GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de ’s-Gravenhaagsche Kerkbode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de ’s-Gravenhaagsche Kerkbode

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de ’s-Gravenhaagsche Kerkbode kviam ezer dagen over de Amsterdamsche Tuchtaak een beschouwing voor, die voor de echtbank vr.n eerlijkheid en waarheid de ogen niet zou durven opslaan.

Het stuk was er zoozeer op aangelegd, m door vrome uiting en gewrongen voortelling gemoedelijke zielen te misleiden, dat e Classicalen van Leiderdorp het stuk zelfs uis aan huis in een overdrukje rond Heten rengen, om, kon het, zieltjes te vangen oor den man, die als herder der Classicaen eerlang derwaarts gaat, den heer Pijzel.

Na dit stuk, dat natuurlijk ongeteekend was, gelezen te hebben, heeft de heer Keuchenius bij ingezonden stuk in de Kerkbode den anoniemen schrijver willen sommeeren om zijn naam te noemen, ten einde den laster, waaraan hij zich had schuldig gemaakt, te herroepen of te bewijzen.

Hierin is echter de Kerkbode den heer Keuchenius niet ter wille geweest.

Ze berichtte den heer Keuchenius dat haar blad niet voor kerkelijk getwist was. Nota bene, nadat ze zelve eerst den heer Elout en den heer Keuchenius in hun geestverwanten had gesmaad en gelasterd.

Dat mocht wel.

Maar de heer Keuchenius mocht den schrijver niet oproepen om zijn naam te noemen.

De brief van Mr. Keuchenius, waaraan plaats geweigerd is, mag anders door heel het land best gelezen worden.

Hij luidde aldus:

Geachte Redactie!

»Daar de Kerkbode ook ten doel heeft de gemeente voor te lichten'', vroeg en verkreeg de schrijver van het «ingezonden" stuk op de tweede bladzijde eene plaats hiervoor in uw nummer van 18 dezer.

Het opstel strekt tot verdediging van het vonnis der Synode tegen 7 s leden van den Algemeenen Kerkeraad der Nederlandsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, waaronder vijf barer meest geëerde en hoogst verdienstelijke leeraars, op den i dezer geveld. Het houdt tegelijk eene zeer scherpe veroordeeling in van allen, die daardoor getroflTen zijn, en van degenen, die voor ^hen partij zouden willen kiezen.

Den eersten wordt niet minder ten laste gelegd dan dat zij »door en door onwaar" zijn; dat zij »het plan beraamd en in beginsel uitgevoerd hadden om de Hervormde kerk te doen uiteenspatten; " dat zij »langs revolutionairen weg de gemeente" wilden »losmaken uit het kerkverband en toch hun recht op de goederen der kerk behouden" en »het geld meenemen; " dat met hun bedrijf »het geloof of de prediking van Gods Woord" niets te maken hadden; dat zij de kerk, onder schending »hunner heilige belofte, " pogen »te verwoesten" en »door onwettige en onchristelijke middelen hun doel willen bereiken; " dat zij wegens hunnen »strijd met de eenvoudigste begrippen van eerlijkheid en goede trouw" ontzet zijn.

Van de laatsten wordt beweerd, dat zij, zondigende tegen Gods Woord en de uitspraken van het geweten, het doen voorkomen, alsof hier eene vervolging om het geloof plaats had en zij zulks overa! verbreiden, »om de eenvoudige gemeenteleden op te ruien te­ , gen de Besturen en langs dien weg tot 1 evolutie en alzoo tot hun doel te komen: den ondergang der Ned. Herv. Kerk."

Ik zou meenen, dat wie zulke zware beschuldigingen tegen duizenden zijner medechristenen durft uitspreken, den moed behoort te hebben ook zijnen naam te openbaren.

Daarom noodig ik den schrijver hierbij uit zulks alsnog te doen.

Gaarne verklaar ik mij bereid alsdan de verdediging der door hem belasterden op mij te nemen en hetzij schriftelijk, hetzij in eene door hem en zijne vrienden bestuurde openbare vergadering, het bewijs te leveren, dat zijne voorstelling valsch, het vonnis der Kerkelijke Besturen onrechtvaardig en hun eisch, dat de Gemeenteleden hunne tot de slooping der Kerk leidende reglementen zullen eerbiedigen, met alle kerkbegrip en de eer van Gods Woord onvereenigbaar is.

Voorloopig zij de betuiging genoeg, dat ik geheel deel in de beschouwingen, vervat in het Manifest van onzen waardigen land-en stadgenoot, den heer Jhr. Mr. Elout van Soe terwoude en evenals hij, eerbied en gehoorzaamheid wensch te weigeren aan Kerkelijke Besturen, die met de hier bedoelde uitspraak van de Synode zouden kunnen vrede nemen.

Beleefdelijk verzoek ik Uwe Redactie, dat ook aan dit schrijven eene plaats in het eerstvolgend nummer van Uw blad worde ingeruimd.

Met hoogachting heb ik de eer te zijn

Uw dv. dr.:

L. W. C. KEUCHENIUS.

's-Gravenhage, 20 Dec. 1886.

Ook de heer Klinkenberg, die insgelijks protesteerde, wierd uit de kolommen gehouden.

Het deed ons leed, dat men van Irenische zijde nog steeds dien weg inslaat.

Den schoonen brief door Mr. Keuchenius in de Boodschapper geplaatst, laten wij hier volgen:

Aan den heer Redacteur van de Boodschapper.

Hoog Geachte Redacteur!

Vergun mij ook in uw blad eene plaats te vragen voor den hierbij gaanden brief, door mij gericht aan de Redactie van de 's-Gravenhaagsche Kerkbode, naar aanleiding van het in zijn nummer van 18 dezer opgenomen schrijven van eenen onbekende, betreffende het gedrag en de drijfveeren der 75 Kerkeraadsleden, die bij het Synodaal vonnis uit hunne kerkelijke bedieningen van leeraar, ouderling en diaken bij de Nederlandsche Hervormde Gemeente te Amsterdam ontzet zijn.

Ik stel er prijs op, dat die brief in den wijdst mogelijken kring verspreid worde, opdat het schrijven in de ''s-Gravenhaagsche Kerkbode geen schade doe aan het schoon en waardig woord van den heer Elout van Soeterwoude tot de Hervormde Gemeenten in Nederland.

Gaarne h^dde ik in dien brief iets meer gezegd tot aanprijzing van het voorbeeld van dien eerwaardigen grijsaard, oudvriend en medestrijder van den heer Groen van Prinsterer — aar vooral tot wederlegging van de beschuligingen des schrijvers zelven.

De verklaring evenwel van de 's Gravenaagsche Kerkbode in haar eerste nummer, »dat ij zich niet wenschte te werpen in den strijd er kerkelijke partijen" en dat zij, ook bij pneming van ingezondene, het kerkelijke leven kende stukken, »mits onderteekend of waaran de schrijver aan de redactie bekend is", oopte te waken, dat «wisseling van gedachn bij verschil van meening nooit in onheilige n persoonlijke polemiek ontaarde"; — die erk aring, hoe ook wedersproken door den houd en toon van het ingezonden anonyme chrijven, maakte het mij tot plicht alle verere beschouwing en bewijsvoering voorloopig p te schorten.

Ik onthoud mij daarvan ook thans, in de erwachting, dat de schrijver door weldra zijnen aam bekend te maken mij de gelegenheid erschaffe van de door hem gelasterden en gemaden tegen zijn aanvallen en die van andeen in het openbaar te verdedigen.

Eene enkele opmerking blijve intusschen nu iet achterwege.

De verschijning van het hier bedoelde anoyme schrijven in het Kerkelijk Weekblad der ed. Hervormde gemeente te 's-Gravenbage ehoeft geen, bevreemding te wekken, nadat en vorigen jare hier ter stede de kansel, geeigerd aan Dr. A. Kuyper, den ijverigen verediger van liet Koningschap van den Heere ezus Christus en van de onfeilbaarheid van ijn Woord, tot twee malen toegankelijk gesteld erd voor een jeugdig doch vermetel bestrijder an Israels Geschiedenis. Zij is het gevolg der oepassing en voortzetting van hetzelfde beinsel. In de Hofstad, waar Groen van Prinsterer eleefd en de hoogleeraar Dr. J, H. Gunning epredikt heeft, kenschetst zij den toestand, aarin de Nederlandsche Hervormde gemeente erkeert en het deel, 'twelk deze heeft aan e ontaarding en het bederf der Nederlandsche Hervormde kerk.

Groen van Prinsterer noemde de Synode dier kerk een screatuur van het Gouvernement, caesaropapistisch schepsel dat, tot handhaving van de kerkleer geroepen, integendeel, de VER­ KONDIGING VAN HET ONGELOOF, tot in het fiec lus ultra van anti-christelijke ontwikkeling/wtóhaaft; " en — zoo zou hij er thans hebben kunnen bijvoegen — de handhavers van het geloof en de getrouwe belijders van den Heere Jezus Christus, met vertreding van waarheid en recht, vervolgt., veroordeelt en straft.

Dr. J. H. Gunning Jr. heeft niet opgehouden te verkondigen en het ook der Nederlandsche Aristocratie toegeroepen: » ALLEEN HET GELOOF IN JEZUS CHRISTUS KAN ONS REDDEN.”

In 1863 i) gevoelde hij »volkomen geestelijke gemeenschap met het GEREFORMEERDE VOLK, " nu evenwel in de Ned. Hervormde Gemeente te 's-Gravenhage overal geweerd en geschuwd. Zelf »in hart en nieren GEREFOR­ MEERD", noemde hij de GEREFORMEERDE KERK, met hare »levenvolle, in merg en been historische, met hart en leven des Volks te zamen gegroeide, volheerlijke Nederlandsche-Hervormde Belijdenis, " en met share oneindige diepte van. leven des harten die van oneindige hoogte der ontwikkeling profeteert en noch rechts noch links noch ergens een slagboom duldt, " »HET HEERLIJKSTE DAT OP AARDE GEVON­ DEN EN GEDACHT WORDEN KAN.”

De Synodale kerkregeling daarentegen en de daaruit geborene toestanden en verhoudingen verklaarde hij vol zonde., vol onwaarheid en ellende!' Door haar vergeleek hg het Hervormde Kerkgenootschap, volgens Groen van Prinsterer ontaard in een ^wetenschappelijk disputeer-collegie tusschen ethisch-irenischen en modernen, " bij eene »MIN OF MEER MACONNIEKE VENNOOTSCHAP, " • Haar «opzettelijk en'plechtig de gehoorzaamheid op te zeggen" was niet meer noodig. Reeds dikwerf had hij gelijk velen, het »met de daad en openlijk gedaan." »Men hechte", zoo raadde Dr. J, H. Gunning Jr. aan anderen, »toch niet te veel gewicht aan de kerkregeling, men ga rustig zijns weegs en schuive haar daarbij, telkens als het noodig is, zonder bitterheid op ZIJDE.”

De Kerkraadsleden van Amsterdam zijn niet eens zoover gegaan. Binnen den kring hunner bevoegdheid hebben zij alleen de reglementen gewijzigd, waarvan hun de samenstelling was vrijgelaten. Overtuigd, dat slechts ; het geloof in Jezus Christus ons en de Kerk redden kan, hebben zij, voor zoo ver hunne macht reikte, alleen gepoogd te verhinderen, dat zij, die zulk een geloof versmaadden, als leden der Nederlandsche Hervormde Kerk toetraden en alzoo in staat gesteld wierden door hunnen invloed tot hare slooping mede te werken.

Men kent het lot, dat de 75 getrouwe belijders des Heeren getroffen heeft. Wie het - voor God verantwoorden durft, bestempele vrij hunne daad met de namen van revolutie, socialisme en roof.

De edele vriend van Groen van Prinsterer, de man, die altijd met dezen eenstemmig dacht en werkte, oordeelt op Sijarigen leeftijd er anders over. In plaats van zijne broeders, die de eer zijns Heeren ook tegenover kerkelijke macht, heerschzucht en willekeur hebben gehandhaafd, te verguizen, wenscht hij in hunne smaadheid te deelen.

De wereldgebeurtenissen en de oordeelen Gods, over Kerk en Staat gekomen, bevestigen dagelijks de juistheid der inzichten van Groen van Prinsterer op staatkundig zoowel als op kerkelijk gebied. Zijn vroegere medestrijder ziet hierdoor ook het zegel gedrukt op hetgeen hij in gelijken geest arbeidde. Wie, die vaderland en kerk liefheeft, zou nog schromen den heer Elout van Soeterwoude na te volgen en met hem het onheilig juk der aan de Nederlandsche Gereformeerde Kerk vijandige Synode af te schudden?

Met de meeste hoogachting heb ik de eer mij te noemen

mij te noemen üweti dv. dien. en vriend:

L. W, C. KEUCHENIUS.

's-Gravenhage, 28 Dec. i886.

Deze brief is voor den heer Dr. Gunning en zijn vrienden toch waarlijk overtuigend genoeg, om te toonen, dat zij thans in ons hielpen veroordeelen, wat ze vroeger zelven geraden en geleerd hebben.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

In de ’s-Gravenhaagsche Kerkbode

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's