Het vonnis, waarmede de heer C. van Emmerik

Het vonnis, waarmede de heer C. van Emmerik, president-kerkvoogd te Nederhorst-den-Berg, werd gecensureerd, en waarvan wij in ons vorig nummer melding maakten, is van den volgenden inhoud:

Nederhorst-den-Berg, 15 Feb-. 1887.

Aan den beer C. VAN EMMERIK,

Lidmaat der Nej. Herv. Grameenfe te Nederlierst den-Berg.

De Kerkeraad der Ned. Herv. Gremeent3 te Nederhorst-den Berg, wettig bijeengekomen op heden 16 Febr. 1887.

Nadat bij heeft gelezen een scliriftelijke aanklacht tegen het gemeentelid 0. van Emmerik, tevens president-kerkvoogd, waarin hem ten laste gelegd wordt een or. christelijke wacdel en veriuitn en vergrijp in de uitoefening van zgn kerkelijke betrekking;

nadat hg vervolgens heeft gezien een sch-if-< elijke_ verzekering van 3 gemeenteleden, om getuigenis af te 1 ggen van do gegrondheid der aanklseht;

nadat hjj cok het gemeentelid 0. van Emmerik ia zjjne vergadering heeft geroepsn om hem geil-gen hei'1 te geven zich van deze aanklacht te zuiveren; terwgl genoemd gemeentelid in da vergadering is versebenen, doch de gegrondheid van tet t^gan hem aangeroerde niet heeft kunnen tegenspreken, behalve wat aangaat bet op den Zondag arbeiden of doen arbeiden, wat hij getegd heeft van Zondag 13 Febr. '87 te hebben nagelaten en het verder te zullen doen;

overweegt, dat de aanklacht betreffende onchristelgken wandel doelt op: a. uitoefenen van beroepsbezigheden op dfn Cbristelijken rustdag, zonder dasrtoe door eenige wet gedwongea te zgn, welke aanklacht echter oogenblikkelök na de VirhlarÏBg van Van Emmerik met dankbaarheid voor zijn besluit door den klager is teruggenomen ,

b. op het voorstaan van eene meening ten opzichte V n 1 erkinrichting op zulk eene wpe, die een Christenen niet past, nl. io groote toornigheid, tegen 1 Kor. 14 7S. 40, Gal. 5 vs, 20—22, Ef«. 4 VS. 26S en 27, Efez. 4 vs. 15 en het formulier voor hit H. Avondmaal;

Overweegt dat de aanklacht betreffende verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerke-Igke betrekking, doelt a. wat het veriuimaatgaat op het bijna nimmer verschgnen in de openbare godsdienstoefeningen der gemeente tegen Hebr. 10:25, om er ook collecte te houden voor de kerk; en op het na'aten om in de op Vrijdag 11 Febr. '87 gehouden vergadering van Kerkvoogden en Notabelen zelfs iets te zeggen aangaande de zaak, die ter behandeling opgegeven was, door over andere dingen op zulk eene wgje en zoo breed uit fe weiden, dat de een na den ander de vergadering verliet, zo» der dat er dankseggisg faad plaats gehad en tot schade van sommiger gezondheid;

b. wat het vergrijp aangaat op het in de laatste vergadering vaa Kerkvoogden en Notabelen vóór 11 Febr. '87 ondanks de ernstigste en duidelijkste raadgevingen van den secretaris, willen overhalen van heeren Kerkvoogden om den heer Karssen, vóór 1 Dec. 1886 predikant ta Amsterdam, vanwege Kerkvoogden uit te noodigen tot het vervullen van eet spreekbeurt in het kerkgebouw, tegen art. 59 van het Reglement op het Beheer van kerkelgfce goederen enfondten te Nederborst-den-Bèrg;

en beiluit, met het cog cp art 3 al. 2 van het Synodaal Reglement voor opzicht en tocht, van at heden op hem toe te passen van de tuchtmiddelen in art. 4 van bovengenoemd reglement opgegeven.

1. de ontzegging van het gebruik van het heilige Avondmaal voor onbepaalden tüd;

2. de vervallenverklaring der bevoegdheid tot het uitoefenen \.an kerkelgke rechten en tot het aanvaarden van kerkelgke bedieningen vooroabepaalien tijd.

Da Kerkeraad doet dit niet dan met het innigste en hartelijkste leedwezen en meldt hem, dat hg binnen 14 dagen van de e uitspraak in hooger beroop kan komen bij bet Classicaal Bestuur van Amsterdam. Indien hg dat doet, zal hg er binnen demelfdeu tijl den Kerkeraad kennis van hebben ta geven.

De Kerkeraad wenscht niets liever dan dat de Heere God door zijn Woord en Geest Van Emmerik zóó bewerke, dat hij ten spoedigste in dan verordenden weg van dese censuur kan ontheven worden.

De Kerkeraad der Ned. Herv Gemeente te Nederhorst-den Berg,

(w.g.)A. VEENHUYZEN, Predikant.

» » H. DE JONG, Ouderling.

» » H. HENNIPMAN, Ouderling.

» » W. BROUWER, Diahen.

Wat dunkt ons kerkelijk publiek, wat dunkt aan elk eerlijk hart van zulk een schandelijk misbruik en zoo ergerlijke ontheiliging van een geestelijke macht!

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen