Van de kennisse Gods - pagina 351

"

:

!

!

!

DE VADER.

349

maar altijd één God en Heere, één aanbiddelijk Wezen, waarvan zij de drie onderscheiden werkingen uitnemend wel gevoelt, maar die zij aanbidt en verheerlijkt als den éénigen God, te loven en te prijzen tot in der eeuwigheid.

Tot

Hem

bidt

zij

O

Vader, dat

Uw

Zoon, maak ons

O

Geest, zend

Drieëenig God,

Uw

Uwen

U

ons

liefd'

blijk'

beeld gelijk

troost ons neer

zij

al

d' eer!

II.

DE VADER. "Want Zich

gelijk

de Vader het leven heeft

Zelven, alzoo heeft Hij

Zoon gegeven, het

leven

te

in

ook den

hebben

in

Zich Zelven.

Joh.

Het Eeuwige Wezen

bestaat

en

werkt,

Confessie van alle Christenen, driepersoonlijk.

5

:

26.

naar luid der

En

juist

deze

Personen brengt mede, dat wij gelooven aan de personeele eigenschappen die alleen den Personen eigen zijn, en dientengevolge niet mededeelbaar, omdat de Vader niet is de Zoon, noch de Heilige Geest, en de Zoon niet de Vader noch de Heilige Geest, en de Heilige Geest niet de Vader noch de Zoon. Daaronderscheiding

om

zegt

wij

in

in

drie

de Geref. Confessie in art. VIII: „zoo gelooven eenigen God, die een eenig Wezen is, in hetwelk zijn drie Personen, in der daad en waarheid, en van eeuwigheid onderscheiden naar hunne onmededeelbare een

eigenschappen. Gelijk

men

weet,

worden

in

de

Geloofsbelijdenis van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen