim. 1:13.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 136

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's