GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SCRIPTIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCRIPTIES

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

John van Bracht: Die gezond van lichaam zijn; armenzorg en 'werklozen', 1450-1550, 1750-1850. (doktoraalskriptie theologie, Universiteit van Amsterdam, 1988) 34 + 70 + III blz.

In 1851 besloten de diakenen van de Hervormde Kerk in Rotterdam om de armen die zij in staat achtten om te werken, van de kerkelijke bedeling uit te sluiten. P.A.C. Douwes, die in zijn boek Armenkerk, de hervormde diaconie te Rotterdam in de 19e eeuw hier als eerste de aandacht op heeft gevestigd, heeft, evenals auteurs die zich op hem baseren, een onbevredigend antwoord gegeven op de vraag naar de oorzaken van deze historisch gesden ingrijpende verandering van de bedelingsvoorwaarden. Doel van dit doktoraal onderzoek was om een beter antwoord te vinden.

Het onderscheid tussen armen die door de armenverzorgers (fysiek) in staat werden geacht om te werken enerzijds, en de 'oude, gebrekkige, zieke' armen anderzijds, speelde in de Noordelijke Nederlanden in de praktijk voor het eerst een rol in de Hollandse 'bedelverboden' die vanaf het einde van de 16e eeuw werden uitgevaardigd, om in verband met de opbloeiende handel en nijverheid voldoende arbeid(st)ers op de gewenste plaats te krijgen. Maar als deze armen 'die gezond van lichaam waren' onvoldoende in hun levensonderhoud konden voorzien, met name door de strukturele winterwerkloosheid, dan mochten zij een beroep doen op de (meestal kerkelijke) armenkas. In de onderzochte reglementen van de Utrechtse en Rotterdamse diakonie werd weliswaar als voorwaarde gesteld dat zij werkwillig waren, niet 'in onecht leefden' en hun geld alleen aan levensonderhoud uitgaven, maar binnen dit kader was behoeftigheid het belangrijkste uitgangspunt.

Dit veranderde onder invloed van het in de tweede helft van de 18e eeuw onder 'verlichte' burgers opgekomen 'inklusieve beschavingsideaal', waarvan de aanhangers veronderstelden dat de armoede, gevolg van de onzedelijkheid van de armen, zou verdwijnen als het arme volk zich, weliswaar binnen de eigen stand blijvend, zo zou gedragen als zijzelf. In de praktijk concentreerden de aanhangers van dit ideaal zich in de eerste helft van de 19e eeuw op het onderwijs, maar één aspect van de in theorie beoogde volksontwikkeling werd ook gerealiseerd: in de loop van de 19e eeuw werden vele spaarbanken opgericht om de materiële zelfzorg van het arme volk te bevorderen. Dit mislukte uiteraard door de massale strukturele werkloosheid en armoede in de eerste helft van de 19e eeuw. Maar toen na twee mislukte aardappeloogsten en een daarop volgende cholera-epidemie de toeloop op de armenkas een hoogtepunt bereikte, besloten de Rotterdamse diakenen, evenals hun Utrechtse

collega's een jaar daarvoor al hadden gedaan, de armen die zij fysiek in staat achtten om te werken van de bedeling uit te sluiten, met als argument dat deze armen arm bleven omdat zij niet spaarden in de periodes dat ze werk hadden; een redenering die eerder al door de orthodoxe predikant O.G. Heldring was gebruikt. Opmerkelijk is dat telkens deze ingrijpende verandering in bedelingsvoorwaarden werd gepresenteerd als een terugkeer naar de nieuwtestamentische oorsprong van de diakonie, die alleen bestemd zou zijn geweest voor oude, gebrekkige en zieke armen, de 'christelijke armen'.

In het begin van deze eeuw werd in hervormde kringen de werklozenzorg tot staatstaak gerekend. Blijkbaar heeft het besluit van de Rotterdamse en Utrechtse diakenen veel navolging gekregen, en dat terwijl in 1854 met instemming van de groot-protestantse meerderheid in de Tweede Kamer wettelijk was vastgelegd dat armenzorg primair een taak van de kerk was, een principe dat tot 1965 is gehandhaafd.

John van Bracht

Stationssingel 6IA 3033 HD Rotterdam

Berend van Dijken, Menigerlei arbeid in een luchtige buitenwijk. Hervormd Rotterdam en het Oude Noorden 1892-1902. Doctoraal-scriptie theologie (Gesch. v. h. Christendom), RU Utrecht 1988, 266 blz. (voorlopig rust er nog een embargo op).

Eigen werk in de oude Rotterdamse wijk het Oude Noorden en literatuurstudie leidden tot de vraag: heeft de Hervormde Gemeente met een pastoraal beleid gereageerd op de toestroom van plattelanders naar deze in 1892-1902 nog 'luchtige buitenwijk'?

Eerst wordt de situatie beschreven van een sterk uitbreidend Rotterdam (een 'competitive world', die vele migranten aantrok), evenals van de Hervormde Gemeente na de Doleantie (o.a. organisatorisch kader, sociale verhoudingen).

Het hoofddeel beschrijft de 'menigerlei arbeid'. Uitgaande van een centrale rol van wijkpredikant FJ.P. Moquette (een kerkrecht-specialist) gaat het vooral over de praktische werkvormen. Onderscheiden wordt tussen specifiek in de wijk zelf geregelde arbeid (gesplitst in op gezin/individu en op groepen gericht werk) en meer centraal geregelde arbeid (o.a. doop, avondmaal). Ook de hervormde houding t.o.v. de samenleving komt ter sprake (bv. prostitutie).

Het derde deel vraagt naar de visie achter de arbeid. Moquette's visie (een ethisch theoloog) wordt afgezet tegen drie alternatieven (Leger des Heils, Mission McAll, Stadszending Jeruel).

Eén van de afsluitende conclusies (toegespitst op pastoraat, organisatie, gemeenschap, visie) luidt: er was wel een pastoraal beleid, maar dit eeuwenlang beproefd recept werkte niet meer in de Rotterdamse realiteit van snelle urbanisatie van 1892-1902.

Berend van Dijken

218 rue de Trèves L-2630 Luxemburg LUXEMBURG Tel 09.352.436326

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1989

DNK | 90 Pagina's

SCRIPTIES

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1989

DNK | 90 Pagina's